Zeven Vlamingen op tien zeggen dat ze schrik hebben voor spinnen
Een afschuw hebben aan spinnen hangt vaak samen met esthetische oordelen: ze zijn afstotelijk, hebben vieze lange kriebelende poten, zijn behaard, et cetera.
Natuurfilms met uitvergrote beelden kunnen die negatieve gevoelens versterken.
Vaak is die angst ook aangeleerd.
Je kan angst bijvoorbeeld overnemen door een eng verhaal te horen of door dat je je ouders ooit angstig hebt zien reageren op een spin.
Ons brein bekijkt dat als een leerproces en zal de volgende keer opnieuw angstig reageren.
Bovendien zien de beestjes er ook niet echt gezellig uit.
Je kan angst bijvoorbeeld overnemen door een eng verhaal te horen of door dat je je ouders ooit angstig hebt zien reageren op een spin.
Ons brein bekijkt dat als een leerproces en zal de volgende keer opnieuw angstig reageren.
Bovendien zien de beestjes er ook niet echt gezellig uit.
Het is normaal dat we bang zijn voor mogelijke gevaren.
Dat is een overlevingstrekje dat we van onze voorouders hebben meegekregen.
Waarom we afkeer voor spinnen hebben, is altijd niet zo duidelijk.
Wellicht omdat een aantal niet inheemse spinnen -zoals de bruine en zwart weduwe of
de bananenspin- giftig zijn.
Wij leven over het algemeen nogal ver van de natuur.
Mensen die met spinnen opgroeien, weten wat ze van de beestjes kunnen verwachten.
Bij ons is dat niet meer het geval, en onbekend maakt onbemind.
Spinnen in Vlaanderen zijn allesbehalve agressief en de kans dat je een spinnenbeet krijgt, is ronduit miniem.
En soms spreken de namen ook tot de verbeelding: wespspin, wolvenspin,…
Mensen die met spinnen opgroeien, weten wat ze van de beestjes kunnen verwachten.
Bij ons is dat niet meer het geval, en onbekend maakt onbemind.
Spinnen in Vlaanderen zijn allesbehalve agressief en de kans dat je een spinnenbeet krijgt, is ronduit miniem.
En soms spreken de namen ook tot de verbeelding: wespspin, wolvenspin,…
Tijgerspin
De tijgerspin of wespspin (twee benamingen worden gebruikt) heeft een zwart-geel gestreepte achterlijf.
De tijgerspin of wespspin (twee benamingen worden gebruikt) heeft een zwart-geel gestreepte achterlijf.
Het uiterlijk van de tijgerspin, doet heel erg denken aan een wesp of hoornaar.
Vandaar ook zijn tweede naam.
Vandaar ook zijn tweede naam.
De wespspin is een geduchte jager die de voorkeur geeft aan een lekkere sprinkhaan of libel.
Ook mannelijke spinnen vallen soms ten prooi.
Tijgerspin
De vrouwelijke wespspin is namelijk een kannibaal die haar partner na de paring op het menu zet.
In een poging om toch zo snel mogelijk te ontsnappen laat het mannetje zijn voortplantingsorgaan achter in het lichaam van het vrouwtje.
De wolfspin is een soort die geen web gebruikt, maar zijn actieve jagers die hun poten en kaken gebruiken om de prooi te vangen.
Vrouwelijke veldnachtwolfspinnen zijn opmerkelijke moeders: ze dragen hun eieren in een zakje.
De zebraspin – die enkele millimeters groot is- heeft wel iets clownesk, zoals hij komisch springt en schuchter om zich heen kijkt.
Deze spin uit de familie van de springspinnen is geen bangerik.
Geen prooi lijkt hem te groot.
Vliegen, muggen, kevers – hij besluipt en verschalkt alles wat op zijn weg komt.
Overdag zit hij graag op zonnige, warme plekjes.
Deze spin uit de familie van de springspinnen is geen bangerik.
Geen prooi lijkt hem te groot.
Vliegen, muggen, kevers – hij besluipt en verschalkt alles wat op zijn weg komt.
Overdag zit hij graag op zonnige, warme plekjes.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten