Klimaat, natuur en mensen: een gezamenlijke toekomst voor onze planeet
Er heeft nog nooit zó veel op het spel gestaan!
Onze planeet warmt op en verliest plant- en diersoorten in een alarmerend tempo.
Recent brachten twee wereldconferenties mensen uit de hele wereld samen rond een gemeenschappelijk thema: klimaat en biodiversiteit.
Vertegenwoordigers uit de hele wereld kwamen in december 2022 bijeen in Montreal (Canada), om afspraken te maken over wereldwijde actie ter bescherming van onze natuur.
De wereld verliest haar biologische diversiteit in een alarmerend tempo en de achteruitgang gaat steeds sneller.
Ongeveer een miljoen soorten wordt momenteel met uitsterven bedreigd en veel
ecosystemen, die van vitaal belang zijn voor onze planeet en ons welzijn, staan
op de rand van onomkeerbare schade.
Voor de huidige en toekomstige generaties
moeten we dringend het verlies aan biodiversiteit een halt toeroepen en
natuurgebieden over de hele wereld en in Europa herstellen.
De huidige biodiversiteitsconferentie, ook COP15 genoemd (aangezien het de 15e vergadering is van de conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit), heeft tot doel een mondiaal biodiversiteitskader voor de periode na 2020 tot stand te brengen.
Dit kader omvat 21 doelstellingen, waaronder de doelstelling om tegen 2030 30 % van onze planeet te beschermen.
Of we erin slagen de trends om te buigen, hangt af van wat we in de praktijk gaan doen.
De 30 % die onder bescherming moet worden gesteld, moet bijvoorbeeld wereldwijde biodiversiteitshotspots omvatten.
De beschermingsregelingen moeten de natuur in staat stellen zich te herstellen. Rups koninginnenpage
Maart staat symbool voor het weer tot leven komen van de natuur.
Bloemen, planten en bomen beginnen weer te ontluiken.
De dagen worden langer en mensen genieten van de eerste zonnestralen.
Maart brengt blijdschap en optimisme en markeert het begin van nieuw leven in de natuur.
Wij krijgen weer energie na de donkere winterdagen en we warmen ons letterlijk en figuurlijk op aan het voorjaarzonnetje.
De felle en warme kleuren van de eerste vlinders versterken dat gevoel.
Het gaat spijtig genoeg nog steeds slecht met de vlinders in het GroenRand-projectgebied.
Oorzaak is vooral het tekort aan nectar als voedselbron (bloeiende planten) en
gebrek aan waardplanten als voedselbron voor de rupsen.
Grootschalige landbouw, flora-arme weilanden en een gebrek aan ecologisch
maairegime van wegbermen zorgen ervoor dat vlinders minder kansen krijgen.
Vlinders zijn koudbloedige dieren: hun lichaamstemperatuur
is gelijk aan de omgevingstemperatuur.
Zij kunnen pas vliegen als hun
lichaamstemperatuur zo’n 20 graden celsius is.
De eerste vlinders in het voorjaar zijn dan ook vlinders die als volwassen
vlinder hebben overwinterd en zich hebben kunnen opwarmen op zonnige open
plekken, we denken dan aan de Citroenvlinder, Dagpauwoog, Gehakkelde Aurelia en
Kleine Vos.
gehakkelde aurelia
kleine vos
Door
klimaatverandering zijn de winters zacht, dat heeft gevolgen voor deze
vlinders.
Meestal zijn zachte winters slecht voor de hier overwinterende vlinders omdat
ze te vaak actief moeten worden en daardoor het voorjaar niet halen.
Vliegen
kost veel energie en als er nog weinig planten bloeien, loopt de vlinder kans
te verzwakken.
Zodra het weer omslaat met nachtvorst, zullen de ondervoede vlinders het
mogelijk niet overleven.
Eén van de eerste vlinders dat we eerst zien is meestal de citroenvlinder.
De prachtige felgele mannetjes zijn zeer opvallend.
Vrouwtjes verschijnen enkele weken later.
De mannetjes zullen eerst de goede plekken opzoeken en wachten daar op de vrouwtjes.
De atalanta was vroeger een trekvlinder, maar door de klimaatverandering proberen ze steeds vaker hier te overwinteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten