dinsdag 31 januari 2023

De bever in huis kan, volgens GroenRand, wel eens een irritante bewoner zijn

DE BEVER IN HUIS KAN WEL EENS EEN IRRITANTE BEWONER ZIJN


                                                                                ©Ben Hellebaut


De bever was sinds 1848 uitgeroeid in Vlaanderen.
Gedurende anderhalve eeuw bleven de dieren weg uit onze contreien, maar sinds het begin van de 21ste eeuw worden ze opnieuw waargenomen.
Ook GroenRand beseft dat het samenleven met bevers vol uitdagingen zit, maar toch is de organisatie ervan overtuigd dat deze conflicten oplosbaar zijn.
We zullen schikkingen moeten treffen, want de knaagdieren zijn door Europa beschermd.

Vlaanderen heeft de verantwoordelijkheid om op zijn grondgebied een gunstige staat van instandhouding te realiseren.
Hiervoor dienen migratieknelpunten te worden aangepakt en dient er in bepaalde zones een bevervriendelijk beheer te worden gevoerd.
Verder investeren in natuurlijke oeverhabitats langs waterlopen en in plassen zal het bereiken van een gunstige staat van instandhouding stimuleren en de conflicten met ander landgebruik reduceren.
Het recent goedgekeurde soortenbeschermingsprogramma van de otter kan, in onze GroenRand-regio, hiertoe bijdragen.

                                                                                  ©Ben Hellebaut


Door hun specifieke ecologie en impact op het landschap kunnen bevers voor overlast en schade zorgen.
Er moeten hiervoor beheersafspraken worden gemaakt.
Een sleutelfactor hierbij is draagvlakvorming via sensibilisatie en een gedragen schadebeheer.
Omdat de bever en zijn bouwwerken streng beschermd zijn, kan een beheer (verjagen, verplaatsen of doden) enkel onder strikte voorwaarden.
Enerzijds wordt in de zones die het meest geschikt worden geacht voor duurzame aanwezigheid van bevers (de potentiële leefgebieden) een hoog beschermingsniveau ingesteld, en anderzijds wordt in de zones waar de aanwezigheid van bevers mogelijk reële risico’s voortbrengt een flexibel regelgevend kader aangereikt waarmee snel kan worden ingegrepen.

                                                                                         ©Ben Hellebaut


Door naast het versterken van de populatie in geschikte leefgebieden en de opmaak van een afsprakenkader met de waterbeheerders in te zetten op een gepaste compensatie van opgelopen schade in combinatie met correcte communicatie rond de ecologie van de bever, zal dit resulteren in een draagvlakverbreding.
De bever verdient het zeker om ook in het dichtbevolkt en versnipperd Vlaamse landschap de nodige ruimte te krijgen om op een duurzame manier te kunnen gedijen.

                                                                                           ©Ben Hellebaut

Indien hiervoor op sommige plaatsen - al dan niet tijdelijk - ruimte moet worden teruggegeven aan natuurlijk functionerende valleisystemen, krijgen we daar als samenleving immers ook veel voor terug: minder problemen met een verstoorde waterhuishouding en een positieve impact op de biodiversiteit.
Op deze wijze kan de terugkeer van bevers in Vlaanderen helpen om het groenblauwe netwerk te versterken.
De aanwezigheid van bevers in geschikte zones kan bovendien winst opleveren voor hoogwaterbeheer (meer ruimte voor water en vertraagd afvoeren) en voor het herstel van de waterkwaliteit (slibopvang, rietzones).




                                                                                   ©Ben Hellebaut

In januari 2011 begon Kristijn Swinnen met een vierjarig doctoraatsonderzoek in verband met de bever in België, met de nadruk op Vlaanderen.
Om na te gaan of er in het dichtbevolkte Vlaanderen nog uitbreidingsmogelijkheden zijn voor de dieren, onderzocht hij samen met verschillende wetenschappers van de UAntwerpen welke habitateigenschappen bevers verkiezen.
Alle gekende beverterritoria werden bezocht en op basis van 1.792 beversporen in het landschap zoals omgeknaagde bomen, burchten, dammen, enz. en ook op basis van beverwaarnemingen kregen de onderzoekers zicht op hun (voorkeur)habitat.
De aanwezigheid van water, wilgen, moerasvegetatie en populieren bleek cruciaal te zijn.
                                       

                                                         

                                                                             ©Ben Hellebaut

In een volgende stap werd er met een computermodel nagegaan in welke zones binnen Vlaanderen er voldoende geschikt habitat aanwezig was om een beverfamilie te huisvesten.
Dit resulteerde in een kaart met 924 mogelijke territoria.
Dat betekent dat er zeven keer meer ruimte is voor beverfamilies in Vlaanderen dan vandaag.
De onderzoekers beseffen dat niet iedereen opgezet is met deze conclusie.
Bevers zijn namelijk ecosysteemingenieurs: ze hebben een groot effect op hun omgeving en ze kunnen het landschap veranderen.
Dat is niet altijd gewenst in het dichtbevolkte Vlaanderen.

Toch kan deze studie bijdragen aan het voorkomen of snel oplossen van problemen met bevers.
Zo kunnen er preventieve maatregelen genomen worden of kan er intensief gemonitord worden op locaties die kansrijk zijn voor bevervestiging, maar waar de komst van bevers problematisch zou zijn, kan er opgetreden worden.
Dat biedt de beste kansen om het samenleven tussen mens en bever zo optimaal mogelijk te doen verlopen
. Lees meer: https://groenrand.blogspot.com/p/interview-met-kristijn-winnen.html

maandag 30 januari 2023

ANKONA-ontmoetingsdagen

 

ANKONA-ontmoetingsdagen






Tijdens de jaarlijkse ANKONA-ontmoetingsdag brengen we professionelen en liefhebbers samen rond thema's als biodiversiteit, natuurstudie en landschapsontwikkeling. De ontmoetingsdag is hét moment om kennis en contacten uit te wisselen. 

ANKONA-ONTMOETINGSDAG - 11 februari 2023



Voor de 26e editie van de ontmoetingsdag organiseren we opnieuw een fysieke bijeenkomst volgens het vertrouwde recept: boeiende sprekers, een infomarkt met standen, broodjeslunch en een netwerkreceptie nadien. Naast de infomarkt kan je ook de otter-expo van WWF bezoeken. En we hebben dit jaar ook een primeur in petto: bekijk de film WOLF in avant-première.



PROGRAMMA

VOORMIDDAG (9u30- 11u30)
  • 9u00: Onthaal met koffie
  • 9u30 - 9u40: Verwelkoming door Jan De Haes (gedeputeerde bevoegd voor Milieu en Natuur, provincie Antwerpen) 
  • 9u40 - 9u45:Praktische richtlijnen van de dag door Dirk Vandenbussche (DMN) 
  • 9u50 - 11u30: keuze uit 3 sessies: 

SESSIE 1 (T103 – grote aulazaal) 

9u50 – 10u20 Wolhandkrabben (monitoring val in Grobbendonk voorbije 5 jaar en migratiestudie)Heleen Keirsebelik (UAntwerpen)
10u25 - 10u55 Teken en hun gastheren-omgevingMats van Gestel (en Käthe Robert ov) (UAntwerpen)
11u00 - 11u30 De rol van landschapsdepressies in de context van klimaatadaptatieAnnelies Broeckx (UAntwerpen)

SESSIE 2 (T105) 

9u50 – 10u20 Zenderonderzoek lepelaarGeert Spanoghe (INBO)
10u25 - 10u55 Temperatuurvereisten voor kraamkolonies van gewone dwergvleermuis, en vergelijking met vleermuizenkastenWout Willems (Natuurpunt Studie vzw)
11u00 - 11u30 Vogelwerkgroep Ardea actief rond steenuilen in de ZuidrandEddie Schild (Vogelwerkgroep Ardea)

SESSIE 3  (T148)

9u50 – 10u20 De eikenprocessierups: kunnen we haar ook beheren zonder het gebruik van biociden?Kathleen Verstraete (Provincie Antwerpen)
10u25 - 10u55 GroenZoeker voor natuurwaarneming: ontdek natuur in je buurt en draag zelf bij met citizen science.Rembrandt De Vlaeminck (Provincie Antwerpen)
11u00 - 11u30 De boomkikker in het MerkskeBart Hoeymans (ANB)

MIDDAG (11u30 - 14u15)

  • 11u30 - 14u15: middagpauze met broodjeslunch, infomarkt, otter-expo (De infomarkt en otter-expo zijn doorlopend te bezoeken tijdens de ontmoetingsdag)
  • 12u45-14u15: film WOLF

NAMIDDAG (14u15 – 16u20) 

14u15-14u30Vraag en antwoord film WOLFFilmregisseur Cees van Kempen
14u30-15u00Wolf fencing: stand van zaken Laura De Kort (WWF)
15u00-15u20Koffiepauze 
15u20-15u50Natuurherstel in Averbode Bos en Heide: evolutie van de nachtvlindersGeert en Dieter van den Heuvel (Natuurpunt)
15u50-16u20Voorlopige resultaten vogelatlasVogelteam INBO
16u20-18u00Receptie 

PRAKTISCHE INFO

  • Deelname is gratis, inschrijven kan via de rode knop bovenaan of via deze link.
  • Locatie: Campus Groenenborger (Universiteit Antwerpen), Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen. Meer info over bereikbaarheid, lees je op de website van de UAntwerpen.
  • Organisatie: Antwerpse Koepel voor Natuurstudie (ANKONA) in samenwerking met UA-departement Biologie / Global Change Ecology Centre

GroenRand roept op om natuurpunt Schijnbeemden te steunen

 

GROENRAND ROEPT OP OM NATUURPUNT SCHIJNBEEMDEN TE STEUNEN



Natuurpunt heeft de voorbije vier jaar, vaak met jullie steun, nu al 90 hectare kunnen aankopen om de groene gordel langsheen de Antitankgracht te versterken.
Natuurpunt is in 2018 gestart met de gerichte aankoop van natuurgebieden zoals het Gravinnenbos, Lage Haar, Den Inslag, Putse Heide, Moerhoflaan, Verbrand Bos en Wolvenbos, allemaal in Schilde gelegen.
Ook het eerder dit jaar verworven domein Sint-Willibrordushof, tussen het fort van ’s-Gravenwezel en de Turnhoutsebaan, sloot mooi bij deze gebieden aan.




Natuurpunt Schijnbeemden steunen bij de aankoop van lokale bossen kan door te storten op het rekeningnummer BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt, Coxiestraat 11, Mechelen met vermelding van project 3715 - Schijnbeemden.
Voor elke gift vanaf €40 krijg je volgend jaar automatisch een fiscaal attest.

De afdeling Schijnbeemden, Kern Schilde, wil iedereen die een gift heeft gedaan of gaat doen op één van de projectnummers van het reservatenfonds van Schijnbeemden graag bedanken met een kennismaking van de gebieden Lage Haar en Gravinnenbos naast de Antitankgracht in ’s-Gravenwezel.



We wandelen doorheen de verschillende biotopen en vertellen over hun geschiedenis.
De naam “Graaf” in ’s Gravenwezel dateert uit de veertiende eeuw en zou refereren aan Graaf Janne en Graaf Woutere welke resideerden in de omgeving. (Bron : Heemkring De Drie Rozen.)
Een directe link naar het Gravinnenbos kon niet gevonden worden.
De gebieden in ’s Gravenwezel hebben toebehoord aan diverse adellijke families onder andere de familie d’Arschot Schoonhoven uit de zestiende eeuw.
Uiteindelijk zouden de gronden via “De bestiering van de Godshuizen” , een voorloper van het OCMW bij het OCMW zijn  terechtgekomen (Bron : Margot Van Hellemont).



Het eerste gedeelte van het bos werd door Natuurpunt van het OCMW van Antwerpen aangekocht op 03 december 2018. 
Het betrof het gebied tussen de Hofbeek, de Antitankgracht, de weg van de Hoge Haar en een dreef  door ons gekend als de Amerikaanse eikendreef.
Dit stuk had een oppervlakte van 14,3 ha.
Dankzij het vertrouwen dat de aankoopdienst van Natuurpunt Schijnbeemden opbouwde kon een tweede deel in het gebied aangekocht worden.
Hierdoor is de grootte van Gravinnenbos en Lage Haar samen thans bijna 52 ha en wordt begrensd door de Hofbeek en de Antitankgracht tot aan het Fort van ’s Gravenwezel (Schildestrand).
De oppervlakte van het Gravinnenbos bedraagt thans 29 ha.


                                                                              Boommarter © ​Karel De Blick

Stevige stapschoenen zijn aangewezen want de paden liggen er niet overal even effen bij.
Om de reeënpopulatie en de zeldzame boommarter niet te storen is het gebied niet vrij toegankelijk en zijn deze wandelingen een unieke kans om deze gebieden te bezoeken.
Ook de bever werd ter hoogte van het Gavinnenbos gespot in de Antitankgracht.



                                                                                                                                                  Bever ©Ben Hellebaut


Wellicht krijgen we binnenkort ook bezoek van de otter.
Het soortenbeschermingsprogramma werd recent goedgekeurd zodat er maatregelen getroffen worden om deze soort naar hier te verleiden.

                                               Otter: © ​Yves Adams


De laatste jaren maken we in de winter meer en meer stormachtige dagen mee, waarop je beter niet in het bos vertoeft.
Daarom is inschrijven verplicht.
Op die manier kunnen we jullie verwittigen wanneer door de weersomstandigheden de wandeling niet kan doorgaan.
Natuurpunt geeft jullie dan meteen de nieuwe wandeldatum door.

Interesse?

Stuur dan een e-mail naar paul.reyntiens@gmail.com en vermeld met hoeveel personen jullie komen wandelen en op welk tijdstip jullie wensen te vertrekken.

Wanneer?

Zondag 12/02/2023 van 09u00 tot 11u00
             12/02/2023 van 10u00 tot 12u00

Foto's: natuurpunt Schijnbeemden

Zonder decreet zal GroenRand zich verzetten tegen nationale parken

 

ZONDER DECREET ZAL GROENRAND ZICH VERZETTEN TEGEN NATIONALE PARKEN



De oprichting van Vlaamse parken werd destijds door GroenRand - die zich vooral inzet voor de Antitankgracht en de omliggende natuurgebieden- laaiend enthousiast onthaald.
Al lange tijd is de natuurvereniging voorstander van een nationale park in de Voorkempen, om de versnippering tegen te gaan.
Dat zou de biodiversiteit - en in het bijzonder hun mascotte de otter - ten goede komen (soortenbeschermingsprogramma otter is ondertussen goedgekeurd).
Als potentiële kandidaat voor een nationaal park beschouwt GroenRand het aaneen te sluiten geheel van de Kalmthoutse Heide, het Groot Schietveld, het Klein Schietveld en de aanleunende natuur- en bosgebieden.



GroenRand heeft er nooit een geheim van gemaakt dat we via de Antitankgracht (drager) dat gebied met elkaar verbonden willen zien.
Steeds hebben we gehoopt dat hier een nationaal park gerealiseerd zal worden op voorwaarde dat grondeigenaren – zoals landbouwers -juridische garanties (decreet) krijgen dat alles zal gebeuren in samenwerking en op vrijwillige basis.





Het Grenspark Kalmthoutse Heide is een uniek en grensoverschrijdend natuurgebied dat ongeveer 6000ha omvat.
Het Grenspark maakt als Habitat- en Vogelrichtlijngebied deel uit van het Natura 2000-netwerk dat in heel Europa de belangrijkste natuurgebieden op duurzame wijze beschermt.
Het gebied maakt aan Nederlandse zijde reeds deel uit van het Netwerk van Nationale Parken.  




De Vlaamse overheid wil meer natuurgebieden als nationaal park erkennen om zo de versnippering van de natuur tegen te gaan.
Een erkenning is nodig om ook in de toekomst zeker te kunnen zijn van bescherming en (financiële) middelen.
Recreatie wordt verspreid (verschillende toegangspoorten), zodat er meer rustgebieden worden gecreëerd voor dieren en planten.

De huidige contour van Grenspark Kalmthoutse Heide omvat 6.000ha.
Om kans te maken op een erkenning moet het gebied over een periode van 20 jaar groeien naar een gebied van minstens 10.000ha aan weerszijden van de landsgrens.
De voorziene uitbreiding betreft ruimte die vandaag al natuurgebied is, maar versnipperd ligt in de regio.
Het gaat dus niet om gebieden die vandaag een andere functie dan natuur hebben. 

Private eigenaars die worden betrokken in de contour van een nationaal park en bij willen dragen aan doelstellingen uit het masterplan kunnen dit altijd op vrijwillige basis doen. 



Grenspark Kalmthoutse heide heeft vanaf maart 2022 tot eind mei 2023 de tijd om het masterplan op te maken.
Momenteel is er een nieuw decreet in opmaak dat het kader schetst voor de opmaak van het masterplan.
 
Op het einde van het begeleidingstraject worden het masterplan en het operationeel plan beoordeeld door de jury.
Midden 2023 volgt de definitieve toekenning van de vier parken die het label nationaal park zullen mogen dragen.

In een duidelijk decreet moeten landbouwers en grondeigenaars garanties krijgen dat er geen bijkomende verplichtingen verbonden zijn aan de parkinitiatieven, anders is GroenRand geen voorstander voor nationale parken.
GroenRand vindt landbouwers een bijzondere partner in het openruimteverhaal en roept op tot betere samenwerking.
Alles moet gebeuren in gezamenlijk overleg en met een open vizier.

Lees meer: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20221207_94871863

Het ontwerp van decreet legt vooral de basis voor samenwerkingsverbanden om landschapskwaliteit en landschapszorg te stimuleren.
Dit voorontwerp is ondertussen voorgelegd aan de adviesraad voor milieu en natuur (Mina), de adviesraad voor ruimtelijke Ordening (SARA), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP).

Het uiteindelijke ontwerpdecreet moet nog worden ingediend in het Vlaams Parlement om daar besproken en gestemd te worden.
Op basis van de tekst die nu voorligt, wordt duidelijk dat het niet de bedoeling is om directe rechtsgevolgen te verbinden aan de erkenning van een nationaal park.

Als dit decreet is goedgekeurd, komt het toe aan de Vlaamse Regering om -na het indienen van het masterplan- over te gaan tot erkenning van het nationaal park.
Er wordt dan een zogenaamd 
parkbureau aangeduid voor het management ervan.
Het parkbureau staat in voor het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en de werking in het gebied waarvoor het nationaal erkend is en waarvan de coördinatie aan hem werden toevertrouwd.



De ontwerptekst bepaalt uitdrukkelijk dat de erkenning als nationaal park of de werking van het parkbureau op zich geen verplichtingen of beperkende maatregelen genereert bovenop de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen een Vlaams Park of voor de gebruikers ervan, behoudens anders overeengekomen.
Zo voorziet de ontwerptekst ook niet in een openbaar onderzoek tijdens de totstandkomings- of erkenningsprocedure voor een nationaal park.
Wel is voorzien in de mogelijke deelname van private terreineigenaars in het parkbureau.
Ook worden met het oog op de realisatie van de doelstellingen van een Vlaams Park de publieke en private belanghebbenden betrokken.
En als er - op vrijwillige basis - acties worden ondernomen, in samenwerking met private grondeigenaars, dan is onze bedoeling steeds  geweest om via het parkinitiatief de huidige werking van het Regionale Landschap (financieel meer werkingsmiddelen en personeel) te versterken.
In landbouwgebied moet deze werking en doelstellingen (droogteproblematiek, houtkanten...) sneller en efficiënter uitgerold worden.
Lees meer: 
https://www.rldv.be/assets/afbeeldingen/rl-voorkempen/Publicaties/Toekomstnota_RLDV_20-30_digitaal.pdf

zondag 29 januari 2023

GroenRand stipt het belang aan van wilde bijen

 

GROENRAND STIPT HET BELANG AAN VAN WILDE BIJEN

 


De laatste tijd is er veel aandacht voor de achteruitgang van bijen.
Aanvankelijk stond hierbij vooral de honingbij centraal, maar sinds begin deze eeuw spelen wilde bijen een steeds prominentere rol.
Een belangrijke reden hiervoor is dat wereldwijd 76% van de belangrijkste landbouwgewassen en 88% van de wilde planten door dieren bestoven worden en dat wilde bijen een van de belangrijkste groepen bestuivers zijn.

De meeste planten moeten bestoven worden om zich te kunnen voortplanten.
Dit betekent dat stuifmeel van een mannelijke bloem op de stamper van een vrouwelijke bloem terecht moet komen.
Bij sommige planten vindt de verspreiding van stuifmeel plaats via wind of water, of de plant doet aan 'zelfbestuiving'.
Veel planten in Vlaanderen zijn voor hun bestuiving echter in belangrijke mate afhankelijk van insecten.
Diverse onderzoeken laten zien dat de wilde bestuivers ook prima in staat zijn om gewassen te bestuiven, soms zelfs beter dan honingbijen.
Voor wilde bijenpopulaties is de aanwezigheid van voldoende natuurlijke habitat in de directe omgeving echter van groot belang.


                                                                   Foto: Gunter Stoops


Diverse bloemenstroken in landbouw- en openruimtegebieden leveren gedurende het hele bloeiseizoen een gevarieerder voedselaanbod op voor de bijen .
Inzaai van veel verschillende plantensoorten maakt zo’n bloemenstrook daardoor geschikt voor een breder palet aan wilde bijensoorten.
Wilde bijen profiteren slecht van bloemenstroken als ze goed ingezet worden.
Soms gaan deze welbedoelde initiatieven hun doel voorbij.

Deels komt dit doordat veel van de zaadmengsels -die momenteel gebruikt worden bij de aanleg van bloemenstroken- bestaan uit een bont geheel van grotendeels uitheemse planten zoals zonnebloem, phacelia, Cosmos en goudsbloem.
Hier vliegen eigenlijk uitsluitend de honingbij, aardhommel en steenhommel op.
Hoewel het er kleurrijk uit ziet, hebben de overige ruim 399 bijensoorten hier weinig aan.
Een goed zaadmengsel, samengesteld uit inheemse plantensoorten, is dus een basisvoorwaarde voor de aanleg van bloemenstroken.
We denken dan aan bepaalde plantenfamilies, zoals de Asteraceae, de Apiaceae, de Fabaceae of de Campanulaceae...
Daarbij geldt dat hoe meer verschillende plantensoorten worden ingezaaid hoe meer bijensoorten er op worden aangetroffen.



Jij kent minstens één van onze ongeveer 400 soorten inheemse bijen: de honingbij!
En er hangt vast een bijenhotel in je tuin voor al die andere “wilde bijen”.
Maar wat zijn “wilde bijen”?
Dat is een rijke en gediversifieerde groep, elk met zijn eigenheden waar veel over te vertellen valt.
De ene graaft een nestje in het zand, de andere huist in een holle rietstengel of gebruikt een oude kevergang in een stuk hout als kraamkamer.
Wil je kennismaken met die 399 andere soorten, en meer te weten komen over de dagelijkse gasten in je tuin?
Dan is dan is bijencursus van Natuurpunt Voorkempen iets voor jou!
4 avonden & 2 excursies.
De cursus gaat van start op 8 maart.

Meer info: https://www.natuurpunt.be/.../cursus-wilde-bijen-malle-57709

Wandelen: https://www.rldv.be/beleven/bijenlint-wommelgem

 Samenaankoop zaadmengsel: https://www.rldv.be/nieuws/samenaankoop-fauna-akkers-2023

zaterdag 28 januari 2023

Inhoud: soortenbeschermingsprogramma otter - Antitankgracht

 

SOORTENBESCHERMINGSPROGRAMMA OTTER – ANTITANKGRACHT / GROOT SCHIJN




Dit soortenbeschermingsprogramma kwam tot stand op basis van een achtergrondrapport dat in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos werd opgemaakt door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (EVINBO).
Het achtergrondrapport bevat de onderbouwing voor het soortenbeschermingsprogramma, met de vereiste onderdelen conform het artikel 26 van het Soortenbesluit.
De opmaak van het achtergrondrapport werd begeleid door een stuurgroep met vertegenwoordigers van de leden van de Gewestelijke Overleginstantie voor het instandhoudingsbeleid, aangevuld met een aantal experten en vertegenwoordigers van andere betrokken overheden en belangenorganisaties.



Het voorkomen van de otter langs de Antitankgracht wordt reeds enkele jaren intensief (sinds 2017 tot op heden) opgevolgd door de vrijwilligers van Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen (kerngroep Natuurpunt Brasschaat).
Daarbij werd ook een analyse uitgevoerd waarbij kansen en knelpunten op het traject van de Antitankgracht in detail in beeld werden gebracht.
Inmiddels hebben ook de Provincie Antwerpen en Regionaal Landschap de Voorkempen de handen in elkaar geslagen om de Antitankgracht als robuuste ruggengraat of “blauwe draad” tussen de verschillende natuurgebieden te versterken.
De Provincie, het Regionaal Landschap en Natuurpunt streven in overleg met Groenrand en Gruunrant er samen naar om deze as te ontsnipperen en de linken met de verschillende natuurgebieden verder te ontwikkelen als otterleefgebied.




Er zal een Interreg-Otter dossier “Otter over de grens”  komen.
Bedoeling is om tegen februari 2023 een eerste voorstel in te dienen bij Interreg Vlaanderen-Nederland. 

De deadline voor het indienen van het volledige dossier is oktober 2023, de start -na goedkeuring- is dan 2024.

Doelstelling van het dossier gaat over hoe we grensoverschrijdend habitat kunnen voorzien voor otters en welke maatregelen genomen kunnen/moeten worden.

ANB en WWF trekken momenteel het dossier.


Interreg Vlaanderen-Nederland subsidieert grensoverschrijdende projecten voor groene groei. 
Het wordt gefinancierd vanuit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Om problemen in grensregio’s aan te pakken en grensoverschrijdende samenwerking binnen Europa te bevorderen, heeft de Europese Unie het Interreg-programma in het leven geroepen.
Elke grensstreek binnen de EU kent een eigen Interreg-programma.
Langs de grens tussen België en Nederland is Interreg Vlaanderen-Nederland het belangrijkste programma.
Elk Interreg-programma moet een Samenwerkingsprogramma (SP) opstellen dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Europese Commissie.

Het grensoverschrijdende karakter van een Interreg-project is uiteraard essentieel: aan beide zijden van de grens moet men zorgen voor activiteiten, cofinanciering en partners. 

 

Mitigatie prioritaire verkeersknelpunten

De otter is op verschillende plekken langs de Antitankgracht waargenomen en ontpopt zich als dragende soort.
Ook andere diersoorten zullen meeliften en gebruik maken van het groenblauw netwerk.  

Ondertussen werd er een ontsnipperingsplan opgesteld.





Kansen, knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen werden in kaart gebracht voor de verschillende (potentiële) soorten die gebruik maken van de Antitankgracht als verbinding.
De Antitankgracht (ATG) regio vormt een belangrijke Noord-Zuid én Oost-West verbinding voor de soort (figuur 2).





Ontsnipperingsmaatregelen waterlopen en natuurverbindingen

In figuur 4 worden de prioritaire en minder prioritaire punten weergegeven voor natuurverbindingen.
De ATG kruist het Kanaal Dessel-Schoten-Turnhout en sluit aan op het Albertkanaal in het zuiden en de Havendokken in het noordwesten.
De aansluiting met de havendokken en het Albertkanaal dient te worden verbeterd net zoals de aansluiting met en onderdoorgang van het Kanaal Dessel-Schoten-Turnhout.



Er worden acties ondernomen voor de aanleg van bijkomende fauna-uitstapplaatsen en het onderhoud van bestaande uitstapplaatsen.

Boven op de koker van de ATG -onder de E19- liggen reeds 2 lange ecotunnels die ook voor otters geschikt kunnen zijn.
De onderdoorgangen van de nabijgelegen E10-plas kunnen natuurlijker worden ingericht.
Een gedeelte van de ATG (530 m tussen Vaartlaan en Zandstraat in Sint-Job-in-’t-Goor) is gedempt met sediment van het kanaal Schoten-Dessel tijdens de jaren 1970.
Dit gedeelte bevat nu verspreid een aantal poelen, waarvan niet duidelijk is of ze verbonden zijn met buizen.
Met de waterbeheerders (VMM, DVW) dient te worden nagegaan of dit gedeelte in de toekomst opnieuw (beter) watervoerend kan worden gemaakt.
Dit zou de waterhuishouding van het gehele gebied ten gunste kunnen beïnvloeden (blue deal).

De duiker waar het Groot Schijn onder het Albertkanaal loopt, is momenteel verstopt en vormt aldus een vismigratieknelpunt.
Herstel ervan komt de visgemeenschap ten goede waardoor de potentie van het aansluitende gebied (broekbossen met een sterk meanderend verloop van het Groot Schijn) als otterleefgebied wordt versterkt.

Er bestaan plannen om de Zwaaikom te Oelegem aan het Albertkanaal om te vormen tot een waterspaarbekken.
Een natuurtechnische inrichting van het waterspaarbekken en landschappelijke inpassing in nauwe verbinding met het achterliggende habitatrichtlijngebied biedt extra kansen voor de otter.
Bij de herinrichting van het gebied wordt er rekening gehouden met de habitateisen voor otters.

Leefgebiedherstel

Slechts 12.2 % van het focusgebied is op dit moment als potentieel leefgebied voor otters (ARPL) afgebakend (zie purpere gebieden op kaart figuur 5).
Door onderstaande acties wordt ingezet op het vergroten en verbeteren van de kwaliteit  van het leefgebied voor otters. 



Langs een aantal trajecten van de ATG zijn de schuilmogelijkheden voor otters zeer beperkt.
Prioritair dient op volgende locaties extra schuilmogelijkheid te worden voorzien:


• tussen het Fort van Stabroek en de Schans van Smoutakker in het noordelijk gedeelte van de ATG (sectie A0130).
Hier loopt de ATG ongeveer 2.5 km door landbouwgebied waar ze slechts door een beperkte strook vegetatie op de oever wordt geflankeerd.
Hier dient nagegaan te worden of via de aanleg van bufferstroken of oeverzones extra schuilmogelijkheden voor otters kunnen ingericht worden.
Voor percelen in landbouwgebruik kan er onderzocht worden in welke mate er otterrustplaatsen (bv. In de vorm van een niet bewerkte ruigtestrook van enkele meters breed) kunnen voorzien worden via het stimulerend beleid van het toekomstige GLB instrumentarium (ecoschema’s, agromilieumaatregelen of beheerovereenkomsten).


• tussen de E19 en het Kanaal Schoten-Turnhout-Dessel (sectie A0730).
De ATG loopt hier deels door woongebied en industriegebied (De Zwaan) en heeft hier slechts smalle, schaars begroeide oevers die langs beide zijden toegankelijk zijn voor voetgangers, fietsers en bromfietsers.
Het industrieterrein wordt binnenkort heringericht.
Dit biedt de mogelijkheid om in de omgevingsvergunning de aanleg van een bufferstrook mee op te nemen.

Op een aantal plaatsen is het waterpeil van de ATG zeer beperkt en onderhevig aan uitdroging in de zomer.






Momenteel wordt reeds door VMM een aantal gedeelten geruimd, deze werken worden in de toekomst verdergezet.

Er zijn plannen om de Berendrechtse Polder in de toekomst in te richten als wateren voor rietvogelbiotoop, met extra voorzieningen voor vleermuizen.
In combinatie met de Opstalvallei zal een natuurgebied ontstaan met 90ha rietland, 50ha waterplassen, 50ha natte weilanden en 50ha struweel, bos en kleinschalige landschapselementen.
Dit in de functie van  het creëren van een rustgebied en van betere natuurverbindingen met de Schelde.
Specifieke maatregelen voor otters kunnen nog ingesloten worden.

Eén van de twee waterreservoirs van Water-link, gelegen tussen het Albertkanaal en het Groot Schijn in Wommelgem, zou uit productie worden genomen en potentieel een nabestemming natuur kunnen verkrijgen.
Het zou een visrijk water zijn.
Door de oevers natuurlijk in te richten (momenteel in beton) kan hier een mooi foerageer- en rustgebied voor de otter gecreëerd worden.

Binnen het gebiedsprogramma 'Wommelgem – Ranst' als onderdeel van Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) zal een groenpool worden gecreëerd op het grondgebied van de gemeenten Wommelgem en Ranst.
Dit gebied fungeert als strategisch knooppunt van belangrijke ecologische structuren zoals de Schijnvallei, Antitankgracht, de Netevallei en de vallei van de Tappelbeek.
Het plan voorziet onder andere in de aanleg van 80 ha natuur- en bosgebied en 10 nieuwe natuurverbindingen (onder andere onder en over de E313).
Ook ter hoogte van de Zwaaikom op het Albertkanaal behoort een eco-recreaduct en fauna-uitstapplaatsen tot de mogelijkheden.
Bij de realisatie van deze plannen dient te worden rekening gehouden met de otter als prioritaire soort.



Ook binnen het Complex project De Nieuwe Rand moet rekening gehouden worden met ontsnipperingsmaatregelen voor de otter.
Dit project heeft als doelstelling het oostelijk traject van het Haventracé te realiseren in functie van de verbetering van de hoofdontsluiting van de Antwerpse haven.
Hierbij zal ook aandacht gaan naar de omgevingskwaliteit, de klimaatrobuustheid en verbetering van leefbaarheid, onder andere door uitbouw van een klimaatgordel (inclusief natte natuur).

Bij de opmaak/herziening van natuur- of bosbeheerplannen of bij het uitvoeren van beheer in en langs de in kaart gebrachte opportuniteitsgebieden, dient best rekening gehouden te worden met de vereisten van otters qua foerageer- en/of rustgebied.

In de aanpalende rustgebieden dient het beheer ook te worden afgestemd op een functie als schuiloord voor otter.
Dit houdt in dat omgevallen bomen en afgebroken hout niet worden geruimd en dat er voldoende ondergroei onder de vorm van braamstruweel, kreupelhout en struiken aanwezig is en blijft (zie ook Van Den Berge et al. 2019e). Volgende bosgebieden komen hiervoor in aanmerking:
Bossen beheerd door Natuurpunt: Ertbrandbos, Wolvenbos (Koude Heide) Gravinnenbos en Lage Haar, Rundvoort , Heerenbos, Schildehof+De Pont.  
Bossen die door ANB worden beheerd: Ravenhof, Elsenbos, Mastenbos, De Uitlegger, Park De Mick, Bossen De Mick, Bos Vlaamse Waterweg, Den Inslag, Drijhoeksbos, Vrieselhof.
Privé-bossen:  Bos aan Royal Antwerp Golf Club, De Botermelck - La Garenne, Domein De Haar, bossen Kapelbeekvallei, Bossen Tappelbeekvallei, Bleyckhof, Bos langs Albertkanaal.





Om een kwaliteitsvol otterleefgebied te bereiken is er nood aan voldoende hoge waterpeilen.
Verschillende gedeelten van de ATG en de bovenloop van het Groot Schijn zijn onderhevig aan lage waterstanden en zelfs droogval tijdens de zomer.
Vooral in het noorden van het gebied zorgt watercaptatie voor landbouwdoeleinden voor extra druk.
Hier zou enerzijds de watertoevoer en -doorvoer moeten verbeteren en anderzijds zou het water voldoende gebufferd moeten worden zodat droogval kan worden voorkomen en een stabiele visgemeenschap kan ontwikkeld worden.




Op grote gedeelten van de ATG is op 1 of beide oevers een wandel- of fietspad aanwezig, waardoor de recreatieve druk op het gebied groot is.
Er is tevens vraag naar bijkomende verharding.
Verdere recreatieve ontsluiting mag in ieder geval geen bijkomende druk veroorzaken.
Indien mogelijk wordt recreatie beperkt tot slechts één oever waardoor op de andere oever schuil- en rustplaatsen kunnen ontstaan.
Ook voor hengelsport worden idealiter een aantal zones afgebakend, met vrijwaring van de overige oeverzones.

De militaire overheid wil alle operationele militaire domeinen hermetisch afsluiten door middel van een veiligheidshek van fijnmazig gaas.
Het Groot Schietveld vormt een eerste testcase, waar men een hekwerk wil plaatsen over een kleine 3 km langs de grens met Wuustwezel-centrum.
Dit interageert rechtstreeks met het ontsluiten van de ATG voor otters in noordelijke en westelijke richting via het Groot Schietveld en het Marum naar de Maasvallei.




Zowel wat betreft waterbuffering, waterdoorstroming, aanvoer extra water als fluctuaties in waterpeil (in functie van het plaatsen van looprichels in duikers) is het samenbrengen van bestaande data of het vergaren van nieuwe data (zoals waterpeilmetingen) noodzakelijk, in nauw overleg met alle betrokken waterbeheerders.
Om de hydrologie goed in kaart te kunnen brengen is er zowel nood aan jaarrond-peilmetingen in de ATG en aansluitende waterlopen als aan peilmetingen van het grondwater in de ruimere omgeving.
Specifiek moet de mogelijkheid van waterretentie en bijkomende wateraanvoer via het Kanaal Dessel-Schoten worden onderzocht.
Voor de implementatie van deze actie kan een beroep worden gedaan op een studentenstage of -eindwerk.

Lees meer: https://www.noordernieuws.be/groenrand-verwelkomt-goedgekeurd-soortenbeschermingsprogramma-van-de-otter/

https://natuurenbos.vlaanderen.be/dieren-en-planten/soortenbescherming/lijst-van-alle-sbps#toc-otter

https://natuurenbos.vlaanderen.be/sites/default/files/documenten/SBP%20Europese%20otter.pdf