Eerste hommels zoemen in GroenRand
Epeoloides coecutiensVeel bloemen en voedselgewassen hebben hommels, bijen of andere insecten nodig om het stuifmeel over te brengen.
Als natuurlijke bestuivers helpen ze onze landbouwers om groenten en fruit te kweken.
Daarnaast zorgen ze voor het voortbestaan van de inheemse flora.
Het is dus ook in ons eigen belang om ze te beschermen.
Een kolonie hommels sterft elk najaar, enkel de bevruchte jonge koninginnen overwinteren.
Ze gebruiken meestal hun nest maar één keer want de nesten worden vaak bedreigd door nestparasieten en andere vijanden.
De vrouwelijke hommels hebben een angel maar gebruiken die haast nooit, enkel bij bedreiging van zichzelf en het nest.
De steek van de hommel is ongevaarlijk, tenzij je allergisch bent.
Er zouden een 30-tal soorten hommels voorkomen in België.
Hommels en bijen behoren tot dezelfde familie, namelijk de Aphidae.
Ze lijken wat op elkaar.
Er zijn een aantal duidelijke verschillen.
Hommels produceren, in tegenstelling tot bijen, geen honing.
Hommels zijn groter en hebben meer haar op hun lichaam.
Dit maakt ze beter geschikt voor bestuiving dan bijen.
Dankzij hun omvang en dicht behaarde lichaam nemen hommels grote hoeveelheden stuifmeel mee.
Ze zijn heel de dag actief en kunnen per minuut verschillende bloemen bezoeken.
Hommels vliegen vaak al heel vroeg op de dag en kunnen zelfs tijdens regenweer of bij vrieskou gespot worden.
Bij relatief lage temperaturen en weinig lichtinval (bewolkt weer) vliegt de hommel uit, wat de bij niet doet.
Hierdoor is de hommel ook in het voor- en najaar goed inzetbaar.
aardhommel
Het zijn harde werkers, maar zijn bovendien 'slim'.
Sociaal leren is leren door
te kijken hoe anderen iets doen en te zien welke gevolgen dit heeft.
Een bijendans, bijvoorbeeld, is een
communicatiedans die gebruikt wordt bij bijen om hun nestgenoten te informeren
in welke richting de voedselbron zich bevindt en wat de afstand is tot deze
voedselbron.
Maar hoe zit dat met hommels?
Het was de vraag die Alice Bridges, onderzoeker in gedragsbiologie bij dieren
aan de Queen Mary University in Londen, zich stelde voor haar
doctoraatsonderzoek.
Ze liet hommels proberen het deksel van een
puzzeldoos te halen.
De dieren konden aan het deksel draaien door een rode of blauwe knop in te
duwen.
Om de doos te openen, was een bepaalde kleurencombinatie vereist.
In de doos zat hun beloning in de vorm van suiker.
Hommels
die de combinatie niet door wetenschappers aangeleerd kregen, konden het alsnog
leren door te kijken naar een 'voorbeeldhommel' die de combinatie wel had
aangeleerd.
98 procent van de hommels die een soortgenoot met ervaring als voorbeeld hadden, slaagde erin het gedrag na te
doen.
Voor Bridges en haar team levert het onderzoek
voldoende aanwijzingen voor het sociaal leren bij hommels op.
De niet-getrainde hommels leerden het gewenste gedrag ("hoe kom ik aan die
suikeroplossing?") door te kijken naar het gedrag van anderen, en niet
door zelf de oplossing te ontdekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten