We hebben veel vragen voor minister Jo Brouns en zullen ons best doen om antwoorden te krijgen
Er is brede consensus over het belang van verbeterde verbindingen tussen Natura 2000-gebieden, en het toepassen van de bouwshift op natuurverbindingsgebieden is een effectieve manier om dit te bereiken.
De bouwshift legt de nadruk op het behoud van open ruimte, waarbij natuurverbindingsgebieden prioriteit hebben omdat ze cruciaal zijn voor de ecologische samenhang tussen Natura 2000-gebieden.
Door Natura 2000-gebieden met elkaar te verbinden, worden ecosystemen versterkt en natuurlijke processen gestimuleerd door de toename van ruimte voor de natuur.
Dit zorgt voor grotere, aaneengesloten natuurgebieden die cruciaal zijn voor de verspreiding van planten en dieren.
Het stelt populaties in staat te migreren en genetisch materiaal uit te wisselen, wat essentieel is om inteelt te voorkomen, de genetische diversiteit binnen populaties te behouden en soorten veerkrachtiger te maken tegen veranderingen zoals klimaatverandering, waardoor hun overlevingskansen toenemen.
Wanneer zich kansen voordoen om twee nabijgelegen Natura 2000-gebieden met elkaar te verbinden, moet de bouwshift ervoor zorgen dat harde bestemmingen, zoals bouwgronden, kunnen worden aangekocht.
Volgens GroenRand is er nood aan een 'Vlaams gebiedsfonds voor snelle en strategische aankopen' om natuurverbindingen te realiseren.
Het 'Gebiedsfonds' is momenteel geen standaard beleidsinstrument, waardoor we beperkt blijven tot de bestaande regelgevende mogelijkheden.
De oprichting van een gebiedsfonds kan daarom uitsluitend via politieke besluitvorming worden gerealiseerd.
Het kabinet van voormalig minister Demir toonde bereidheid om een gebiedsfonds voor prioritaire acties op te richten, maar door het einde van de legislatuur is dit niet verder uitgewerkt.
De Schietvelden, bestaande uit het Klein en Groot Schietveld, vormen zulk een prioritaire actie vanwege hun status als belangrijke natuurgebieden binnen het Natura 2000-netwerk.
Ze bevatten zeldzame habitats die cruciaal zijn voor de instandhouding van diverse soorten.
Het departement Omgeving heeft zelf een ontwerpend onderzoek Hesselteer laten uitvoeren naar deze verbinding.
Dit onderzoek werd uitgevoerd binnen het complexe project Nieuwe Rand en het gebiedsprogramma Klimaatgordel en onderstreept de hoogdringende noodzaak om een stuk grond in Brasschaat aan te kopen.
Deze aankoop is een cruciale stap om de Kalmthoutse Heide, de Schietvelden en de natuur langs de Antitankgracht met elkaar te verbinden.
Het is onderdeel van een ambitie om het grootste ven- en heidegebied van Vlaanderen te creëren en de leefgebieden van planten en dieren te versterken.
Dit kan in de toekomst leiden tot een Nationaal Park en wordt gesteund door het huidige masterplan, waarin de partners de ambitie hebben om hier verder aan te werken.
Helaas blijkt er momenteel geen budget beschikbaar te zijn voor de ontwikkeling van deze uiterst belangrijke Ecologische verbinding.
GroenRand vraagt zich af of er in Vlaanderen vergelijkbare ontwerpende onderzoeken zijn uitgevoerd in opdracht van het Departement Omgeving, die aantonen dat prioritaire grondverwerving expliciet noodzakelijk is vanwege urgentie, omdat de tussenliggende gebieden van Natura 2000-gebieden onder druk staan door toekomstige bebouwing.
Daarnaast zijn wij uiteraard benieuwd of de minister een inschatting kan geven van het aantal betrokken bouwgronden en wat de kosten hiervan binnen de bouwshift zouden kunnen bedragen.
Is de minister bereid om een Vlaams gebiedsfonds op te richten waarmee snelle en strategische aankopen mogelijk zijn?
Op deze manier kan snel worden gereageerd op de aankoop van bouwgrond die verbindingen tussen Natura 2000-gebieden mogelijk maakt.
Soms doet zich onverwacht een unieke en mogelijk laatste kans voor wanneer een stuk grond te koop wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de Schietvelden.
De verbinding tussen beide Schietvelden kruist twee gewestwegen, de Bredabaan en de Essensteenweg, waarvoor het ontwerpend onderzoek van Hesselteer twee ecoducten voorstelt.
Is er überhaupt wel budget voorzien voor het tegengaan van versnippering en andere prijzige projecten zoals ecotunnels en ecoducten?
Het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO) werd op 23 september 2020 officieel geïntroduceerd door de toenmalige Vlaamse ministers van Omgeving, Mobiliteit en Openbare Werken.
Het programma heeft als doel natuurgebieden met elkaar te verbinden via ontsnipperende maatregelen, zoals ecoducten en ecotunnels, en tegelijkertijd de verkeersveiligheid te verbeteren.
VAPEO is ook opgezet om de verkeersveiligheid voor zowel weggebruikers als overstekend wild te vergroten.
Het VAPEO gaf in de periode 2019-2024 uitvoering aan 15 prioritaire knelpunten, of het werkte aan de verdere onderbouwing van complexe projecten.
Alle gekende knelpunten langs gewest- en snelwegen werden tijdens de vorige legislatuur opgenomen in een ontsnipperingsdatabank en beoordeeld aan de hand van ecologische en haalbaarheidscriteria.
Een project met een hoge score kon alsnog worden toegevoegd aan de lijst van uit te voeren knelpunten.
GroenRand heeft minister Brouns al lange tijd gevraagd om voldoende financiering voor VAPEO, maar er werd alleen maar om de hete brij heen gedraaid.
Tijdens de commissie voor Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening op 17 juni 2025 gaf minister Brouns aan dat er nauwelijks middelen beschikbaar zijn.
Het budget voor 2025 bedraagt slechts 1 miljoen euro, wat bijzonder weinig is in vergelijking met de 50 miljoen euro van de vorige legislatuur.
Voor de periode 2025-2030 zou een investeringsprogramma worden opgesteld in samenwerking met Mobiliteit en Openbare Werken, maar ook hier heerst veel onduidelijkheid.
Is er überhaupt wel budget voorzien voor het tegengaan van versnippering en andere prijzige projecten zoals ecotunnels en ecoducten?
Het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO) werd op 23 september 2020 officieel geïntroduceerd door de toenmalige Vlaamse ministers van Omgeving, Mobiliteit en Openbare Werken.
Het programma heeft als doel natuurgebieden met elkaar te verbinden via ontsnipperende maatregelen, zoals ecoducten en ecotunnels, en tegelijkertijd de verkeersveiligheid te verbeteren.
VAPEO is ook opgezet om de verkeersveiligheid voor zowel weggebruikers als overstekend wild te vergroten.
Het VAPEO gaf in de periode 2019-2024 uitvoering aan 15 prioritaire knelpunten, of het werkte aan de verdere onderbouwing van complexe projecten.
Alle gekende knelpunten langs gewest- en snelwegen werden tijdens de vorige legislatuur opgenomen in een ontsnipperingsdatabank en beoordeeld aan de hand van ecologische en haalbaarheidscriteria.
Een project met een hoge score kon alsnog worden toegevoegd aan de lijst van uit te voeren knelpunten.
GroenRand heeft minister Brouns al lange tijd gevraagd om voldoende financiering voor VAPEO, maar er werd alleen maar om de hete brij heen gedraaid.
Tijdens de commissie voor Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening op 17 juni 2025 gaf minister Brouns aan dat er nauwelijks middelen beschikbaar zijn.
Het budget voor 2025 bedraagt slechts 1 miljoen euro, wat bijzonder weinig is in vergelijking met de 50 miljoen euro van de vorige legislatuur.
Voor de periode 2025-2030 zou een investeringsprogramma worden opgesteld in samenwerking met Mobiliteit en Openbare Werken, maar ook hier heerst veel onduidelijkheid.
Foto's: Ingrid Boumans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten