Achteruitgang van weidevogels kan gestopt worden
Landbouw en natuur worden vaak lijnrecht tegenover elkaar uitgespeeld.
Nochtans bestaan duidelijke raakvlakken waarbinnen organisaties als
Boerennatuur Vlaanderen al jarenlang nuttig werk verrichten.
Zij werken win-win situaties uit waarbij ecologie én economie hand in hand
gaan.
De promotie en ondersteuning van de vernieuwde niet-productieve investeringssteun (NPI’s: KLE’s, stuwen, erosiedammen…) waren
dus een kolfje naar hun hand.
Via vijf demonstratieprojecten en een uitgebreid partnernetwerk bereikten ze
landbouwers over heel Vlaanderen.
Het succes van de NPI’s is ondertussen duidelijk en de ondersteunende rol van
organisaties als Boerennatuur Vlaanderen valt hierin niet te onderschatten.
In ons GroenRand-projectgebied werken landbouwers samen rond het onderhoud en
het beheer van stuwen in perceelsgrachten.
Verder wordt ook aan houtkantenbeheer in de Brechtse Heide gedaan en zijn bij
de opstart van de agrobeheergroep poelen in dit beschermd landschap aangelegd.
Weidevogels redden het niet langer in ons land.
Ze hebben drassig weiland, insecten, kruiden en bloemen nodig om te overleven.
Aan een gezonde waterhuishouding wordt volop gewerkt.
De Brechtse Heide ontsnapt er niet aan: droogtes enerzijds en stortregens
anderzijds.
Het is dus de uitdaging om water slimmer te gaan beheren: behouden
bij droogte en vertraagd afvoeren bij pieken (stuwen en peilgestuurde drainage).
In periodes van veel regen moet je het water kunnen afvoeren, terwijl je anderzijds in langdurige droogteperiodes het water zo lang mogelijk in de bodem moet kunnen houden.
En dat is met peilgestuurde drainage mogelijk.
In tegenstelling tot klassieke drainage, waar het water jaar in jaar uit naar de afvoergracht stroomt, monden de drainagebuizen bij peilgestuurde drainage uit in een hoofdbuis.
Die hoofdbuis mondt op haar beurt uit in een regelput.
Grutto
De
afgelopen tijd werd er al heel wat geschreven en gedebatteerd over de
achteruitgang van de weide- en akkervogelpopulaties in Vlaanderen en mogelijke
oplossingen die landbouwers kunnen nemen om het tij te keren
Boerennatuur Vlaanderen wil samen met (groepen
van) landbouwers via diverse projectprogramma’s de biodiversiteit in het
landbouwgebied opnieuw laten toenemen.
Akkervogels zijn daar een belangrijk onderdeel van.
Het Europese project Partridge is een mooi praktijkvoorbeeld van hoe er
gebiedsgerichte kan worden samengewerkt om de biodiversiteit opnieuw te laten
toenemen.
Tureluur
Akkervogels zijn op de Brechtse heide de laatste jaren sterk achteruitgegaan.
Hier zal een tandje bijgestoken moeten worden.
Vogelvriendelijk boeren omvat het invullen van één, en bij voorkeur meerdere, basisbehoeftes van akkervogels.
Patrijs
Denk daarbij aan een voldoende groot aanbod aan zomer- en wintervoedsel,
schuilgelegenheid en broed- en nestmogelijkheden.
Wulp
De tijd dat landbouwers er niet voor durven uitkomen dat ze aan natuurbeheer
doen, is passé.
Steeds vaker laten ze zich door bedrijfsplanners van de Vlaamse
Landmaatschappij (VLM) overtuigen om beheerovereenkomsten af te sluiten.
Veldleeuwerik
Lokaal lijkt dat vruchten af te werpen, maar op Vlaams niveau blijven aan
landbouw gebonden vogelsoorten als de veldleeuwerik en de grutto verder afnemen.
De achteruitgang van de veldleeuwerik trof GroenRand het meest omdat het een
soort is die algemeen voorkwam in landbouwgebied.
Kievit
Tureluurs, patrijzen, kieviten, wulpen, watersnippen, kemphanen,
graspiepers en scholeksters kunnen zich tevens niet voortplanten zoals ze dat
gewend waren.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten