GroenRand: 'Als er niets verandert, gaan we een sombere toekomst tegemoet '.
De ruimtelijke wanorde aanpassen aan het veranderende
klimaat en de Europese biodiversiteitseisen zal niet eenvoudig zijn.
Nochtans is iedereen het eens over de remedie: niet meer bouwen in de open
ruimte, regenwater beter vasthouden in het landschap en natuur- en bosgebieden
herstellen.
De doelstellingen van het beleid zijn goed, maar de budgetten zijn té beperkt.
De Vlaamse bouwshift zou het verder aansnijden van open ruimte moeten
tegengaan.
Of en hoe dit betaald kan worden, is de vraag.
Er is gewoonweg geen geld.
Ondertussen breiden de kernen van gemeenten verder uit en de randstad wint
terrein.
Minder en minder gebieden kunnen als landelijk worden bestempeld.
Verdichten op goed gelegen locaties is volgens experts de sleutel.
Tegelijk bescherm je open ruimte, of kan je nieuwe groene aders aanleggen.
In de praktijk is daarvan nog weinig te merken.
Verkavelingen en nieuw bebouwde linten blijven opduiken ten koste van open
ruimte.
Er moeten volgens GroenRand prioriteiten worden gesteld: de bouwshift moet zich
vooral focussen op de natuurverbindingen.
We denken dan in onze regio bijvoorbeeld aan de verbinding tussen het Groot en
Klein Schietveld.
Als een groep dieren te klein wordt, is inteelt onvermijdelijk, met alle gevaar
op zeldzame aandoeningen en uiteindelijk uitsterven.
Als het gevaar van inteelt op de loer ligt, geeft dit een verzwakking en
verminderde vruchtbaarheid als mogelijk gevolg.
Zorgen dat de natuur ontsnipperd en terug verbonden wordt is de meest
efficiënte en voor de hand liggende oplossing.
GroenRand wil daarom de versnippering tegengaan door het instellen van
verbindingsbanen tussen natuurgebieden.
Van de oververhitte stikstofdiscussie tot de kopzorgen over het mestactieplan:
landbouwers en natuurorganisaties lagen het afgelopen jaar meermaals in de
clinch.
Maar spijtig genoeg wordt dit op verkeerde plaatsen afgereageerd.
Daar waar juist natuur- en landbouworganisaties kunnen samenwerken, gaat men over tot confrontatie.
Vorige week reageerde bijvoorbeeld de landbouwsector als door een wesp gestoken
op het bebossen van een stuk grond van Natuurpunt.
Natuurpunt Voorkempen kon een 5,5 hectaren groot gebied twee jaar geleden
kopen.
Het nieuw bos grenst aan natuurgebied De Kluis en maakt een verbinding
met project rond het vliegveld,
Natuurpunt Voorkempen plantte hier met veel helpende handen een nieuw bos van
1.900 bomen en struiken aan langs de Kluisbaan in Zoersel.
Lokale boeren van de bedrijfsgilde Malle-Zoersel hadden er de avond voordien
uit protest tientallen kruisjes gezet.
In het gevecht om ruimte rollen de spierballen harder dan ooit.
Alles en iedereen zoekt een plekje, maar de puzzel op de juiste manier leggen
blijkt hoe langer hoe moeilijker.
In een welvarende en snel groeiende regio als de onze, moeten natuur, landbouw en industrie met elkaar verzoend worden.
Telkens weer duiken dezelfde vragen op.
Wie of wat mag een groter deel van Vlaanderen innemen?
Wat willen we morgen minder of helemaal niet meer?
En vooral: is een evenwicht tussen alle belangen nog haalbaar?
Gisteren kon je daarover een interessant artikel lezen in De Tijd.
Om in te schatten waar we naartoe kunnen, moeten we volgens de krant, eerst
kijken wat er vandaag is.
Huizen en tuinen, akkers en bossen, industriezones en recreatiedomeinen, alles
ligt kriskras door elkaar.
Op de landgebruikkaart van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
(VITO) kan je zien waarvoor het Vlaamse land in 2019 werd gebruikt.
Zelfs als je uitzoomt en elke vierkante kilometer volgens het dominante type
inkleurt, blijft de kaart een onwaarschijnlijk kleurboek.
Door alle stukjes van hetzelfde kleur samen te brengen, krijg je een beter
beeld van het grond- en landgebruik in Vlaanderen.
De oppervlakte aan grasland in Vlaanderen gaat het snelst achteruit: tussen
2013 en 2019 verdween meer dan 20.000 hectare, die veelal omgezet werd in
akkers en woningen.
De conclusie in de krant was zeer confronterend en schrikwekkend.
Een toename van bos is er amper, zelfs niet op de langere termijn.
In vergelijking met begin jaren 90 is er in Vlaanderen zelfs minder bos.
Landbouwinfrastructuur en -gebouwen daarentegen groeien wel en komen almaar dichter bij stukjes natuur te liggen.
De intensievere vorm van landbouw - minder maar grotere bedrijven - waarnaar de sector is geëvolueerd, vormt een uitdaging voor de natuur.
Boeren ondernemen, telen en kweken vaker op een boogscheut van bos, heide of water en hebben ontegensprekelijk een impact op het milieu.
De strengere regelgeving om de natuurgebieden te beschermen, zowel lokaal als vanuit Europa, maakt haalbaar boeren vlakbij natuur bovendien moeilijker.
De bocht naar biologische landbouw neemt maar een kleine minderheid.
In 2021 lieten amper 621 op de meer dan 23.000 land- en tuinbouwbedrijven zich als bioboer typeren.
Eind 2021 maakt bio 1,6 procent van het volledige landbouwareaal uit.
Dat betekent niet dat de vele duizenden andere landbouwers en veetelers zonder respect voor de natuur in hun omgeving omgaan.
De goede wil is er vaker wel dan niet, maar het ontbreekt aan een doordacht stappenplan of beleid waarin gezond ondernemen op het platteland en het beschermen van groen, bos en natuur op elkaar zijn afgestemd.
In combinatie met rechtsonzekerheid en vergunningszorgen lijkt het erop dat boer en natuur nog wel even blijven botsen.
Landbouw en natuur zijn dan wel dominant qua oppervlakte, ze liggen her en der verspreid en worden voortdurend doorkruist door linten van woningen en wegen.
Nergens in Europa is de druk van de versnippering zo groot en uitgesproken als
in onze contreien, leren Europese cijfers.
Meer dan 80 procent van Vlaanderen kent een hoge of zeer hoge
versnipperingsgraad.
Van grote, aaneengesloten gebieden van hetzelfde
gebruikstype is amper sprake.
Eén ding lijkt zeker: keuzes moeten worden gemaakt, hoe moeilijk ook.
De druk op land is gigantisch, net als de gevolgen voor mens, dier en plant.
Van de impact van droogte en wateroverlast over de luchtvervuiling en stikstofneerslag tot pfas-verbindingen in het water en dichtslibbende wegen.
De grond en wat erop gebeurt, botsen voortdurend.
Dat lijkt nog wel even zo te blijven.
Van alles altijd maar meer willen, lukt niet op de vierkante kilometers die Vlaanderen telt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten