De schrikwekkende schorpioenvlieg is op komst in het GroenRand-gebied
De kop is net een snavel, met op het uiteinde kaakjes.
Sommigen krullen hun achterlijf omhoog en aan het eind is een bolletje met tangetjes te zien.
Dat zijn de mannetjes.
Het achterlijf van de vrouwtjes loopt in een punt uit.
Ze halen soms insecten uit een spinnenweb.
Daarnaast zuigen ze vaak nectar uit verschillende soorten bloemen.
Zo genoemd omdat het opgekrulde achterlijf van de mannetjes aan dat van een schorpioen doet denken.
Deze gevaarlijk uitziende schorpioenvlieg is binnenkort te vinden langs de GroenRand-bosranden.
Veel mensen vragen zich af of schorpioenvliegen gevaarlijk zijn.
Ze doen echter niets.
Daarnaast zuigen ze vaak nectar uit verschillende soorten bloemen.
Zo genoemd omdat het opgekrulde achterlijf van de mannetjes aan dat van een schorpioen doet denken.
Deze gevaarlijk uitziende schorpioenvlieg is binnenkort te vinden langs de GroenRand-bosranden.
Veel mensen vragen zich af of schorpioenvliegen gevaarlijk zijn.
Ze doen echter niets.
De vlieg verkiest liefst een vochtig omgeving en vertoeft voorkeur in de schaduw.
Ze zijn meestal zo rond de 2,5 cm groot.
Het mannetje is gemakkelijk te herkennen door de opvallende rode “angel” die op de angel van de schorpioen lijkt.
Maar deze “angel” wordt alleen maar gebruikt tijdens de paring om het vrouwtje mee vast te houden.
Ook met de bek die op een pincet lijkt kan hij je niet steken.
Voordat de daadwerkelijke paring begint, en hij met de “angel” het vrouwtje vasthoudt, brengt hij haar een verleidingsgeschenk.
Ze zijn meestal zo rond de 2,5 cm groot.
Het mannetje is gemakkelijk te herkennen door de opvallende rode “angel” die op de angel van de schorpioen lijkt.
Maar deze “angel” wordt alleen maar gebruikt tijdens de paring om het vrouwtje mee vast te houden.
Ook met de bek die op een pincet lijkt kan hij je niet steken.
Voordat de daadwerkelijke paring begint, en hij met de “angel” het vrouwtje vasthoudt, brengt hij haar een verleidingsgeschenk.
Dit is meestal een dode insect.
Hij spuugt ook een donker bruine druppel vocht uit, dat op een blad terecht komt.
Dit goedje smaakt zoet.
Daar is het vrouwtje heel erg verzot op.
Ze kunnen tevens met hun vleugels flink klapperen om indruk te maken.
De vrouwtjes paren meestal met meerdere mannetjes en leggen dan na ongeveer vier dagen in totaal 50 tot 60 eieren op verschillende plaatsen - twaalf tot twintig elk - in de grond.
Na ongeveer tien dagen komen de larven uit de eieren, die zich net als de volwassenen voeden met insecten.
De larven die zich laat in het jaar ontwikkelen, overwinteren, terwijl de
larven die zich vroeg in het jaar ontwikkelen relatief snel verpoppen en in
hetzelfde jaar als een insect uitkomen.
Na het verlaten van de poppenschaal heeft het dier ongeveer drie uur nodig om
te drogen en klaar te zijn met kleuren.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten