Klimaatverandering in het GroenRand-gebied
De grove den behoort tot de weinige inheemse naaldboomsoorten en werd in het verleden vaak monocultureel aangeplant.
Hoewel sommigen deze uniform aangeplante dennenbossen als een ecologische ramp beschouwen, is de grove den toch prominent aanwezig in ongeveer de helft van de Vlaamse bossen.
Deze soort is een van de weinige die goed gedijt op de arme gronden van bijvoorbeeld de Kempen.
Bovendien heeft de grove den een geassocieerde biodiversiteit van schimmels en kevers die beter presteert dan die van andere inheemse loofbomen zoals de haagbeuk, linde, es of olm, en is economisch gezien ook nog eens voordelig.
Wanneer dan het INBO een verspreide verzwakking en sterfte van grove den vaststelt, gaan alarmbellen rinkelen.
Aanzienlijke sterfte van deze soort kan belangrijke gevolgen hebben voor het bosklimaat, de waterhuishouding, de koolstofopslag, het terreinbeheer, de bosverjonging, enzovoort.
De teruggang van de grove den wordt voornamelijk door het klimaat veroorzaakt: aanhoudende droogte en een toename van extreme neerslag en temperaturen verzwakken de dennen. Deze fenomenen dragen ook bij aan het ontstaan van nieuwe ziektes.
Vanaf april 2024 is er een project gestart om de problemen met grove dennen in Vlaanderen, net als in andere delen van West-Europa, beter te begrijpen.
Gedurende de volgende twee jaar zal het INBO door middel van boorkernanalyses (dendrochronologie) de gezondheidsevolutie van grove dennen in heel Vlaanderen onderzoeken.
Het doel is om verbanden te vinden tussen ziektes en de variabelen van de standplaats en het klimaat.
Letterzetters en klimaatopwarming
© Durf Denken
De letterzetter (Ips typographus), een schorskever van ongeveer een halve centimeter groot.
De levenscyclus van de letterzetter is sterk afhankelijk van het klimaat.
Bij normale weersomstandigheden komt de schorskever beperkt voor, omdat veel gezonde bomen de letterzetter met hun natuurlijke harslaag op afstand houden.
Echter, lange droge periodes, stormen en veel regen kunnen de situatie veranderen.
Beschadigde bomen kunnen zich niet meer verdedigen, wat de letterzetter de kans geeft om snel toe te slaan en bomen te verorberen.
Op dit moment is er een toename van de letterzetter in Voorkempen te zien, ook in de omgeving van de Antitankgracht.
Letterzetters huizen in gangenstelsels onder de schors van sparren, en hun vraatsporen verraden vaak hun aanwezigheid.
Deze veelvraten voeden zich met verzwakte naaldbomen, waaronder de fijnspar, lariks, douglasspar en gewone zilverspar, die tot hun favoriete kost behoren.
Wanneer de letterzetter zich in een spar vastbijt, is dit meestal fataal voor de boom; deze verkleurt, verliest zijn naalden en vaak is er boormeel zichtbaar op de stam.
Vooral fijnsparren zijn kwetsbaar voor de vraatzuchtige letterzetter.
Ook bomen die verzwakt zijn door storm, droogte, vernatting of het verwijderen van naburige bomen, zijn een prooi.
Bomen ouder dan 70 jaar zijn eveneens geliefd.
Mannelijke letterzetters graven zich eerst een weg door de bast om paringskamers te creëren. Ze verspreiden een feromoon dat vrouwtjes lokt.
Na paring met verschillende partners, nemen de vrouwtjes het over.
Zij graven verticale tunnels (moedergangen) onder de bast en leggen daar tientallen eieren.
Binnen één tot twee weken komen de witte larven uit, die natuurlijk honger hebben.
Deze kleine vraatzuchtige larven eten zich vol en vreten de bast weg om horizontale gangen te maken die van de moedergang afwijken.
Na zes weken zijn de larven volgroeid en graven ze een tunnel door de bast naar buiten. Eenmaal buiten hebben de jonge letterzetters slechts één doel: een nieuwe (verzwakte) spar vinden om te koloniseren.
Jaarlijks, van april tot oktober, produceren letterzetters twee tot drie nieuwe generaties.
Hoe langer en warmer de zomers, des te groter het succes en des te sneller de verspreiding van de letterzetter in Vlaanderen.
Bron: eigen verslaggeving - Onze Natuur - ANB
Geen opmerkingen:
Een reactie posten