De kampioenduiker van de Antitankgracht
Een watervogel die uitstekend kan vissen en een zeer goede
duiker is.
De aalscholver heeft een overwegend zwart
verenkleed waarop een blauwgroene glans valt waar te nemen.
Hij heeft een gele vlek bij de keel.
Zijn spanwijdte is maximaal een meter.
Aalscholvers zijn gewoonlijk erg stil.
Af en toe hoor je in het broedgebied een paar kleine geluiden of schorre kreetjes.
Zijn favoriete maal zijn vissen van om en bij de 20 cm lang.
Wanneer hij hebberig is, gaan vissen van meer dan 1 kg ook vlotjes binnen.
Zijn dagelijkse portie bestaat uit ongeveer 750 gram vis.
Zijn voedsel is dus vis, zoals baars, snoekbaars
en paling..
Aalscholvers
zijn sociale dieren.
Tijdens de broedperiode verzamelen ze zich in grote kolonies langs de rand van het water.
In grotere boomkolonies sterven de broedbomen vaak af als een gevolg van hun uitwerpselen.
Vaak zien we ook gemengde kolonies met de blauwe reiger.
Voor het nest worden vrij grote takken gebruikt.
De broedplaats wordt bekleed met riet en andere uit het water geviste plantendelen.
Juveniele aalscholvers zijn donkergrijs met een witte buik. juveniel
In het verleden werden aalscholvers geregeld bejaagd en werden zij vrij zeldzaam.
Tegenwoordig heeft de populatie zich weer hersteld.
De aalscholver zit vaak met uitgespreide vleugels op een paaltje bij het water.
Reden hiervoor is dat de aalscholver, in tegenstelling tot andere zwemmende en duikende watervogels, geen waterafstotende en beschermende vetlaag op de veren heeft.
Na iedere zwemtocht moet hij zich drogen om weer te kunnen vliegen.
De aalscholver zit vaak met uitgespreide vleugels op een paaltje bij het water.
Reden hiervoor is dat de aalscholver, in tegenstelling tot andere zwemmende en duikende watervogels, geen waterafstotende en beschermende vetlaag op de veren heeft.
Na iedere zwemtocht moet hij zich drogen om weer te kunnen vliegen.
Foto's Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten