Historische dreven, raakvlak tussen cultuur en natuur
De toekomst van de eiken langs de Oelegemsteenweg in Schilde is nog altijd onzeker. De discussie over het kappen van gezonde bomen zorgt al geruime tijd voor onrust in het dorp. Daarom organiseerde burgerorganisatie Greenplease op 6 november een debat, waar experts mogelijke alternatieven bespraken en pleitten voor een erfgoedstatus om de bomen te beschermen. Tijdens het debat stelden verschillende deskundigen dat een voldoende breed fietspad langs slechts één zijde van de Oelegemsteenweg volstaat. Dit sluit aan bij de eerdere standpunten van GroenRand uit 2018, waarin het belang van historische dreven werd benadrukt als karakteristieke elementen die de regionale identiteit versterken. Laanbomen en dreven geven parken en het straatbeeld van gemeenten een herkenbaar en karakteristiek gezicht. Ze verhogen de kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte en dragen bij aan de waarde van het woonpatrimonium. In de bebouwde kom brengen ze een stukje natuur binnen, terwijl ze in de buitenwijken de verbinding vormen met het omliggende landschap. Gemeenten kunnen deze rijkdom het best behouden door zorgvuldig om te gaan met hun bomenbestand. Het verzorgen en behouden van bomen in dorpen en parken vraagt immers meer inspanning dan bij bomen in hun natuurlijke omgeving.
Bomen verbinden generaties, overleven keizerrijken en natiestaten, en herinneren ons aan fundamentele waarden. Toen we ze plantten, sloten we als het ware een contract met hen. In ruil voor hun beschutting, schaduw, verkoeling, esthetische waarde en de rust van hun ruisende bladeren, beloofden we voor hen te zorgen. Als die belofte wordt gebroken en 137 bomen worden gekapt, is het niet vreemd dat buurtbewoners geschokt reageren. Vroeg of laat komt het moment dat bomen gaan kwijnen, ziek worden of sterven, waardoor het aanzicht van de dreef verandert. Dan rijzen er vragen: wat doen we als er gaten vallen in een historisch waardevolle dreef? Wanneer mag een dreef worden vervangen? Om zulke en andere mysterieuze raadsels rond het beheer van historische dreven te ontrafelen, vuurde GroenRand in 2018 een spervuur aan vragen af op politici en presenteerde via enkele richtlijnen diverse voorstellen.
Geert Bourgeois, toen Vlaams minister-president en minister van Onroerend Erfgoed, kende een premie van 129.173,55 euro toe aan het gemeentebestuur van Brasschaat voor de vernieuwing van de dreven in het gemeentelijk Park van Brasschaat. Dit 170 hectare grote park dateert uit de 17de eeuw en is sinds 2009 beschermd als erfgoedlandschap. Het openbare park heeft zo’n 9 km aan dreven, voornamelijk met beuken en zomereiken, en telt ongeveer 2.300 bomen. Het kappen van twee dreven naar het Louis De Winterstadion en het kasteel veroorzaakte destijds ook veel ophef (391 beuken en zomereiken). De Gemeente Brasschaat nam in augustus 2016 het initiatief om een gedetailleerd onderzoek te laten uitvoeren door een onafhankelijk expertisebureau waarbij alle bomen van de betrokken dreven individueel werden gecontroleerd. De gehanteerde methode, de Visual Tree Assessment (VTA) is de meest gangbare en geldt als norm in onderhoudsbeleid en ook op gerechtelijk vlak. Hierbij gaat een (Europees gecertificeerd) expert na of er waarneembare gebreken of signalen zijn die wijzen op verborgen gebreken (schors, zwammen, aanhechting van takken, ... ). Met de nieuwe informatie uit dit verslag van de experten bleek dat 94% van de bomen qua levensverwachting in de hoogste categorie vertoeven en nog eens 3% in een categorie met levensverwachting 10-15 jaar (bron: advocaat Reiner Tijs - advocatenforum Nassaustraat 37-41 - 2000 Antwerpen) . Dit betekende dus dat 97% van alle bomen een zeer goede of goede levensverwachting hadden. In het expertiseverslag stond ook dat er dringend onderhoud nodig was aan 65 bomen, waarbij dood hout verwijderd moest worden. Deze bomen waren helemaal niet te oud of ziek. Deze 65 bomen (17% van het totaal) vielen enkel in de veiligheidsklasse “onveilig” zolang er geen onderhoud wordt verricht. Na onderhoud zouden zij weer veilig zijn en konden zij nog vele jaren verder.
Voor GroenRand bleef het onduidelijk waarom het agentschap besloot de volledige kap van twee dreven te subsidiëren, goed voor zo’n 391 beuken en zomereiken. Alle bomen, ook gezonde exemplaren, werden vervangen. Dit werd verdedigd met het argument dat het belangrijk is de historische uitstraling en het dreefeffect te behouden. We wilden nagaan of in zulke gevallen het zorgvuldigheidsprincipe goed werd toegepast: het nemen van passende maatregelen om te voorkomen dat ingrijpende vernieuwing van deze dreven en laanbomen nodig is. De waardebepaling van dreven kent echter geen vaste normen; er is geen criterium, richtlijn of maatstaf. Daarom pleitten we voor een beleidsaanpassing, schreven we de betrokken commissies aan en vroegen we enkele volksvertegenwoordigers hierover een parlementaire vraag te stellen. Het resultaat was, zoals voorspeld, een hilarisch potje stoelendans waarbij de stoelen zelf verstek lieten gaan.
Voor het beheer van oude dreven bestaan momenteel diverse opties, variërend van minimale ingrepen zoals standplaatsverbetering en onderhoudssnoei tot volledige vervanging. De keuze voor een bepaalde optie zou moeten afhangen van de waardebepaling. Binnen de groene monumentenzorg groeit het besef dat het behoud van de originele substantie meer aandacht verdient. Toch wordt in sommige gemeenten willekeurig omgegaan met het kappen van dreven en laanbomen, wat leidt tot geschokte reacties en protestacties. Het is geenszins de bedoeling verwijten te maken aan politieke partijen of individuele bestuurders, aangezien het behoud van dreven een complexe kwestie is. Hoewel bestuurders vaak inspraak organiseren, weten zowel burgers, inclusief lokale natuurverenigingen, als bestuurders hier moeilijk raad mee. Het beleid als geheel vraagt om een update om lokale discussies en spanningen te voorkomen. GroenRand ziet veel kansen in praktische oplossingen waarbij gecertificeerde boomverzorgers (European Tree Workers) de staat van elke twijfelachtige boom beoordelen en met een voorstel komen. Dit kan variëren van vellen, verzorgen en snoeien tot niets-doen-beheer, afhankelijk van de gezondheidstoestand en vooral het risico dat de bomen vormen. Voor de vervanging van dreven hanteert het agentschap Onroerend Erfgoed een drempel van 40% (zie handleiding voor het beheer van historische dreven en wegbeplantingen). Dit betekent dat een dreef mag worden gekapt en vervangen als 40% van de bomen ziek, afgestorven of verdwenen is, waardoor de dreef het karakter van een aaneengesloten lijnvormige beplanting verliest. Momenteel is dit echter vrijblijvend en passen besturen het naar eigen inzicht of belangen toe. In Nederland werkt men niet met procenten, maar kijkt men vooral naar het landschappelijke effect van dreven, iets wat GroenRand een uitstekend idee vindt. Bepalend hiervoor is het “tunnel-effect” als men erin wandelt. Wanneer een boom in een dreef afsterft of wordt verwijderd, vullen de omliggende bomen het ontstane gat na verloop van tijd volledig op, hoewel men ook kan overwegen om bomen, indien mogelijk, te vervangen.
Bomen vragen tijd, expertise en bijzondere maatregelen om ze goed te laten functioneren.
Om hun plaats in het straatbeeld en in parken blijvend te garanderen, is er een duidelijk beleid nodig.
Er is een bomen- en groenbeleid nodig dat duidelijke krijtlijnen uitzet voor alle gemeenten.
Dit boomstructuurplan dient als toetsingskader voor beslissingen over aanleg, renovatie en beheer van laanbomen, dreven en bomenstructuren.
Werken met bomen vereist gespecialiseerde kennis.
Bij nieuwe aanstellingen van gemeentelijke groenarbeiders moet via opleiding, ervaring en bijscholing worden gewaarborgd dat de noodzakelijke kennis voor adequaat bomenbeheer aanwezig is.
Groenarbeiders en boombeheerders dienen een opleiding te krijgen die is afgestemd op hun specifieke taken binnen het bomenbeheer.
Voor specifieke werkzaamheden kan het inschakelen van externe deskundigen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld voor een onafhankelijk advies.
In dat geval moet de externe boomverzorger beschikken over een certificaat van European Tree Worker (ETW) of European Tree Technician (ETT).
GIS-APPLICATIE
Een geautomatiseerd boombeheersysteem in GIS is onmisbaar voor goed boombeheer, waarbij een strakke planning centraal staat. Achterstallig onderhoud kan de gezondheid van bomen schaden en zorgt vaak voor grote snoeiwonden. Een slimme planning is alleen mogelijk als duidelijk is hoeveel en welke bomen zich in welke verzorgingsfase bevinden. Daarvoor is een uitgebreide inventarisatie nodig, die actueel blijft door regelmatige boomcontroles. Dit geeft een tal aan voordelen:
- alle bomen worden in kaart gebracht (correcte locatie)
- hun leeftijd, ontwikkeling, conditie en onderhoudstoestand is geregistreerd
- omgevingskenmerken direct te raadplegen
- de aantallen, samenstelling en knelpunten van het bomenbestand zijn duidelijk
- heel eenvoudig om kaarten aan te maken met overzicht van alle bomen in slechte conditie, bomen die moeten gesnoeid worden, opgevolgd worden, ….
- eenvoudige bevraging van het systeem via een databank in Access
- de werkzaamheden aan bomen en de daarmee gemoeide kosten zijn beter te plannen
- afstemming van werkzaamheden op andere werken in de openbare ruimte wordt beter mogelijk
Bomen, de indrukwekkende en eeuwenoude reuzen van de natuur, zijn het groene fundament van een gezonde planeet. Behalve hun schoonheid zijn ze veel meer dan decoratieve elementen in het landschap.
Ze zijn onmisbaar voor biodiversiteit en het behoud van al het leven.
Het is bijna niet voor te stellen hoe de wereld eruit zou zien zonder bomen.
Naast het verlies aan schoonheid zou ontbossing grote gevolgen hebben voor milieu, klimaat, en de leefomstandigheden van mens en dier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten