Antitankgracht, van erfgoed tot dierenparadijs
Ten Noorden van Antwerpen ligt een overblijfsel van de Tweede
Wereldoorlog: de Antitankgracht.
Deze 33 kilometer lange waterloop werd tussen 1937 en 1940 aangelegd als
verdediging tegen een mogelijke Duitse inval met tankwagens.
De militaire betekenis van de gracht tijdens de oorlog
bleef echter beperkt.
Maar de historische waarde van de vijf overgebleven forten is nu onschatbaar.
Fort Ertbrand
Zo is de munitielift van het fort van Oelegem bewaard gebleven, wat een zeldzaamheid is. Daarnaast is er ook nog een fort in Stabroek, eentje in Kapellen (fort van Ertbrand), eentje in Brasschaat en eentje in 's Gravenwezel.
Verder zijn er ook 48 bunkers langs de Antitankgracht en 2 schansen (tussenforten), de schans van Smoutakker in Stabroek en de schans van Schilde.
sluis voor waterpeil
DUWVAART
In de jaren ‘70 wilde de overheid -op de plaats waar nu de Antitankgracht is - een
duwvaartkanaal laten graven, maar dit ging uiteindelijk niet door wegens protest
van de bevolking.
De natuur kan er sindsdien zijn vrije loop gaan en thans werd het in 1993 een beschermd landschap.
DIEREN
Libellen, eendagsvliegen en vissen zijn overvloedig aanwezig.
Grote keizerlibel
Het is ook de voortplantingsplaats van amfibieën als de bruine kikker, de
alpenwatersalamander en de kamsalamander.
Aalscholver
Men treft er ook watervogels aan zoals de aalscholver, de fuut, de ijsvogel, de meerkoet en het waterhoen.
fuut
ijsvogel
meerkoet
waterhoen
Otter, bever en boommarter:
het zijn soorten die bezig zijn aan een terugkeer.
Met het opduiken van deze rode lijstsoorten (zeldzame bijna uitgestorven
dieren) bewijst de Antitankgracht als “dierenautostrade” een goede verbinding
te vormen naar andere natuurgebieden.
Ondertussen is de Antitankgracht geëvolueerd naar een groots natuurverbindingsgebied, dat verschillende natuurgebieden en bossen met elkaar verbindt en migratie van dieren tussen die gebieden mogelijk maakt.
De gracht loopt door verschillende openbare bossen, private domeinen en natuurgebieden van of in beheer bij Natuurpunt of Agentschap Natuur en Bos, ze ligt echt helemaal ingebed in het groen.
ROOFDIERENVOLKSVIJAND
Veel roofdieren werden
tot volksvijand verheven.
‘Dood aan de otter’, kopten jagers- en visserstijdschriften vanaf het einde van
de 19de eeuw.
Dat de dieren vis eten, bleek in de naweeën van de 19de-eeuwse
hongersnoden voldoende om de soort de totale oorlog te verklaren.
‘Een goede otter was een dode otter.’
otter - @ Arno Van Zon
Een staatspremie moest
het enthousiasme nog wat aanwakkeren.
Rond 1900 werden jaarlijks zo’n driehonderd premies uitgereikt, het merendeel
in Vlaanderen.
Die aanpak loonde: het aantal uitgereikte premies – en otters – nam snel af.
Vanaf de helft van de vorige eeuw zorgde vuil water, waarin amper nog een vis
zwom, voor de genadestoot.
Zoals de otter verging het ook de boommarter, die weleens een kippetje lust.
Hij werd bijna uitgeroeid in Vlaanderen.
De boommarter is hierdoor nog altijd een zeldzame verschijning, maar toch lijkt
hij aan een prille opmars bezig in Vlaanderen.
Het aantal waarnemingen nam de voorbije jaren opvallend toe, mede dankzij
gericht onderzoek met inzet van cameravallen en de registratie van
verkeersslachtoffers.
Inmiddels wordt de soort op meer en meer locaties aangetroffen, ook in het
Antitankgracht-gebied.
Ook de investeringen in boskwaliteit en ontsnipperingsmaatregelen werpen hun
vruchten af.
Ook de bever was
persona non grata.
Hij werd gevreesd wegens de schade die hij aan dijken kan aanrichten.
Zijn pels was in trek.
FORT VAN OELEGEM
Het
gebouw biedt alle condities die deze diertjes nodig hebben voor hun
winterslaap: rust, duisternis, een hoge vochtigheidsgraad en een constante
temperatuur.
Ze hangen aan de muren en aan het plafond of ze kruipen in gaten en spleten.
Tussen mei en september verlaten de meeste vleermuizen het gebouw, maar ze
komen wel op bezoek om op voedsel jagen boven fortgracht.
Tijdens zo'n nacht eet een vleermuis zowat haar gewicht aan insecten.
Deze 9 soorten overwinteren in het fort:
·
Watervleermuis
·
Meervleermuis
·
Brandt’s/Baardvleermuis
·
Ingekorven vleermuis
·
Franjestaart
·
Gewone dwergvleermuis
·
Ruige dwergvleermuis
·
Gewone grootoorvleermuis.
De
evolutie van de vleermuizenpopulatie is erg positief: over een periode
van 30 jaar is het aantal vleermuizen in Fort Oelegem gestegen van zo'n
70 tot ongeveer 1000 diertjes.
FORT ERTBRAND
Verschillende soorten
vleermuizen zoals watervleermuis, baardvleermuis en franjestaart houden van de
combinatie van een goed winterverblijf en een aantrekkelijk jacht- en
leefgebied in de omgeving. Het omringende Ertbrandbos voldoet aan dit profiel.
FORT VAN BRASSCHAAT
Eind jaren 1970 probeerde het Belgische leger
het fort te slopen door het op te blazen.
Dat is maar deels gelukt: enkel de linkervleugel van het fort werd verwoest.
In het fort hebben heel wat vleermuizen hun thuis gevonden.
De meest voorkomende soorten zijn de ingekorven vleermuis en de meervleermuis.
Het domein is een Europese Speciale Beschermingszone.
SCHANS VAN SMOUTAKKER (STABROEK) – SCHANS VAN
SCHILDE
Schans Smoutakker is samen met de Schans van
Schilde de enige schans rond Antwerpen die gebruikt wordt als
overwinteringsplaats voor vleermuizen.
De meest voorkomende soorten zijn de watervleermuis, de franjestaart, de Brandt
vleermuis en de baardvleermuis. Het domein is een Europese Speciale
Beschermingszone.
KLEIN SCHIETVELD
Het Klein Schietveld is naar Vlaamse normen allesbehalve klein.
Het is een aaneengesloten stuk natuur van bijna 900 hectare.
Het dankt zijn naam aan de vergelijking met het naastgelegen grotere domein Groot Schietveld.
In tegenstelling tot zijn grote broer, is het Klein Schietveld deels toegankelijk voor het grote publiek.
Je kan er prachtig wandelen, (spoor)fietsen en paardrijden.
Het Klein Schietveld is militair domein én Europese topnatuur.
De Polygoon van Brasschaat is een militair oefenterrein dat zich langs beide kanten van de Bredabaan uitstrekt.
Een vrij unieke vormgeving omdat het twee artillerieschietvelden omvat, wat niet dikwijls voorkomt.
Het is het gevolg van de technische vooruitgang van de artillerie tijdens de 19de eeuw, waarbij het Klein Schietveld te klein werd en niet in de richting van Kalmthout kon uitgebreid worden.
Het gevolg was de aankoop van een nieuw Groot Schietveld aan de overzijde van de Bredabaan (1892-1894).
Vooral in het oude kamp (Klein Schietveld) zien we nieuwe eenheden komen.
Het infanteriekwartier wordt naast het artilleriekwartier gebouwd.
Naast stallen komen 4 grote logementblokken en enkele administratieve gebouwen.
De aankoopdienst voor paarden wordt voor gans het Belgische leger gevestigd in Brasschaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten