zaterdag 30 november 2024

GroenRand heet het Vlaamse actieplan voor bestuivers van harte welkom.

GroenRand heet het Vlaamse actieplan voor bestuivers van harte welkom.

                                                                           Zwarte sachembij op Rode klaver © Kurt Geeraerts

Zoals GroenRand eerder al aangaf, is de situatie van wilde bestuivers in Vlaanderen zorgwekkend.
Het 
Vlaams actieplan voor wilde bestuivers 2022-2030 neemt doortastende maatregelen om die negatieve populatietrend van o.a. wilde bijen en zweefvliegen een halt toe te roepen. 
Veel planten zijn afhankelijk van bestuiving voor hun voortplanting.
Wilde bestuivers zijn daarom cruciaal voor onze biodiversiteit.

                                                                                    Stadsreus

Een hoofdactie van het actieplan is het creëren van reservaten voor wilde bestuivers.
In samenwerking met partners heeft het Agentschap Natuur en Bos 21 gebieden geselecteerd waar significante populaties van zeldzame soorten voorkomen.
Op deze wijze worden de populaties beter beschermd en verbetert de kwaliteit van hun leefgebieden.
Bestuivers zijn echter overal te vinden en iedereen kan bijdragen, zelfs in tuinen, parken en langs velden.
De komende jaren zal dit actieplan verder worden uitgevoerd, gecoördineerd door het departement Omgeving, dat jaarlijks met de 
Week van de Bij blijft inzetten op sensibilisering. 

         Bonte Viltbij

Op 28 november is het Vlaamse actieplan voor bestuivers gepresenteerd

Veel van onze planten zijn voor hun voortplanting en toekomst afhankelijk van bestuiving.
Dit betreft wilde planten in de natuur, sierplanten in tuinen en voedselgewassen in de landbouw.
Ongeveer tachtig procent van de plantensoorten is voor bestuiving afhankelijk van insecten, niet alleen honingbijen maar vooral wilde bestuivers zoals wilde bijen en zweefvliegen.
Echter, het gaat niet goed met deze wilde bestuivers.

In ons land is 32,8 procent van de 381 wilde bijensoorten bedreigd, 6,8 procent bijna bedreigd en 11,8 procent regionaal uitgestorven.

Ook dagvlinders en zweefvliegen zijn in verval

GroenRand heeft reeds eerder benadrukt dat de oorzaken van de achteruitgang van wilde bestuivers habitatverlies en -degradatie, verarming van het bloemenlandschap, gebruik van pesticiden, stikstofdepositie, vermesting en klimaatverandering zijn.
Onze vereniging is dan ook verheugd dat het Vlaamse actieplan voor wilde bestuivers 2022-2030 van de Vlaamse Regering doeltreffende maatregelen voorstelt om de negatieve trend bij wilde bestuivers om te buigen.


                                                                                                                  
Grijze zandbij                                                                                       
Tot de wilde bestuivers behoren diverse insectengroepen zoals bijen, wespen, mieren, vliegen, vlinders en kevers.
Ze spelen een cruciale rol in de bestuiving van bloemen en de vruchtvorming van planten.
Wilde bestuivers zijn daarom van onschatbare ecologische en economische waarde.

                                                                                         Grote bladsnijder

De groep is groot en divers

Daarom richt het Vlaams Actieplan Wilde Bestuivers zich om praktische redenen op een beperkt, maar bekend en herkenbaar deel van deze groep: wilde bijen, zweefvliegen, dagvlinders en macro-nachtvlinders.
Inspanningen voor deze specifieke groepen zullen ook ten goede komen aan andere wilde bestuivers en insecten in het algemeen.

                                                                                               Blauwe ijsvogelvlinder 

Een eerste belangrijke categorie zijn de wilde bijen.
Veel mensen denken bij bijen direct aan de honingbij, die met tienduizenden in een bijenkorf leeft.
In Vlaanderen zijn honingbijen zeldzaam in het wild en worden voornamelijk door imkers verzorgd, waardoor ze niet als wilde bijen worden gezien.
De meeste wilde bijensoorten zijn solitair, vandaar de naam solitaire bijen.
Er zijn meer dan 300 verschillende soorten in onze regio, elk met een eigen levensstijl.

                                                      Tronkenbij

Daarnaast zijn er in Vlaanderen meer dan 300 soorten zweefvliegen geïdentificeerd. Zweefvliegen hebben slechts twee functionele vleugels, in tegenstelling tot de vier van wilde bijen.
Volwassen zweefvliegen eten voornamelijk nectar, terwijl hun larven in diverse habitats leven en verschillende levenswijzen hebben.

                                                                                                                Blinde bij - zweefvlieg

Sommige zweefvliegen lijken op wespen, een vorm van mimicry, om roofvogels af te weren, hoewel ze zelf onschadelijk zijn en geen angel hebben.

                                                                                                       Blinde bij - zweefvlieg

Vlinders, zowel dag- als nachtvlinders, zijn de bekendste groep van wilde bestuivers.
De meeste vlinders hebben een lange tong, ideaal voor het verzamelen van nectar uit bloemen.

                                                                                Vals witje

Behoud van huidige populatie

Met het actieplan voor wilde bestuivers 2022-2030 streeft de Vlaamse Regering ernaar om de dalende trend in de populatie van wilde bestuivers te keren.
Het behoud van de huidige populaties in Vlaanderen is cruciaal om dit doel te bereiken.
Een essentiële maatregel is het verminderen van het gebruik van pesticiden en bestrijdingsmiddelen

Met het Vlaams actieplan voor wilde bestuivers 2022-2030 nemen we doortastende maatregelen om de negatieve populatietrend van wilde bestuivers een halt toe te roepen.
www.vlaanderen.be

Bovendien is het verbeteren en uitbreiden van leefgebieden die vriendelijk zijn voor bestuivers een belangrijke stap.
Vlaanderen is van plan om wilde bestuiverreservaten op te zetten op de mijnterrils die in bezit zijn van Natuur en Bos en ondersteunt met het houtkantenplan van de Vlaamse Landmaatschappij de aanleg van geschikte kleine landschapselementen op het platteland. Bestuiversvriendelijk beheer is van belang om aan de behoeften van wilde bestuivers te voldoen.

Sensibilisering en monitoring 

Daarom ontwikkelt ons opleidingscentrum Inverde digitale praktijkgidsen voor verschillende doelgroepen. 
Voor de ontwikkeling van verdere beleidsstappen is inzicht in de populatietrends van de betrokken soortgroepen en kennislacunes noodzakelijk.
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek speelt een sleutelrol in de wetenschappelijke monitoring.
Verder worden educatieve acties ondernomen om het bewustzijn over en het belang van wilde bestuivers te vergroten, zoals educatieve pakketten voor scholen en demonstratielocaties bij Natuurhuis Brialmont, het Vlaamse kenniscentrum voor stedelijke natuur.
Het plan is dynamisch, met ruimte voor nieuwe kansen en initiatieven, vooral van entiteiten buiten het beleidsdomein Omgeving. 


I
.
In de komende jaren zal het departement Omgeving dit actieplan uitvoeren en coördineren, terwijl het ook jaarlijks de Week van de Bij bevordert om het bewustzijn te vergroten, een initiatief waar GroenRand ook jaarlijks aan bijdraagt..
Samen bestuiven we de toekomst

Een van de belangrijkste acties uit het actieplan is het opzetten van reservaten voor wilde bestuivers.
Hoewel alle natuurgebieden in principe dienen als reservaten voor wilde bestuivers, kunnen sommige gebieden dienen als voorbeeld voor natuurherstel en -beheer.
De opgedane kennis zal ook gedeeld worden met andere beheerders en belangstellenden.
Tien reservaten voor wilde bestuivers worden beheerd door Natuurpunt, acht door Natuur en Bos, één door Limburgs Landschap, één door vzw Orchis en één door vzw Durmevallei.

Hieronder wordt meer informatie gegeven over deze gebieden en de unieke soorten die daar te vinden zijn:

1. Westhoek - 2. Paelsteenpanne - 3. De Vaarttaluds - 4. Bos t'Ename - 5. Heidemeersen - 6. Buylaers - 7. Doelpolder Noord - 8. Bos van Aa - De Kollinten - 9. Kleiputten Terhagen - 10. Park Vordenstein - 11. Beninksberg - 12. Rosdel - 13. De Liereman - 14. Most-Keiheuvel - 15. Terril Beringen - 16. Terril Helderbeekvallei - 17. Hageven - 18. Terril Klaverberg - 19. Vallei van de Krombeek - 20. Negenoord-Kerkeweerd - 21. Altenbroek

Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand en medewerker van onze GroenRand-natuur

vrijdag 29 november 2024

Milieuorganisaties hekelen mestplannen Vlaamse regering

Milieuorganisaties hekelen mestplannen Vlaamse regering

© Peter Hilz

Vlaamse minister van Omgeving, Jo Brouns (CD&V), heeft aangekondigd dat hij begin 2025 het langverwachte zevende Mestactieplan (MAP 7) wil invoeren. Dat is een doorn in het oog van de natuurorganisaties, die al even niet meer achter het akkoord van 2023 staan. Woensdag stelden Bond Beter Leefmilieu (BBL), Natuurpunt en de West-Vlaamse Milieufederatie dat Brouns 'een loopje met de waarheid neemt door de aanpak als de uitvoering van het akkoord te verkopen'. Ze beweren dat het plan niet gesteund wordt door een milieueffectenrapport (MER) en dat een eerste analyse door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) al aantoont dat de maatregelen onvoldoende zijn om de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie ervan te overtuigen dat de waterkwaliteit adequaat beschermd wordt. Milieuorganisaties zoals Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en de West-Vlaamse Milieufederatie hebben zich duidelijk gedistantieerd van wat zij zien als 'onstabiel haastwerk'.


Om het principeakkoord te begrijpen, is het nodig terug te kijken naar 2022.
Het voorstel van Zuhal Demir, destijds minister van Omgeving voor de N-VA, werd door de sector afgewezen, waarna werd besloten dat de betrokken organisaties zelf een akkoord mochten formuleren.
Landbouw-, milieu- en natuurorganisaties kwamen bijeen en presenteerden in maart 2023 een principeakkoord dat voor alle partijen aanvaardbaar was, met uitzondering van één punt: de nulbemesting in VEN-gebieden.
Wat Brouns niet in de teksten opnam, was een verbod op bemesting in VEN-gebieden - een selectie van de meest gevoelige natuurgebieden in Vlaanderen.
In deze gebieden bevindt zich 2.700 hectare landbouwgrond waar nog steeds bemesting plaatsvindt.
Dat er geen verbod zou komen, was in februari een belofte van Brouns om de boerenprotesten te kalmeren.
Dit wordt bevestigd in het regeerakkoord.
Het akkoord stelde echter dat de politiek een oplossing moest vinden die later in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zou worden opgenomen.
Als gevolg hiervan stortten de onderhandelingen in en heeft Vlaanderen tot op heden geen officieel MAP7.
Ondertussen heeft de Europese Commissie Vlaanderen voor het Europees Hof van Justitie gedaagd wegens onvoldoende maatregelen tegen nitraatverontreiniging.
In de Nitraatzaak hebben milieuorganisaties zoals Bond Beter Leefmilieu (BBL), Dryade, Greenpeace, Natuurpunt en WWF Vlaanderen de overheid voor de rechter gedaagd.
De dwangsommen van de veroordeling in de Nitraatzaak lopen dagelijks op.
De rechter oordeelde in hun voordeel en stelde dat Vlaanderen niet genoeg doet om de doelstellingen van de Europese nitraatrichtlijn te bereiken. Daardoor moet Vlaanderen nu dagelijks een dwangsom van 1.000 euro betalen, met een maximum van 1 miljoen euro, totdat er actie wordt ondernomen.



Minister Brouns beweert dat de inhoud overeenstemt met de afspraken die in 2023 met het middenveld zijn gemaakt.
Milieuorganisaties stellen echter dat dit niet het volledige verhaal vertelt.
Het principeakkoord van 2023 specificeerde dat het plan aangepast zou kunnen worden als het milieueffectenrapport (MER) zou uitwijzen dat de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water niet behaald zouden worden. Uit een voorlopige doorrekening van de Vlaamse Milieumaatschappij bleek reeds een jaar geleden dat de voorliggende maatregelen niet zullen volstaan om de Europese normen te halen.
De milieuorganisaties benadrukten tevens dat de Europese Commissie dit akkoord eerst moet goedkeuren voordat het definitief kan worden bekrachtigd.
Aangezien het MER nog niet beschikbaar is, is er nog geen bewijs dat MAP7 de gestelde doelen daadwerkelijk bereikt. Bovendien is er nog geen goedkeuring van de Commissie ontvangen.

Het is mogelijk dat de Europese Commissie MAP7 afwijst, of dat er aanpassingen nodig zijn zodra het milieueffectenrapport beschikbaar komt bij het departement Omgeving. De minister heeft hier in zijn beleidsnota ruimte voor gelaten. "Indien uit de monitoring in 2025 en 2026 blijkt dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen, zullen deze worden genomen. Op dat moment zullen ook de auto-executieve maatregelen van kracht worden. We geven natuur-, landbouw- en milieuorganisaties vier maanden de tijd om een akkoord te bereiken over de aanvullende maatregelen, met het oog op een positieve milieueffectrapportage (MER)", staat er in de beleidsnota.


donderdag 28 november 2024

Het bindende Aarhus-Verdrag moet toegang tot juridische procedures in milieukwesties garanderen

Het bindende Aarhus-Verdrag moet toegang tot juridische procedures in milieukwesties garanderen

                                                                                 © Loes van der Meer

De kernramp in Tsjernobyl van 1986 illustreert hoe lokale communistische autoriteiten aanvankelijk probeerden de ramp te verbergen en te minimaliseren.
De eerste meldingen van het ongeval kwamen niet van de Sovjet-autoriteiten, maar van Zweedse wetenschappers die een noordwaarts drijvende radioactieve wolk opmerkten.
Dit gebrek aan proactieve communicatie droeg bij aan de ondergang van de Sovjet-Unie, omdat de kloof tussen de realiteit en de propaganda onhoudbaar werd en het volk het vertrouwen in hun leiders verloor.
In 1998 leidde de roep om meer transparantie tot de ratificatie van het bindende Aarhus-Verdrag.

België op de vingers getikt

Het verkrijgen van uitgebreidere toegang tot juridische procedures in milieukwesties was geen eenvoudige strijd, zelfs niet binnen onze eigen landsgrenzen.
In 2007 kreeg België een waarschuwing van het toezichtcomité van het verdrag omdat milieuorganisaties moeite hadden met het verkrijgen van toegang tot de Raad van State.
Pas in 2013 erkende het Hof van Cassatie dat milieuorganisaties een gerechtvaardigd belang kunnen hebben in strafrechtelijke en civiele zaken.
De Europese Unie heeft lange tijd milieuorganisaties de toegang ontzegd om te spreken bij het Europees Hof van Justitie.
Het Verdrag van Aarhus werd snel geassocieerd met moeilijke besluitvorming.
De participatie- en beroepsrechten leidden tot meer juridische procedures, wat vertragingen voor politieke projecten veroorzaakten.

Verdrag van Aarhus
Elke burger heeft recht op toegang tot milieu-informatie, betrokkenheid bij milieubesluitvorming en het recht om in beroep te gaan bij milieukwesties. Dit vormt de kern van het Verdrag van Aarhus. Deze fundamentele tekst bevordert het vertrouwen van burgers in overheidsinstellingen en in de democratie als geheel. Het verdrag geeft burgers een stem in milieudiscussies, waarmee het voldoet aan de eisen voor transparantie en participatie die essentieel zijn voor goed bestuur.
Alle deelnemende landen, waaronder België, erkenden het recht op toegang tot milieu-informatie, deelname aan besluitvorming en uitgebreide juridische middelen in milieukwesties.
Het verdrag stelt dat grotere betrokkenheid zal leiden tot betere milieubescherming.
Op 21 januari 2003 ratificeerde België het Verdrag, na goedkeuring door de parlementen van de verschillende bevoegdheidsniveaus (federaal, Waals, Brussels, Vlaams). Sinds 21 april 2003 is het Verdrag van toepassing op Belgisch niveau, negentig dagen na de internationale ratificatie. De bepalingen van het verdrag zijn vervolgens in Belgisch recht geïntegreerd. Belgische burgers kunnen zich beroepen op de rechten die in het Verdrag van Aarhus zijn vastgesteld. Op het Belgische niveau is het Verdrag van Aarhus een gedeelde verantwoordelijkheid.
Zowel de federale overheid als de drie gewesten - het Waalse, het Brussels Hoofdstedelijk en het Vlaamse Gewest - hebben de bepalingen in hun respectieve wetgevingen opgenomen.
Het is aan elke entiteit om te waarborgen dat de bepalingen van het Verdrag van Aarhus zowel juridisch als administratief worden nageleefd.


Onze redactie kwam een zeer lezenswaardig opiniestuk tegen in de Standaard van Hendrik Schoukens, docent milieurecht aan de UGent. "Door subsidies aan de milieuorganisatie Dryade te weigeren, stelt de Vlaamse regering de regionale politiek boven het internationale recht." Waarover gaat het? In 2023 vroeg de organisatie Dryade een 'startsubsidie' aan bij de Vlaamse overheid om kleine natuur- en milieuverenigingen te steunen.
Na drie jaar kan de ngo een statusverhoging tot 'gewestelijke thematische vereniging' krijgen, wat een jaarlijkse subsidie van 120.000 euro betekent.
Dat een ngo een aanzienlijk bedrag zou ontvangen van de Vlaamse overheid, onder andere om de Vlaamse wetgeving te betwisten, leidde tot weerstand van diverse parlementsleden.  Hoewel het departement Omgeving een positief advies uitbracht over de subsidieaanvraag van Dryade, werd deze uiteindelijk door Demir afgewezen. Sommige experts suggereren dat een overheid geen rechtszaken moet "subsidiëren". Dit klinkt misschien goed, maar is niet helemaal correct. Het lijkt erop dat het belangrijke Aarhus-Verdrag over het hoofd wordt gezien. Het weigeren van subsidies aan een organisatie omdat deze worden gebruikt voor het aanspannen van rechtszaken, is niet in overeenstemming met de geest of de letter van het Aarhus-Verdrag. Dit verdrag verplicht overheden om rechtszaken te faciliteren, zelfs als zij zelf het doelwit zijn. Dat de Vlaamse regering nu decreten vaststelt die subsidies voor het financieren van rechtszaken uitsluiten, mag dan populair zijn bij de achterban, maar is juridisch niet te verdedigen. Zulke decreten zijn in strijd met het recht op een gezond leefmilieu, zoals vastgelegd in de Grondwet.

                                                                                              © News en Shutterstock

De vereniging zonder winstoogmerk heeft ondertussen een succesvolle crowdfundingcampagne gelanceerd die meer dan 60.000 euro heeft opgeleverd, wat overeenkomt met de eerste schijf van de subsidie.
Daarnaast stapte de ngo naar de Raad van State, die met een bondig arrest Demir terechtwees.
De Raad stelde dat Demir niet bevoegd was om de subsidie te weigeren na een positief advies van de secretaris-generaal. 

GroenRand meent dat een arrest van de Raad van State niet zomaar genegeerd kan worden, omdat respect voor gerechtelijke beslissingen essentieel is voor de rechtsstaat.
Het blijft onzeker of Dryade juridische stappen zal zetten om de subsidie te verkrijgen, maar het wordt door GroenRand aangeraden dit te overwegen aangezien de positie sterk is.
Demir, nu minister van Onderwijs, wil geen commentaar geven op de uitspraak, maar ziet uit naar de beleidslijn van haar opvolger op het gebied van Omgeving, Jo Brouns (cd&v).
Dryade heeft nog geen reactie ontvangen van Brouns na de uitspraak.
Zijn kabinet geeft echter wel een reactie aan De Standaard: "De middelen zijn niet beschikbaar en we zijn niet van plan deze te zoeken. Er zijn binnen het Departement Omgeving veel dringendere en belangrijkere kwesties."


Er heerste vooral onbegrip over de reden waarom milieuorganisaties steeds vaker naar de rechter stapten om vastgelopen milieukwesties te doorbreken

Milieuorganisaties werden vaak gezien als een gemakkelijk doelwit, en dit is geen recent fenomeen.
Zo werd er, in de nasleep van de controverse rond de vergunningen voor het Uplace-project ongeveer tien jaar geleden, voorgesteld om geen subsidies meer te verstrekken aan milieuorganisaties die juridische stappen ondernemen tegen overheidsbeslissingen.
De Raad van State was echter een andere mening toegedaan.
Het onthouden van subsidies aan een organisatie omdat deze rechtszaken aanspant, strookt niet met de geest of de letter van het Verdrag van Aarhus.
Dit verdrag verplicht landen en regio's om milieubewustzijn te bevorderen onder de bevolking, met speciale aandacht voor de toegang tot juridische procedures in milieuzaken.
Het verdrag stelt dat elke partij "adequate erkenning en ondersteuning moet bieden aan verenigingen, organisaties of groepen die zich inzetten voor de bescherming van het milieu".

Kritische waarnemers werden vaak als zondebok aangewezen en men probeerde hen het zwijgen op te leggen.
Het feit dat milieuorganisaties zoals vzw Dryade steeds vaker naar de rechtbank gingen om de impasse rond milieukwesties te doorbreken, leidde voornamelijk tot onbegrip.
De mooie beloften gemaakt in Aarhus vervaagden naar de achtergrond.
Desondanks is de toegang tot de rechter in milieuzaken een stevige juridische verworvenheid geworden.
De pogingen van de Vlaamse Regering om extra hindernissen op te werpen in beroepsprocedures, zoals het invoeren van een inspraak- en attentieplicht voor burgers, zijn de afgelopen jaren niet succesvol gebleken voor het Grondwettelijk Hof.

Het Aarhus-verdrag verplicht de overheid om rechtszaken te faciliteren, zelfs als zij het doelwit is

In april zijn nieuwe regels voor subsidies vastgesteld via een decreet.
Het is nu uitdrukkelijk verboden om financiering aan te wenden voor juridische procedures tegen het Vlaamse Gewest.
Voortaan is het de Vlaamse regering die beslissingen neemt over de dossiers.
Hoewel het populair kan zijn dat de Vlaamse regering decreten vaststelt die subsidies voor de financiering van rechtszaken uitsluiten, is dit juridisch onhoudbaar.
Zulke decreten zijn in strijd met het recht op een gezond leefmilieu, zoals vastgelegd in de Grondwet.
Onze grondwettelijke orde berust op het principe van drie gescheiden machten: de uitvoerende, de wetgevende en de rechtsprekende macht.
Het concept van 'tegenmacht' is sinds de jaren '90 een integraal onderdeel van het internationale milieurecht.
De weigering om subsidies te verlenen aan milieuorganisaties is in strijd met het internationale Verdrag van Aarhus.
Dit verdrag, formeel het Verdrag betreffende de toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden genoemd, stelt dat politieke besluiten niet onfeilbaar zijn en onderworpen moeten kunnen worden aan juridische toetsing.