Wat vliegt er in onze
GroenRand-hof
Bijvliegen doen door hun kleuren en beharing aan honingbijen denken, zeker
wanneer men ze in hun grillige vlucht niet rustig kan bekijken.
De meeste blijven in lengte onder de twee centimeter.
Veel bijvliegen bootsen vliesvleugeligen zoals wespen of bijen na.
Dit is geen toeval;
Uit angst een steek op te lopen aarzelen andere insecten of dieren om aan te
vallen.
Bij nadere bestudering valt op dat de antennen kort zijn: korter dan de
kop.
Bij bijen zijn de antennen altijd lang.
Bijvliegen komen overal in GroenRand voor.
Er zijn verschillende soorten, we
brengen er maar enkele onder de aandacht.
De larven van bijvliegen voeden zich meestal onder water met bacteriën.
Een lange telescopische uitschuifbare adembuis stelt hen in staat om lucht te happen en kan bij sommige soorten 20 cm lang worden.
De bandzweefvlieg is een soort zweefvlieg die je in de Voorkempen veel ziet.
Ze houden van een omgeving met veel bloemen.
Vaak aan de rand van een bos.
Een groot voordeel voor de tuin is dat de larven van de bandzweefvliegen dol zijn op bladluizen.
Blinde bij
De blinde bij lijkt op de honingbij en dankt hier mede haar naam aan.
De volwassen exemplaren zijn bloembezoekers en dragen bij aan de bestuiving van bloemen en planten.
De honingbijen maken een vrij vloeiende beweging, terwijl de blinde bij van positie naar positie kan schieten en regelmatig stil blijft hangen in de lucht.
De blinde bij heeft ongeveer dezelfde vorm en kleur als onze honingbij.
Om de gelijkenis nog te versterken, maakt de blinde bij ook nog een zoemend geluid.
Tenslotte heeft een 'echte' honingbij twee paar vleugels in plaats van twee, maar dat is alleen te zien als deze insecten stil zitten.
Bosbandzweefvlieg
De Bosbandzweefvlieg lijkt
door het geel-zwarte patroon op het achterlijf iets op een wesp.
Er zijn veel zweefvliegen met zulk patroon, maar de Bosbandzweefvlieg heeft een
dof, koperkleurig borststuk, de gele banden op het achterlijf zijn iets
snorvormig en de ogen zijn behaard.
De gewone pendelvlieg is een
zweefvlieg met zwarte en witte (gelige) lengtestrepen op het borststuk en gele
achterlijfvlekken.
Deze soort wordt op bloemen gevonden.
Ten opzichte van andere bijvliegen onderscheidt deze zich door de kale zwarte
lengtestreep op de kop.
Gewone snuitvlieg
De gewone snuitvlieg is een roodbruine zweefvlieg met een lange snuit.
Deze soort is vrijwel uniek.
Het achterlijf is roodbruin en draagt donkere tekeningen.
De larve leeft in uitwerpselen van een koe.
De kleine bandzweefvlieg is een
geel-zwarte zweefvlieg met een koperen
borststuk.
Men vindt hem terug in een bosachtige omgeving.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten