In het
GroenRand-projectgebied wordt intensief gewerkt aan anti-verdrogingsmaatregelen en waterkwaliteit
De recente droge en warme zomers leidden tot aanhoudende neerslagtekorten, historisch lage grondwaterstanden, lage waterpeilen en afvoeren en een verminderde waterkwaliteit.
Dankzij de vele regen in januari is het grondwaterpeil op veel plaatsen in Vlaanderen terug gestegen, dus ook in het GroenRand-projectgebied.
Dat blijkt uit de maandelijkse cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Bij 4 op de 10 meetplaatsen stond het grondwater op een normaal peil voor de tijd van het jaar.
Bij 2 op de 10 meetplaatsen stond het grondwater zelfs hoog
tot zeer hoog.
In Februari viel er amper 13,3 millimeter neerslag, vijf keer minder dan
het gemiddelde.
We moeten ons voorlopig nog geen al te grote
zorgen maken, zeggen hydrologen, maar er is in februari wel een mooie kans
verkeken om de watervoorraden in de natuur verder aan te vullen.
We moeten de komende jaren blijven investeren in structurele oplossingen.
De
bovenste grondwaterlagen reageren sterk op de hoeveelheid regen die er al dan
niet valt.
De regen hebben we niet in de hand, maar met het beleid kunnen we er
wel voor zorgen dat we dat water zo veel mogelijk vasthouden.
Meer info over grondwaterstand: https://youtu.be/baIVCV-0vLo
GroenRand ondervindt dat in hun projectgebied extreme droogte vaker en intenser voorkomt.
Het INBO gaf in 2019 advies over de inrichting en het beheer van de Antitankgracht in functie van zeldzame soorten zoals de otter.
Meer info: https://pureportal.inbo.be/files/17179776/INBO.A.3741.pdf
Om een
succesvolle vestiging van otters te verzekeren is een gezond visbestand met
voldoende én gezonde vis belangrijk.
Otters voeden zich voor 80% met vis.
Zowel
de kwantiteit als de kwaliteit van het visbestand is een aandachtspunt.
Uit
resultaten van deze studie blijkt dat kwik en pcb-vervuiling in visweefsel nog
steeds zeer hoog is en het herstel van de otterpopulatie hindert.
Het verder ruimen van slib kan hieraan tegemoetkomen.
Zo kan de Antitankgracht permanent watervoerend worden gehouden.
In droge zomers vallen bepaalde segmenten van de Antitankgracht droog.
Er moet over gewaakt worden dat er altijd voldoende watervoerende segmenten
beschikbaar zijn waar de vispopulatie zich in droge periodes kan terugtrekken.
Er wordt eveneens onderzocht of een grotere aanvoer van water vanuit het kanaal
Dessel-Turnhout-Schoten mogelijk is in droge periodes.
Hierbij moet rekening gehouden worden met de gemaakte afspraken in het
Maasafvoerverdrag met betrekking tot het Albertkanaal dat het kanaal
Dessel-Turnhout-Schoten voedt.
Met de huidige slibruimingen wordt voldoende diep water beoogd zodat bij laagstand er voldoende buffering is.
Maar tegelijk wordt ook de onderwaterbodem gesaneerd en wordt het -vooral historisch- vervuild slib verwijderd.
Door de ruiming verbetert niet alleen de doorstroming van de waterloop, maar zal ook de ecologische toestand van deze beschermde waterloop verder verbeteren.
Op basis van de waarden gemeten in 2000 waren de gehaltes van kwik en PCB’s (polychloorbifenylen) in paling te hoog.
Het is aannemelijk dat de waarden voor PCB’s door herhaalde slibruimingen zodanig zal dalen dat de grenswaarden minder of niet meer overschreden worden.
De opgestapelde lichaamsvreemde stoffen in vis moeten terug gemeten worden zodat we terug actueel zicht krijgen op de vervuilende stoffen in de Antitankgracht.
Wat betreft de Antitankgracht is de droogteproblematiek gekend.
Daarom werden aan een aantal bunkers bypassen aangebracht om niet enkel afhankelijk te zijn van de regeling van de schuiven in de sluisbunkers en werden deze schuiven bovendien hersteld.
Het Dryhoeksbos is gelegen aan de Schans van Schilde en wordt ervaren als een prachtig wandelgebied rond de Antitankgracht.
Dit bos heeft door zijn unieke ligging ook een eigen natuur, het heeft een
bijzonder veldje met gagel en de heidegedeelten zijn heel apart.
De Kleine Schans, naast andere overblijfselen van de versterkingen (zoals bv.
een sluisbunker), is een oude bunker van wereldoorlog twee.
In het najaar van 2021 verbeterden we de kwaliteit van dit stukje
natuur.
Welke maatregelen werden er genomen?
- De
grachten werden gedicht zodat het water niet langer wegvloeit.
- De
begroeiing van de bovenste grondlaag werd verwijderd om de bodem
voedselarmer te maken. Dat heet ‘plaggen’.
- Er kwam
een zachte bosrand waarvan insecten profiteren.
- Wilde gagel krijgt meer kansen
Met het
verwijderde hout en een deel van het plagsel werden reptielenhopen gemaakt.
De
levendbarende hagedis voelt zich hier binnenkort nóg meer thuis.
Wilde gagel is een struik die een wel heel typische geur heeft, hij ruikt naar Eucaplyptus.
Deze plantensoort kun je tegenkomen in milieus die 's winters door de hoge grondwaterstand overstroomd zijn, terwijl ze in de zomer droog staan.
De struiken hebben een glanzend donkerbruine takken en ze bloeien vroeg in het voorjaar nog voor dat er bladeren aan ontspruiten.
Wilde
gagel brengt het landschap op smaak.
De struiken geven het gebied zijn unieke
geur en kleur.
Tussen eind maart en half april komen de planten in bloei.
Wilde gagel was in de middeleeuwen een belangrijk ingrediënt van gruyt, een mengsel van kruiden dat aan bier werd toegevoegd voor smaak, geur en bewaring.
Op initiatief van vrijwilligers van Natuurpunt werd het biobier Gageleer ontwikkeld.
Zo herleeft een oude traditie ten voordele van het natuurbehoud en van de smaak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten