Onze GroenRand-natuur: GroenRand ijvert voor voldoende robuuste, multifunctionele habitatnetwerken
Klimaatverandering is op wereldvlak een van de grootste bedreigingen voor het voortbestaan van soorten en biotopen.
©Paul Van DijckVooral in sterk geïndustrialiseerde en dichtbevolkte regio’s zoals Vlaanderen zijn natuurgebieden sterk versnipperd en dreigen vele soorten te verdwijnen doordat ze zich niet of nauwelijks doorheen het landschap kunnen verplaatsen.
kolibrievlinder ©Paul Van DijckGroeiende verstedelijking en lintbebouwing zijn op weg om in Vlaanderen de resterende open ruimte om te vormen naar zones met een randstedelijk karakter.
GroenRand pleit voor voldoende robuuste, multifunctionele habitatnetwerken die verschillende landschapsfuncties incorporeren.
Distelvlinder ©Paul Van DijckOnder versnippering wordt verstaan: de opsplitsing van habitats en ecosystemen in kleinere, meer geïsoleerde snippers die gescheiden worden door barrières.
Door fragmentatie van hun leefgebied kunnen soorten lokaal uitsterven.
Het probleem van versnippering en het belang van groenblauwe netwerken werd erkend op Vlaams en Europees niveau.
Kleine eikelboorder ©Wim VerschraegenOp Europees niveau benoemt de EU-biodiversiteitsstrategie 2030 “het integreren van ecologische corridors als onderdeel van een echt trans-Europees natuurnetwerk” als een van de belangrijkste verbintenissen tegen 2030
Het komt erop neer dat niet alleen gekeken wordt naar plaatsen waar groenblauwe verbindingen logisch in het landschap zouden lopen.
Je onderzoekt ook de soorten die de verbinding moeten gebruiken om van één leefgebied naar een ander te geraken.
Uitgangspunt is het habitat dat deze soorten nodig hebben en welke eisen ze daaraan stellen.
Het gaat dan om zaken als rust en/of beschutting, foerageermogelijkheden en voortplantingsmogelijkheden.
Ligusterpijlstaart ©Wim VerschraegenOtter, bever en boommarter: het zijn zeldzame soorten die bezig zijn aan een terugkeer in het GroenRand-gebied.
boommarter ©Karel De Blick
Met het opduiken van deze rode lijstsoorten bewijst de Antitankgracht als “dierenautostrade” een goede verbinding te vormen naar andere natuurgebieden.GroenRand stimuleert een gebiedsgerichte aanpak waarbij de landschapsbenadering - de zogenaamde landscape approach -aan de basis ligt.
©Els De Backer
In deze benadering worden de belangen van de verschillende stakeholders in een landschap integraal bekeken en via dialoog op elkaar afgestemd.Enkel een integrale aanpak zorgt voor een duurzame open ruimte met landschappen waar mensen zich mee verbonden kunnen voelen.Dankzij deze werking van onderuit gaan we voor draagvlak en kunnen we openruimtegebieden robuuster maken.
Klimaatverandering is op wereldvlak een van de grootste bedreigingen voor het voortbestaan van soorten en biotopen.
Vooral in sterk geïndustrialiseerde en dichtbevolkte regio’s zoals Vlaanderen zijn natuurgebieden sterk versnipperd en dreigen vele soorten te verdwijnen doordat ze zich niet of nauwelijks doorheen het landschap kunnen verplaatsen.
Groeiende verstedelijking en lintbebouwing zijn op weg om in Vlaanderen de resterende open ruimte om te vormen naar zones met een randstedelijk karakter.
GroenRand pleit voor voldoende robuuste, multifunctionele habitatnetwerken die verschillende landschapsfuncties incorporeren.
Onder versnippering wordt verstaan: de opsplitsing van habitats en ecosystemen in kleinere, meer geïsoleerde snippers die gescheiden worden door barrières.
Door fragmentatie van hun leefgebied kunnen soorten lokaal uitsterven.
Het probleem van versnippering en het belang van groenblauwe netwerken werd erkend op Vlaams en Europees niveau.
Op Europees niveau benoemt de EU-biodiversiteitsstrategie 2030 “het integreren van ecologische corridors als onderdeel van een echt trans-Europees natuurnetwerk” als een van de belangrijkste verbintenissen tegen 2030
Het komt erop neer dat niet alleen gekeken wordt naar plaatsen waar groenblauwe verbindingen logisch in het landschap zouden lopen.
Je onderzoekt ook de soorten die de verbinding moeten gebruiken om van één leefgebied naar een ander te geraken.
Uitgangspunt is het habitat dat deze soorten nodig hebben en welke eisen ze daaraan stellen.
Het gaat dan om zaken als rust en/of beschutting, foerageermogelijkheden en voortplantingsmogelijkheden.
Otter, bever en boommarter: het zijn zeldzame soorten die bezig zijn aan een terugkeer in het GroenRand-gebied.
