Februari: Laat je beknotten
Onze GroenRand-regio is een schatkist vol schitterende
plekken.
Met goed beheer maken we de schatkist nog voller: hoe beter we voor onze
landschappen zorgen, hoe meer we ervan terug krijgen.
De
knotwilg is hierbij echt een geweldig
ding, want hij is voor mens en dier heel nuttig.
Al eeuwen.
Voor heel veel diersoorten is hij onmisbaar.
De oude dikke en dikwijls holle stam biedt uitstekende nestgelegenheid.
Knotbomen
zijn van onschatbare waarde voor de natuur.
Langs de slootjes geplaatst, markeerden ze vroeger de erfgrens en hielden ze de
oever in bedwang.
Door de wilgen te knotten kwam hout
vrij dat mensen eeuwenlang gebruikten voor het maken van afscheidingen en
beschoeiingen.
Van de stevigere takken werden gereedschapsstelen gemaakt en van de dunnere
twijgen bezems, manden en korven.
En van de zwaardere stukken hout werden zelfs klompen gemaakt.
Knotwilgen
hebben een regelmatig beheer nodig.
Afhankelijk van de boomsoort moeten knotbomen elke 5 tot 9 jaar geknot worden.
Anders kan de boom afsterven,
met een enorm verlies voor onze biodiversiteit en ons landschap tot gevolg.
Helaas heeft niet elke eigenaar genoeg kennis of tijd om een boom op een
correcte manier te knotten.
Met 'Goed Geknot' linkt het Regionaal landschap eigenaars van knotbomen aan
vrijwillige knotters.
Zij zorgen voor een gratis snoeibeurt en krijgen in ruil het brandhout mee naar
huis.
Zo zorgen we voor goed en regelmatig onderhoud zodat knotbomen verder blijven
bestaan als verblijfplaats voor dieren en als belangrijk onderdeel van ons
landschap en natuurlijk erfgoed.
Het Regionaal landschap brengt jullie met elkaar in contact, en zorgt ook dat
de knotters veilig verzekerd zijn.
Registreer je bomen op goedgeknot.be, zo zorgt één van de vrijwillige knotploegen ervoor dat jouw bomen een regelmatig en correct onderhoud krijgen.
© Filip De Smet
Ecologen
wijzen steeds vaker op de ecologische waarde van de knotwilg en ze hebben
gelijk!
De knotwilg is voor veel planten en dieren van levensbelang.
De steenuil broedt bijvoorbeeld graag in
oude holle knotwilgen.
Kleine zangvogels vinden er hun voedsel.
Soorten als gekraagde roodstaart, ringmus, winterkoninkje, holenduif en
wilde eend maken hier hun nesten.
winterkoninkje
Bunzing, boommarter, hermelijn en wezel gebruiken oude holle bomen als slaap- en schuilplaats. Wezel © Michaël Deryckere
Boommarter © Karel De Blick
Als de wilgen in het vroeger voorjaar bloeien is het tevreden gegons niet van
de lucht.
Zweefvlieg
Het wemelt van bijen en hommelkoninginnen en zweefvliegen die na een lange winter eindelijk weer eens de smaak van nectar en stuifmeel ervaren.
Atalanta
Dagpauwoog
Gehakkelde aurelia
Ook dagvlinders die als vlinder overwinteren, zoals atalanta, dagpauwoog,
gehakkelde aurelia en kleine vos, maken er dankbaar gebruik van.
En omdat ze vaak in rijen staan, is het voor vleermuizen een belangrijke oriëntatie
in een verder leeg landschap.
Maar ook paddenstoelen vinden hier een groeiplek.
Als er in de holtes water kan blijven staan maken salamanders er ook gebruik van.
Foto's zonder bronvermelding: Frank Vermeiren lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten