vrijdag 29 november 2024

Milieuorganisaties hekelen mestplannen Vlaamse regering

Milieuorganisaties hekelen mestplannen Vlaamse regering

© Peter Hilz

Vlaamse minister van Omgeving, Jo Brouns (CD&V), heeft aangekondigd dat hij begin 2025 het langverwachte zevende Mestactieplan (MAP 7) wil invoeren. Dat is een doorn in het oog van de natuurorganisaties, die al even niet meer achter het akkoord van 2023 staan. Woensdag stelden Bond Beter Leefmilieu (BBL), Natuurpunt en de West-Vlaamse Milieufederatie dat Brouns 'een loopje met de waarheid neemt door de aanpak als de uitvoering van het akkoord te verkopen'. Ze beweren dat het plan niet gesteund wordt door een milieueffectenrapport (MER) en dat een eerste analyse door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) al aantoont dat de maatregelen onvoldoende zijn om de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie ervan te overtuigen dat de waterkwaliteit adequaat beschermd wordt. Milieuorganisaties zoals Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en de West-Vlaamse Milieufederatie hebben zich duidelijk gedistantieerd van wat zij zien als 'onstabiel haastwerk'.


Om het principeakkoord te begrijpen, is het nodig terug te kijken naar 2022.
Het voorstel van Zuhal Demir, destijds minister van Omgeving voor de N-VA, werd door de sector afgewezen, waarna werd besloten dat de betrokken organisaties zelf een akkoord mochten formuleren.
Landbouw-, milieu- en natuurorganisaties kwamen bijeen en presenteerden in maart 2023 een principeakkoord dat voor alle partijen aanvaardbaar was, met uitzondering van één punt: de nulbemesting in VEN-gebieden.
Wat Brouns niet in de teksten opnam, was een verbod op bemesting in VEN-gebieden - een selectie van de meest gevoelige natuurgebieden in Vlaanderen.
In deze gebieden bevindt zich 2.700 hectare landbouwgrond waar nog steeds bemesting plaatsvindt.
Dat er geen verbod zou komen, was in februari een belofte van Brouns om de boerenprotesten te kalmeren.
Dit wordt bevestigd in het regeerakkoord.
Het akkoord stelde echter dat de politiek een oplossing moest vinden die later in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zou worden opgenomen.
Als gevolg hiervan stortten de onderhandelingen in en heeft Vlaanderen tot op heden geen officieel MAP7.
Ondertussen heeft de Europese Commissie Vlaanderen voor het Europees Hof van Justitie gedaagd wegens onvoldoende maatregelen tegen nitraatverontreiniging.
In de Nitraatzaak hebben milieuorganisaties zoals Bond Beter Leefmilieu (BBL), Dryade, Greenpeace, Natuurpunt en WWF Vlaanderen de overheid voor de rechter gedaagd.
De dwangsommen van de veroordeling in de Nitraatzaak lopen dagelijks op.
De rechter oordeelde in hun voordeel en stelde dat Vlaanderen niet genoeg doet om de doelstellingen van de Europese nitraatrichtlijn te bereiken. Daardoor moet Vlaanderen nu dagelijks een dwangsom van 1.000 euro betalen, met een maximum van 1 miljoen euro, totdat er actie wordt ondernomen.



Minister Brouns beweert dat de inhoud overeenstemt met de afspraken die in 2023 met het middenveld zijn gemaakt.
Milieuorganisaties stellen echter dat dit niet het volledige verhaal vertelt.
Het principeakkoord van 2023 specificeerde dat het plan aangepast zou kunnen worden als het milieueffectenrapport (MER) zou uitwijzen dat de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water niet behaald zouden worden. Uit een voorlopige doorrekening van de Vlaamse Milieumaatschappij bleek reeds een jaar geleden dat de voorliggende maatregelen niet zullen volstaan om de Europese normen te halen.
De milieuorganisaties benadrukten tevens dat de Europese Commissie dit akkoord eerst moet goedkeuren voordat het definitief kan worden bekrachtigd.
Aangezien het MER nog niet beschikbaar is, is er nog geen bewijs dat MAP7 de gestelde doelen daadwerkelijk bereikt. Bovendien is er nog geen goedkeuring van de Commissie ontvangen.

Het is mogelijk dat de Europese Commissie MAP7 afwijst, of dat er aanpassingen nodig zijn zodra het milieueffectenrapport beschikbaar komt bij het departement Omgeving. De minister heeft hier in zijn beleidsnota ruimte voor gelaten. "Indien uit de monitoring in 2025 en 2026 blijkt dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen, zullen deze worden genomen. Op dat moment zullen ook de auto-executieve maatregelen van kracht worden. We geven natuur-, landbouw- en milieuorganisaties vier maanden de tijd om een akkoord te bereiken over de aanvullende maatregelen, met het oog op een positieve milieueffectrapportage (MER)", staat er in de beleidsnota.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten