donderdag 2 mei 2024

Vliegende herten versieren elkaar anders in de stad

Vliegende herten versieren elkaar anders in de stad


Nog een anderhalve maand geduld en er zijn weer vliegend herten te bewonderen.
Het vliegend hert is een van de vreemdste dieren in onze natuur.
Ondanks dat het insect zo groot is, laat het zich niet makkelijk zien. 
Het Vliegend hert is de grootste inheemse keversoort in Vlaanderen. De naam verwijst naar de bovenkaken van de mannetjes die uitzonderlijk groot zijn en de vorm hebben van een hertengewei. Hiermee wordt met andere mannetjes geduelleerd om de gunst van de wijfjes.

                                                                                              Mannetje © waarnemingen.be

Met haar kleine maar krachtige kaken knaagt het vrouwtje door de boomschors van o.a. van beuken of eiken om zo het sap op te kunnen likken.
Voor mannetjes is dat minder vanzelfsprekend, want hun gewei zit in de weg.
Mannetjes krijgen voedselhulp van het vrouwtje.
Zij raakt makkelijker aan voedsel en geeft het nadien door aan het mannetje.

                                                                Vrouwtje © waarnemingen.be
Verspreiding - uitgestorven in de GroenRand-regio

De verspreiding concentreert zich rond de grote boscomplexen in Vlaams-Brabant, Haspengouw, Voeren en het oostelijk deel van de Kempen.


De soort is niet meer waargenomen in de GroenRand- regio en kan eigenlijk als uitgestorven beschouwd worden in de provincie Antwerpen.  
De soort is ook sterk achteruitgegaan in het westelijk deel van Vlaams-Brabant.
De populaties in Voeren en Riemst sluiten aan op de populaties in Wallonië en Nederland.

                                                Vliegend hert en klein vliegend hert

Maar wat blijkt?

Mannetjes die in de stad leven, zijn vaak kleiner dan hun soortgenoten in het bos.
Dat schrijft althans Elias Beck in Eos-blogs.


De alsmaar groeiende verstedelijking zet druk op het vliegend hert.
Larven van de soort zijn voor hun groei en ontwikkeling afhankelijk van rottend hout, maar in de stad is er alsmaar minder dood hout te vinden.
Daarnaast zijn steden ook warmer en is er meer vervuiling aanwezig dan in natuurlijke gebieden.
Er is al aangetoond dat een hogere temperatuur zorgt voor een snellere groei van de larven.


Sneller groeien is toch positief zou je denken?

Hier ligt dit ietwat anders; een snellere groei zorgt ook voor kleinere kevers.
Binnen de soort is het vrouwtje meestal kleiner dan het mannetje en beschikt ze niet over een imposant gewei.
Mannetjes onderling verschillen ook nog in grootte en hier ben je als kleinere kever in het nadeel.
Om een vrouwtje aan de haak te kunnen slaan, zal je namelijk moeten vechten met heel wat andere geïnteresseerden, en een grotere tegenstander til je niet zomaar van zijn poten.


Maar wat als het ook anders kan?

Wat als er niet gevochten dient te worden om tot bij een potentiële partner te geraken?
Bij bepaalde keversoorten is namelijk ontdekt dat kleinere mannetjes ‘James Bond’ gewijs langs grotere soortgenoten sluipen om vervolgens met het vrouwtje te paren.
In plaats van pure kracht wordt er hier dus meer gefocust op behendigheid en intelligentie.


De vraag of soortgelijk gedrag ook aanwezig is bij het vliegend hert zal de insteek worden van toekomstig onderzoek van Elias Beck (INBO PhD-student) aan de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. 
Kennis over de impact van de stad op het vliegend hert zal erg belangrijk zijn voor de bescherming van deze soort in de toekomst. Indien blijkt dat een stedelijke omgeving leidt tot een daling van de gemiddelde lichaamsgrootte, zullen na verloop van tijd de grote charismatische mannetjes verdwijnen en zal de biodiversiteit van de soort dalen.
Maar hoe raar het ook klinkt, in deze daling kan ook de oplossing liggen
Indien we zien dat in een bepaald gebied kevers kleiner en kleiner worden, fungeert dit als een waarschuwing om actie te ondernemen. We moeten deze imposante soort dus blijven monitoren om hem te mogen blijven bekijken. En wie weet...ooit lokken we deze prachtige kever wel eens naar het GroenRand-gebied!?

Foto's: INBO
Tekst: eigen redactie + 
Eos-blogs: Elias Beck (INBO PhD-student) aan de Vrije Universiteit Brussel 



woensdag 1 mei 2024

Ecologische verbinding Klein en Groot Schietveld

Ecologische verbinding Klein en Groot Schietveld

                                                            © Bernard Castelein

Het Klein en Groot Schietveld zijn twee uitzonderlijk grote natuurgebieden die deel uitmaken van de groene gordel ten noorden van de stad Antwerpen. Het Klein en het Groot Schietveld zijn militaire domeinen.

De militaire overheid is dan ook de belangrijkste gebruiker van het terrein. In de Schietvelden vinden we enkele van de best bewaarde stukken natte heide in Vlaanderen, belangrijk voor het voortbestaan van typische heidesoorten als heideblauwtje en adder.


In december 2022 heeft GroenRand ervoor gepleit om het Klein en het Groot Schietveld zo snel mogelijk met elkaar te verbinden.
Deze vraag wordt nu kracht bijgezet door een studie van de bureaus Hesselteer (bron: tekst en figuren hieronder komen uit deze studie).

De Schietvelden zijn nabij elkaar gelegen, maar worden momenteel van elkaar gescheiden door dwarsende verkeersinfrastructuren (Essensteenweg, Bredabaan en lokale wegen), woongebied, recreatiegebied, industriegebied en (andere vormen van) bos en natuur.

                                                                                                © Bernard Castelein

Nochtans behoren de Schietvelden beide tot het Natura 2000-netwerk en bevatten ze beide zeer zeldzame habitats, cruciaal voor de instandhoudingsdoelstellingen van diverse soorten.

                                                                                             © Bernard Castelein 

De potentiële meerwaarde van een verbinding tussen beide gebieden is bijgevolg groot. De prioritaire uitwerking van deze actie is specifiek gekozen omwille van de urgentie.

                                                                                 © Bernard Castelein
Na overleg met lokale besturen en andere betrokken actoren binnen het complex project (Nieuwe Rand), is gebleken dat het tussenliggende gebied onder druk staat van bijkomende bebouwing. Het habitatrichtlijngebied het Klein en Groot Schietveld heeft een totale oppervlakte van 2.288 ha.

Het maakt ook deels deel uit van het grotere vogelrichtlijngebied ‘De Maatjes, Wuustwezelheide en Groot Schietveld’, wat een totale oppervlakte heeft van 4.110 ha.

                                                                                         © Bernard Castelein

Voor verschillende beschermde en kwetsbare soorten en soortgroepen werden soortenbeschermingsprogramma’s (SBP)
opgemaakt, die maatregelen ter ondersteuning van deze soorten mogelijk maken, ook in gebieden buiten het Natura 2000 netwerk waar ze voorkomen of potentieel kunnen voorkomen.

Heideblauwtje © Bernard Castelein

Relevante SBP’s in dit verband zijn de programma’s voor heivlinder, rugstreeppad, heikikker, kamsalamander, en de soortgroep vleermuizen.
Fragmentatie van leefgebied leidt tot isolatie van populaties waardoor genetische verarming optreedt, populaties instorten en lokaal uitsterven niet te vermijden wordt.
Bij de heraanleg van de Bredabaan werd ter hoogte van de Koersdreef een faunatunnel incl. faunaraster aangelegd, op een plaats waar aan weerszijden van de baan bos aanwezig is (zie figuur 13).

Aan
de oostzijde is de bosoppervlakte er beperkt (ca. 30m lengte) en ten dele gelegen in woonpark bestemming.
Op de locatie van deze tunnel was eertijds cfr. de kaarten van het Militair Geografisch Instituut een ven of waterpartij aanwezig.
De faunatunnel staat bijgevolg vaak onder water, waardoor het gebruik ervan door kleine zoogdieren waarvoor de tunnel geconcipieerd werd sterk gehypothekeerd wordt.
Voor amfibieën biedt de tunnel waarschijnlijk betere mogelijkheden.
Er zijn geen monitoringresultaten van bekend.
Laurijssens (2020) geeft potentiële plaatsen voor de aanleg van bijkomende faunatunnels onder zowel de Bredabaan als de Essensteenweg (figuur 13).
Weinig of minder mobiele soorten van heidehabitats moeten ook meegenomen worden als doelsoort (figuur 16).
De resulterende verbindingskaart die de corridors aangeeft die
de schietvelden met elkaar moeten verbinden wordt gegeven in figuur 15).

Voor heivlinder werd Noordheuvel aangeduid als stapsteengebied. Het kruispunt van verbindingslijnen voor heivlinder valt ongeveer samen met de locatie Leemdreef, waar door ANB recent een perceel werd aangekocht.

De rode pijlen duiden de verbindingsroutes aan voor heikikker en rugstreeppad.
In het zoekgebied zijn er verschillen in landschappelijke context en in te overbruggen afstand tussen het noordelijke en het zuidelijke deel (figuur 17).

Uit deze landschapsanalyse kunnen een aantal verbindingslijnen in ontwerp gedestilleerd worden, zoals aangegeven op figuur 18.


Volle lijnen staan daarbij voor verbindingen die nagenoeg aaneengesloten zijn, wat voor weinig mobiele soorten of voor soorten die een leefgebied-verbinding nodig hebben noodzakelijk is.
Langs de Essensteenweg en de Bredabaan werden 5 punten geselecteerd voor verder onderzoek waar de aanwezige bebouwing nog niet helemaal aansluitend is en waar aan beide zijden van de wegen nog mogelijkheden kunnen zijn.
De locaties worden gesitueerd op figuur 19.
De realisatie van een ecologische verbinding heeft als doel de landschappelijke connectie tussen het Groot en het Klein Schietveld te herstellen, zodat er terug uitwisseling tussen populaties mogelijk is en de ecologische isolatie kan worden verminderd.
De ecologische efficiëntie van de verbinding staat bijgevolg voorop.

                                                                                                           © Bernard Castelein

Verschillende mogelijkheden voor verbindingen ten zuiden van Gooreind werden onderzocht.

Er is werd in de studie een voorkeurverbinding naar voorgebracht.
Maar één enkele ecologische verbinding tussen 2 natuurgebieden van dergelijke omvang en met zulke zwaarwegende natuurdoelen is uiteraard het absolute minimum (dat nu niet gehaald wordt), hoe meer mogelijkheden er geboden worden hoe beter de ecologische efficiëntie zal zijn.
Ook kleinschalige maatregelen zijn daarbij van belang.
Het verbeteren van de faunatunnel onder de Bredabaan zou in alle scenario’s een meerwaarde betekenen.
Maar om meer te weten te komen over deze voorkeuren en verbeteringen, kan je best het onderzoek zelf raadplegen.

                                                                                                        © Bernard Castelein

Gericht ontwerpend onderzoek

Via gericht ontwerpend onderzoek verkennen en verbeelden we mogelijke toekomstscenario's voor een gebied.
Dit wordt steeds van in de beginfase samen gedaan met de verschillende stakeholders (overheden, middenveld, privéorganisaties, …).
Dit bevordert begrip voor de complexiteit van bepaalde ontwerpoefeningen, definieert gemeenschappelijke ambities en leidt tot breed gedragen resultaten. 


Toegankelijkheid van de Schietvelden

Het Klein Schietveld wordt 'klein' genoemd omwille van de nabijheid van grotere broer Groot Schietveld.
Naar Vlaamse normen is Klein Schietveld echter allesbehalve klein; een aaneengesloten stuk natuur van bijna 900 hectare is in Vlaanderen eerder uitzondering dan regel.
Het militair domein is deels toegankelijk en je kunt prachtig wandelen, fietsen en ruiteren (Kaart Klein Schietveld).
En tijdens het seizoen kun je via de spoorfietsen het gebied op een andere manier ontdekken.

19 mei gaat de transversaal in het Groot Schietveld weer open.
Vanaf dan kan je in het weekend te voet of met de fiets van de Arthur Boelstraat in Gooreind naar de Kreolienstraat in Overbroek (Brecht).
Om de veiligheid te waarborgen, heeft Defensie aan beide zijden van het pad een draad aangelegd. Die moet ervoor zorgen dat wandelaars en fietsers op het pad blij ven. Het omliggende terrein blijft immers in gebruik voor oefeningen en is daardoor levensgevaarlijk. Daarom moeten bezoekers zich aan enkele afspraken houden.. Zo mag je er niet door tijdens de weekdagen en geldt er een verbod op open vuur.

dinsdag 30 april 2024

Interview Dieter Coppens

 Interview Dieter Coppens



Door jouw tuin wilder en natuurlijker te maken, draag ook jij bij tot een hittebestendiger en biodiverser klimaat, dat is de kernboodschap van de actie #ByeByeGazon.
Els Beeckx ampaign manager bij Bye Bye.Gazon

Zelfs met 1 m2 maak je al een groot verschil!
Een boodschap die duidelijk aanslaat, want wat voorzichtig begon in één enthousiaste gemeente, Zoersel, de thuisbasis van ambassadeur Dieter Coppens, waaierde in enkele jaren tijd uit tot deelnemende gemeentes in elke Vlaamse provincie.
Van een succesverhaal gesproken!


Misschien eerst even herhalen wat je juist bedoelt met #ByeByeGazon?


Dieter Coppens: ‘Met deze actie willen zo veel mogelijk mensen – burgers én gemeentes – overtuigen om hun gras te laten groeien en hun tuinen natuurlijker te houden.
Langer gras en een wildere tuin lokken immers véél meer verschillende soorten planten en diertjes naar je tuin.
Tegelijk wordt je tuin er ook veel hittebestendiger door.’

 Waarom eigenlijk? Een strak gazon is toch de norm in Vlaanderen?


Dieter: ‘Mja... In de Victoriaanse tijd misschien.’ (Lacht.) 
‘De leden van de aristocratie vonden het toen bon ton om te tonen hoeveel geld ze hadden door personeel in te huren om hun grasmat meticuleus kort te houden.
Desnoods met de schaar!
Maar de natuurwaarde van zo’n strak gazon is bijna nihil.
Door al dat bespuiten, bemesten, verticuteren en maaien, zit er amper nog leven in en onder dat strakke biljartlaken.
Je drukt er het rijke bodemleven letterlijk de kop mee in, want waar vinden al die mooie vlinders, bijen en andere bestuivers nog voldoende bloemen en kruiden om hun nectar uit te halen?
Het is hoog tijd om het anders aan te pakken.’

 Gemakkelijker gezegd dan gedaan...

Dieter: ‘Geloof mij, eigenlijk is het echt simpel.
Geef gewoon een stukje van je gazon terug aan de natuur.
Zelfs als je besluit maar één vierkante meter niet meer af te rijden, maak je al een groot verschil.
Stel je voor dat tienduizenden mensen dit samen niet meer doen – dat betekent een immense ommezwaai voor heel veel natuurlijk leven.
Je hoeft minder te werken in de tuin, en in ruil krijg je meer tijd voor het aperitief én meer moois in je tuin... What’s not to like? 
Heb je een groene berm aan de straatkant? 
Stop met die volledig te maaien, onderhoud enkel een ‘netheidsstrook’ en plaats er 2 bermbordjes als signaal dat je de voorkeur geeft aan een bijenbuffet!’

  


We moeten dus zo veel mogelijk buren optrommelen?

Dieter: ‘Dat zou fantastisch zijn!
Elke vierkante meter telt, dus iedereen die een tuin of groene berm heeft, moet mee op de kar. Je kan ook je gemeente, school, bedrijf of sportclub aan de mouw trekken, elke vierkante meter telt als groene stapsteen.
Wie weet wil zelfs het rusthuis van je bomma meedoen?
Al die wilde, natuurlijke stapstenen samen vormen een superbelangrijk netwerk voor onze bestuivertjes.
Die hebben het immers al jaren heel moeilijk.’

 


Sommige buren hebben enkel een balkon of terras. Kunnen zij ook meedoen?

Dieter: ‘Natuurlijk! Iedereen kan een steentje bijdragen.
Ga inventief aan de slag met speciale voederbakjes en waterschaaltjes voor relingen of ramen. 
Als je er ook nog enkele leuke plantenbakken met meerjarige, inheemse bijenplanten bij zet, genieten alle buren binnenkort ook van koddige meesjes aan het raam.’

 


Is dit een lokaal idee of zie je het groter?

Dieter: ‘Overal zie je dit soort acties oppoppen, en ze zijn niet uit de lucht gegrepen.
Sterker nog, ze zijn broodnodig, want ze bieden een antwoord op de eis van Europa om in élke Europese gemeente meer natuurwaarde te creëren tegen 2030.
Om dat doel te bereiken, is niet alleen de inzet van de overheid maar ook die van burgers van levensbelang.
Gelukkig is Europa wakker geworden als het over het belang van de bestuivers gaat.
Er is nog flink wat werk aan de winkel, maar samen kunnen we het, daar ben ik van overtuigd.’

 

Wie moet dan samenwerken met wie?

Dieter: ‘Iedereen!
Burgers, sportclubs, overheden, bedrijven, scholen, landbouwers...
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en we moeten samenwerken als we dit slim willen aanpakken.
Tot mijn grote vreugde komt er ook steeds meer positieve feedback van heel wat landbouwers.
Zij beseffen natuurlijk ook het belang van deze acties.
Zonder bestuivers immers geen groenten of fruit op ons bord, dat leren kinderen in de kleuterklas al.’

 


Klopt het dat de actie gestaafd wordt door de metingen van Curieuzeneuzen?

Dieter: ‘Ja, de resultaten van Curieuzeneuzen staafden wat we met #ByeByeGazon willen bereiken.
Omdat de zomer van 2022 zo verzengend heet was, was er in september 2022 in nog maar 9% van alle tuinen waar Curieuzeneuzen metingen deed, een groen stukje gras over.
Al de rest was dor, vergeeld en uitgeput.
Waar de meeste tuinen in de lente nog een gemiddelde bodemvochtigheid hadden van 40%, dat is het maximum dat een tuin kan opslaan, was dat in september gezakt naar een schrikbarende 13%, oftewel kurkdroog.
Tegelijk hadden we de laatste tijd te kampen met overvloedig veel regen.
Er staan ons in de toekomst steeds meer extreme weeromstandigheden te wachten: periodes van heel veel regenval zullen afgewisseld worden met tijden van vreselijke droogte, zoals we nu al zien in delen van Spanje.
Toegegeven, met al die sneeuw en regen van de laatste tijd lijkt zo’n droogteperiode een verre herinnering, toch is het belangrijk dat we met z’n allen zorgen voor zo veel mogelijk natuurlijke buffers voor droge én regenperiodes, en daar kan je tuin er één van zijn.
Laat het duidelijk zijn, we moéten af van het idee van de typisch Vlaamse tuin, met een open, kortgemaaid gazon en slechts hier en daar een boom, als er al één staat...’

 

Hoe pakken we dat concreet aan, zo’n tuin 2.0?

Dieter: ‘Ik blijf het herhalen, het beste advies is nog altijd lui tuinieren!
Het resultaat van Curieuzeneuzen blijft spectaculair: laat je gras wat langer groeien en je tuinbodem blijft op een warme zomerdag zo’n 3 graden koeler dan een strakke pelouse. Verder is het ook heel slim om, waar het kan, zo veel mogelijk hagen en bomen te planten. Probeer ook zo veel mogelijk beton en andere ondoordringbare bodems te ontharden. 
Zo kan regenwater veel beter de grond insijpelen.
Plant gerust ook biologische bloembollen
 à volonté en zorg tenslotte voor water in je tuin, al is het maar een schaaltje.
Tuinvogels en insecten zoals bijen, hommels hebben niet alleen voedsel nodig, maar ook drinken.’

Hoe loopt de actie #ByeByeGazon intussen?

Dieter: ‘Ik ben een hele fiere ambassadeur!
De eerste editie van #ByeByeGazon in Zoersel was meteen een enorm succes.
Heel veel mensen deden mee door één of meerdere vierkante meters gras niet meer te maaien.
Zo maakten we met z’n allen maar liefst 54.288 m2  gazon wilder in 2021, dat zijn bijna negen voetbalvelden!
Je kan je wel voorstellen wat voor boost dat gaf aan de lokale biodiversiteit.
Niet veel later sloten nog vijf omringende gemeenten aan bij de actie, en intussen zitten we al aan 25 deelnemende steden en gemeenten, in elke Vlaamse
provincie!’

 


Zijn die insecten dan niet alleen maar vervelend in je frisdrank in de zomer?

Dieter: ‘Misschien kom je wel eens een ambetante wesp tegen, maar dan nog... 
Dat beestje weet niet beter, hé. 
Wij moeten dringend wat slimmer worden, want die kleine bestuivers zijn ontzettend belangrijk.
De natuur is één groot systeem waar elk diertje, hoe klein ook, zijn functie heeft. Insecten bestuiven onze groenten en fruit, en op hun beurt vormen ze een voedselbron voor grotere dieren zoals vogels en kikkers.
Zij worden weer opgegeten door nog grotere vogels of zoogdieren en ga zo maar door.’

 


Je ijvert ook voor minder of geen gebruik van ‘tuinverbeteraars’. Waarom?

Dieter: ‘Ja, laten we die producten met z’n allen overboord gooien!
Ze worden verkocht onder het mom van een zo ‘groen’ mogelijk gazon, maar in werkelijkheid bevatten ze alleen maar dingen die juist heel slecht zijn alles wat leeft en bloeit in de natuur. Veel van die stoffen vergiftigen letterlijk ons ecosysteem.
Vogels eten die vergiftigde insecten op en dan zit het spel natuurlijk op de wagen.
Ook ‘gewoon maar’ sproeien om het onkruid van je klinkers te krijgen, is een slecht idee.
Die giftige stoffen belanden allemaal in de bodem en in ons grondwater. 
Gebruik je meststoffen, dan groeit je gras sneller en moet je het ook weer sneller afrijden.
Zo onlogisch! Want hoe korter je je gazon maait, hoe korter ook de wortels.
Hoe langer het gras, hoe langer de wortels, en dus hoe beter bestand het is tegen de droogte.’

 


Wat doe je zelf?

Dieter: ‘Ik ben een héle goeie luie tuinier.’ (Lacht.) ‘Al twee jaar lang ben ik ook de fiere eigenaar van 1,1 ha bos in Pulderbos.
Daar plantten we zo’n 1.500 jonge boompjes aan.
Een mooie erfenis voor onze kleinkinderen, hoop ik...
Ik begrijp natuurlijk dat niet iedereen de kans heeft zo’n bos te planten.
Daarom ben ik zo’n grote fan van #ByeByeGazon, daar kunnen héél veel mensen samen een verschil maken met relatief weinig moeite.’


Oké, je hebt ons overtuigd! Hoe kunnen we meedoen?

Dieter: ‘Super! Het goede nieuws is dat je meteen aan de slag kan, of beter...Niét aan de slag.
Kies een mooi stukje tuin uit – minstens 1m2, meer mag natuurlijk ook altijd – en laat je grasmaaier nog even op stal want dit stukje maai je vanaf nu nog maar twee à drie keer per jaar.
Op ons maaischema op de website ontdek je meteen de geschikte tijdstippen hiervoor. Registreer jouw vierkante meters wildere tuin elk jaar opnieuw op www.byebyegazon.be en maak zo kans op een bij-zonder leuke prijs. Simpel, toch?’


 Is dat echt alles?

Dieter: ‘Ja, hoor! Zo eenvoudig is het
Wil je nog een stapje verder gaan, dan kan je als inwoner van de meeste deelnemende steden en gemeenten de berm voor je deur ook deels laten vernatuurlijken.
Die is openbaar terrein – je stad of gemeente staat in voor het onderhoud –, maar een fleurige natuurboost kan je ‘jouw’ stukje berm natuurlijk wel geven.
Maai één netheidsstrook naast de rijbaan en laat de rest van het gras groeien (raadpleeg ook hiervoor ons maaischema).
Geef deze vierkante meters door op www.byebyegazon.be.
Het zal niet lang duren voor de eerste wilde bloemen komen piepen...
In sommige steden en gemeenten wordt al een zeer natuurlijk maaibeleid gevoerd en vragen ze om géén bordjes in de berm te plaatsen maar daar zien wij de bordjes graag in de voortuinen verschijnen!'

‘Heb je de smaak helemaal te pakken? Stop dan in het najaar nog een bonte mengeling biologische bloembollen (website: velt.nu) in de grond en bezorg de bijtjes al vroeg in het jaar een heerlijk buffet!
Laat tot slot iedereen weten dat jij een trotse natuurbooster bent met onze toffe bijenbordjes.
Plaats er 2 in de berm zodat de mensen van de bermbeheerdienst weten dat ze jouw stukje niet hoeven te maaien, of 1 in de voortuin. 
En wie weet inspireer je er ook andere inwoners mee!
Die bordjes kan je gratis ophalen bij de bibliotheek of het administratief centrum van de meeste deelnemende steden en gemeenten. Simple comme bonjour!




Bron + foto's: Bye Bye.Gazon - GroenRand