GroenRand benadrukt het belang van een houtkantennetwerk voor bestuivers, we maken kennis met de bosbandzweefvlieg, het roesje en de Geelbandlangsprietmot
Bosbandzweefvlieg
De afname van de bijen- en zweefvliegpopulatie in agrarische landschappen is mede een gevolg van verlies en degradatie van semi-natuurlijke landschapselementen zoals houtwallen.
Bosbandzweefvlieg
Nog meer voordelen
Dat is een extra reden om heggen en houtkanten te planten, zeggen ze, want ze zijn ook geweldig voor de biodiversiteit.
Heggen zijn volop bezig aan een opmars op het platteland, omdat ze enorme voordelen bieden voor de biodiversiteit.
Ze vormen een toevluchtsoord en voedselbron voor wilde planten en dieren, en kunnen als soort een groene snelweg belangrijke natuurgebieden met elkaar verbinden voor verschillende plant- en diersoorten.
Ook voor de landbouwers zelf bieden heggen veel voordelen.
Er zijn bijvoorbeeld meer bestuivers aanwezig voor hun gewassen.
De Britse regering heeft daarom een ambitieus plan om tegen 2050 maar liefst 72.500 kilometer aan heggen aan te planten.
Kunnen wij daar een voorbeeld aan nemen?
Voormalig minister van Omgeving Zuhal Demir lanceerde het Vlaamse Houtkantenplan.
Het streefdoel: het houtkantennetwerk samen met lokale besturen en partners kwalitatief en kwantitatief versterken tegen 2030.
Een ambitie die we vanuit GroenRand hebben toegejuicht.
Houtkanten zijn lijnvormige landschapselementen die bestaan uit bomen en/of struiken. Ze geven onze streken hun typisch karakter, én zijn belangrijk voor een klimaatbestendig en biodivers platteland. www.vlm.be |
Bosbandzweefvlieg
De kruidvegetatie, maar ook de bomen en struiken in de landschapselementen, spelen hier een superbelangrijke rol. Het moderne landschap is zo netjes en strak geworden zodat de variatie aan habitats verdwijnt. Veel bijen zijn dol op 'rommel'-terreintjes met een gevarieerd reliëf, kleine zandwandjes, dode houtresten, houtwallen, houtkanten, enzovoort.
Bosbandzweefvlieg
Zelfs wilde bijen hebben voorkeur voor zonnige plekjes!
Zomen die min of meer naar het zuiden gericht zijn, vormen uitstekende habitats voor deze drukke zoemers.
Een aantal struiken en bomen die je absoluut nodig hebt in bosranden en hagen om bijen blij te maken, zijn wilgen, sleedoorn, meidoorn, bramen en sporkehout.
Wilgen spelen een hoofdrol als voedselbron voor bestuivers.
Ze behoren tot de vroegst bloeiende planten in ons land en voorzien bijen en zweefvliegen in grote getale van nectar en stuifmeel.
We maken kennis met enkele houtkantbestuivers
De bosbandzweefvlieg lijkt door het geel-zwarte patroon op het achterlijf enigszins op een wesp.
Er zijn veel zweefvliegen met een geel-zwart patroon, maar de bosbandzweefvlieg heeft een dof, koperkleurig borststuk.
De gele banden op het achterlijf zijn enigszins snorvormig en behaard.
De soort komt voor in bossen, aan bosranden en bij houtkanten.
Maar ook nachtvlinders zijn goede bestuivers
Als we het over bestuivers hebben, denken we al snel aan honingbijen, hommels en andere (wilde) bijen. Ook zweefvliegen, dagvlinders en andere insecten zorgen voor bestuiving, maar nachtvlinders worden in dat rijtje vaak over het hoofd gezien. Nachtvlinders komen in alle soorten en maten voor, van onopvallend klein en saai gekleurd tot enorme kleurrijke exemplaren van wel 12 cm groot. Uit een studie in Engeland blijkt dat nachtvlinders een belangrijke rol spelen bij de bestuiving in agrarische landschappen. Hun wat onderbelichte rol als bestuiver komt mede doordat de meeste nachtvlinders ’s nachts actief zijn, waardoor we ze zelden zien foerageren op bloemen.
Geelbandlangsprietmot
Wat een naam: geelbandlangsprietmot. Het zijn prachtige vlindertjes uit de familie van de langsprietmotten. Lange sprieten hebben ze zeker, vooral de mannetjes, en ook de gele band is onmiskenbaar. Mannetjes proberen de dames te imponeren met hun gevlieg en pronken met hun goudgele banden. Je kunt ze vinden in de bosranden en houtkanten.
Roesje
Het roesje is een zeer algemene nachtvlinder die je in het hele land kunt vinden in een groot aantal verschillende habitats, ook dus in houtkanten.
Roesje
De naam roesje is ontleend aan de roestkleurige vlekken op de vleugels. Het meest kenmerkende aan het roesje is wel de oranje veeg op de voorvleugels, met daarin enkele gele spikkeltjes.
Roesje
En wat ook opvalt zijn de lichtgekleurde gebogen lijnen op de overwegend grijsbruine vleugels.
In het landbouwlandschap zijn nachtvlinders geheime superhelden die planten bestuiven en als belangrijke voedselbron dienen voor vogels, vleermuizen en andere insecteneters. Vergeet dus niet dat deze bestuivers ook wonen in de 'kleine landschapselementen', zoals heggen, hagen en houtkanten die de landbouwgrenzen markeren.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten