maandag 10 februari 2025

De bij zal in 2025 de mascotte voor GroenRand worden

De bij zal in 2025 de mascotte voor GroenRand worden

Een nieuw werkjaar is aangebroken en 2025 zal in het teken staan van 'samenwerking'.
Dit jaar nemen we 'de bij' als mascotte. 

Bijen opereren zelfstandig, maar hebben wel een gezamenlijk doel, namelijk de missie om samen zich staande te houden. 
Alles is daarop gericht.
Zelfs bij lastige omstandigheden passen bijen zich flexibel aan met een langetermijndoel voor ogen.
Alles wat ze doen, staat in het teken daarvan en dat bindt hen aan elkaar.
Wij mensen doen dat in veel gevallen omgekeerd, met wisselende missies voor de korte termijn. Dit maakt de samenwerking tussen mensen omslachtig, omdat er steeds weer nieuwe constructies moeten worden bedacht, wat soms spanningen met zich meebrengt. Denk bijvoorbeeld aan de nervositeit tussen landbouw en natuur.


Bijen leven in groepen die bijenkolonies worden genoemd.
Een kolonie is een groep van meer dan tienduizend bijen die samenwerken.
Elke honingbij heeft zijn of haar eigen taak.
Sommige zijn voedsters en zorgen voor de larven, sommige zijn schoonmaaksters en houden de korf schoon, en anderen zijn haalbijen en verzamelen stuifmeel om honing te maken.

Wilde bijen en honingbijen bieden veel inzicht in de toestand van natuur. Hoewel ze niet alles onthullen, vervullen ze wel een waarschuwingsfunctie. Als het niet goed gaat met onze bestuivers, gaat het niet goed met onze natuur.


Onder al de insecten zijn de bijen de superbestuivers. Honingbijen zijn van groot belang voor mensen. Ze bestuiven niet alleen veel gewassen waarvan wij vruchten eten, maar produceren ook heerlijke, gezonde en voedzame honing. Zonder honingbijen zouden veel planten veel minder vruchten voortbrengen. Wilde bijen zijn ook essentieel in de natuur. Ze zorgen voor de bestuiving van de meidoorn, de sleedoorn en andere struiken en bomen met vruchten. Zonder vruchten ontstaan er geen zaden en zonder zaden komen geen nieuwe planten. Ook hier wordt er dus samengewerkt om tot goede resultaten te komen.

Het federale milieurapport is pessimistisch over de biodiversiteit en de bestuivers

De meeste indicatoren tonen dat de toestand van het milieu in België blijft achteruitgaan.
Dat blijkt uit het recent federale milieurapport. 

Om de samenwerking tussen het federale niveau en de gewesten te garanderen, komen alle bevoegde ministers samen in een Interministeriële Conferentie Leefmilieu (ICL).
Zij overleggen over maatregelen waarvoor overeenstemming vereist is binnen België. 
Als de federale overheid alle duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (VN) wil halen, moet het huidige beleid versterkt, ambitieuzer en beter opgevolgd worden.
Eén van de punten die het rapport aanhaalt, is dat er dringend bijkomende actie nodig is om de biodiversiteit en de bestuivers te beschermen.


Cijfers tonen aan dat 1/3de van de Belgische bijen- en vlinderpopulatie verdwijnt.
Er zijn een aantal nationale initiatieven en strategieën gelanceerd, zoals de 'Belgische nationale strategie inzake bestuivers 2021-2030', maar die zullen niet volstaan. 
Er zijn nog meer acties nodig om op lange termijn vooruitgang te boeken in de bescherming van onze bijen en bestuivers in het algemeen.
Daarnaast moeten acties die nog niet zijn afgerond continu worden opgevolgd.


Van de 381 inheemse wilde bijensoorten in ons land is meer dan een derde verdwenen of in meer of mindere mate met uitsterven bedreigd (45 soorten uitgestorven en 113 bedreigd).
De zweefvliegensoorten vertonen een dalende trend en meer dan 50 van de ongeveer 320 soorten zijn bedreigd.
In ons land zijn er 2.423 soorten dag- en nachtvlinders geregistreerd, en ongeveer een derde tot de helft van deze soorten is verdwenen of bedreigd.

Er moeten instandhoudingsplannen komen voor bedreigde soorten bestuivers. Dat betekent dat er maatregelen nodig zijn om de habitats te versterken. Er moet tevens een blauwdruk worden gemaakt voor een netwerk van zoemgangen of snelwegen voor bijen.
Vlaanderen moet zich meer inzetten om met het houtkantenplan van de Vlaamse Landmaatschappij kleine landschapselementen te bevorderen. Houtkanten helpen bijen, vlinders en insecten om zich te verplaatsen tussen versnipperde leefgebieden. Ze bieden voedsel, beschutting en nestgelegenheden.
Elke tuin kan tevens bijdragen aan het behoud van bijen door er een bloeiende oase met voedsel en nestelplekken voor bijen van te maken. Hoe meer bloeiende planten en bomen erin staan, hoe meer voedsel en schuilplekken voor wilde bijen er zijn.



Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand

Geen opmerkingen:

Een reactie posten