GroenRand constateert dat de droogte en het teveel aan water heeft geleid tot een minder libellenjaar in 2024
Gewone oeverlibel
Er viel veel neerslag in 2024, vooral in de eerste helft van het jaar. Men zou denken dat libellen, als echte waterliefhebbers, daarvan zouden profiteren. Er waren echter verliezers, en dat lag niet alleen aan het teveel aan water.
Bloedrode Heidelibel
Het waren voornamelijk de soorten die al jaren achteruitgaan en tijdens de droge jaren sterk zijn afgenomen: maanwaterjuffer, speerwaterjuffer, venwitsnuitlibel en noordse witsnuitlibel. Dit zijn typische soorten van kleine vennetjes en hoogveen, precies de leefgebieden die meest geleden hebben onder de droogte. Het is positief dat grondstanden nu weer zijn aangevuld, maar voor deze soorten is het waarschijnlijk laat.
Speerwaterjuffer
Klassiek start het libellenjaar vanaf begin april met het verschijnen van de eerste soorten, zoals vuurjuffer, smaragdlibel en het actief worden van de bruine winterjuffer die als volwassen dier de winter doorkomt.
Vuurjuffer
En die start was dit jaar veelbelovend, omdat een aantal soorten erg vroeg verschenen.
Bij twee vroege libellentochten in Brasschaat op 6 en 7 april kon libellenkenner Patrick Heivers reeds maanwaterjuffer, venwitsnuitlibel en noordse witsnuitlibel waarnemen.
Al op 8 april werd de eerste bosbeekjuffer van het jaar in Zandhoven gezien.
Maar na die vroege start viel 2024 voor de voorjaarssoorten letterlijk in het water.
De kou en de hoeveelheid neerslag veroorzaakten grote sterfte bij het uitsluipen.
De larven kruipen uit het water via een waterplant of kruipen tegen de oever op.
Hangend aan een stengel of zittend op de oever barst het laatste larvenhuidje open en komt de volwassen libel, met vleugels, te voorschijn.
Vuurjuffer
En degenen die het al haalden, overleefden de eerste dagen niet vanwege het slechte weer en de onmogelijkheid om uit te harden en voedsel te vinden. Veel van de uitgeslopen dieren dit voorjaar waren dan ook een kort leven beschoren.
Grote keizerlibel
In 2024 werd de nieuwe Europese Rode Lijst van de libellen gepubliceerd. Hiervoor werd gebruikgemaakt van de meest recente gegevens en werd ook de trend over de laatste 10 jaar berekend. Uit deze cijfers blijkt dat 21% van de soorten bedreigd is, wat neerkomt op de helft meer soorten in vergelijking met de Rode Lijst uit 2010. Bovendien is 12% van de soorten beoordeeld als "bijna in gevaar". Van de libellen die uitsluitend in Europa voorkomen, de endemen, is zelfs 42% bedreigd en 21% bijna in gevaar.
Lees meer:
Voor veel libellen was 2024 een jaar om snel te vergeten. Een aantal algemene én zeldzame soorten kende een matig tot ronduit slecht jaar. Gelukkig waren er ook enkele lichtpuntjes. Een terugblik op 2024. www.natuurpunt.be |
Het betreft onder andere de zwarte heidelibel, de venglazenmaker, de venwitsnuitlibel en de speerwaterjuffer.
Deze soorten hebben ook in Vlaanderen de laatste jaren sterk achteruitgang gekend.
Bijna alle bedreigde soorten die in Vlaanderen voorkomen, zijn typisch voor onze heide- en veengebieden.
Dat is dus niet goed voor de populatie op de Kalmthoutse Heide.
Het INBO is het onafhankelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid dat via toegepast wetenschappelijk onderzoek, data- en kennisontsluiting het biodiversiteitsbeleid en -beheer onderbouwt en evalueert. www.vlaanderen.be |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten