Groenling in GroenRand

 

Groenling in GroenRand

Dit mooie, olijfkleurige zangvogeltje uit de vinkenfamilie is een graag geziene gast in het GroenRand-projectgebied.
De Europese groenling kan op veel verschillende plaatsen waargenomen worden: open plekken, bosranden, tuinen, parken en boomgaarden.

De groenling is ongeveer 15 cm groot; de spanwijdte is 25-27 cm en het gewicht bedraagt 25-30 gram.
In vlucht valt geel op staartzijden en in vleugel op.

Het vrouwtje is niet zo uitbundig gekleurd.
De groenling bezoekt ook landbouwgebieden om zaden en bessen te verzamelen.

In de nazomer is de groenling vaak terug te vinden op hondsroos en rimpelroos, waar groenlingen de rozenbottels eten.
Met zijn krachtige snavel kan de vogel gemakkelijk harde zaden kraken.

Op de voedertafel worden vooral zonnebloempitten en pinda’s gegeten.
Meidoorn en hondsroos (rozenbottel) zijn een populaire nestplaats.

De groenling start in de lente, vanaf eind maart, met broeden.
Groenlingen maken een eigen nest in de vorm van een kommetje met behulp van allerlei takjes en twijgjes.

Ze gebruik dan kleine veertjes en gevonden dierenharen om het kommetje af te maken.
Het mannetje  vliegt met schokkerige vleugelslagen en zingt om de vrouwtjes te bekoren en pronkt met zijn knalgele veren.
In de broedperiode heeft de groenling twee legsels.
Een legsel bestaat uit ongeveer 4 of 5 eieren.
Het duurt 2 weken voordat deze eieren uitkomen.

Eenmaal uit het nest blijft de familie nog een korte periode bij elkaar.
De jongen worden dan nog verzorgd door allebei de ouders.
Ook het voeren van de jongen hoort daar nog bij.
Sinds enkele jaren is bekend dat groenlingpopulaties gevoelig zijn voor de parasitaire ziekte Het Geel (trichomonose).

De afnames zijn abrupt en groot in landen als Finland, Denemarken, Frankrijk en Zwitserland. In Groot-Brittannië zelfs met 75%.
De parasiet veroorzaakt een kaasachtig gekleurd abces in het bovenste deel van het spijsverteringskanaal (keel-slokdarm). 

Hierdoor kan de vogel minder goed eten wat leidt tot gewichtsverlies, sloomheid en slecht (onderhouden) verenkleed. 

De vogels komen om door o.a. verhongering. 

Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand