Een vlinder fladderde in de wei toen kwam daar een GroenRander voorbij...
Wanneer we denken aan de bestuiving van bloeiende planten, komt de honingbij, Apis mellifera, als eerste in gedachten Nochtans zijn er ook andere insecten die een belangrijke rol spelen bij de bestuiving van bloemplanten. De drie groepen die het meest bijdragen aan stuifmeeloverdracht zijn, gerangschikt volgens volgorde van hun belangrijkheid, de wilde bijen, (Hymenoptera Apoïdea), de zweefvliegen (Diptera, Syrphidae), en de vlinders (Lepidoptera).
Bloemen hebben insecten nodig voor hun bestuiving, dus bieden ze een suikerrijk buffet aan om hen aan te trekken.
Nectar is als een energiedrankje voor vlinders: suikerwater met een vleugje eiwitten en voedingsstoffen. Het zorgt voor energie, bouwstoffen en voldoende vocht.
Mannetjes en vrouwtjes dagvlinders hebben allebei energie nodig om te kunnen vliegen. Maar vrouwtjes hebben wat extra voeding nodig om eitjes te leggen. De meeste vlinders zijn niet al te kieskeurig wat nectarplanten betreft: als de nectar maar lekker smaakt en hen energie geeft.
De meeste dagvlinders hebben een uitgebreid menu. Nectar van allerlei kruiden en struiken staat op hun verlanglijstje. Deze fijnproevers nemen geen genoegen met alleen nectar. Ook vruchtensap, honingdauw of boomsap staan op het menu Ze zijn net kleine culinaire experts met vleugels!
De eikenpage is echter een kieskeurige fijnproever: hij haalt zelden zijn suiker uit bloemennectar, maar smult van de zoete honingdauw die bladluizen afscheiden in de toppen van bomen.
De Atalanta, het boomblauwtje, het bont zandoogje en de gehakkelde aurelia brengen de meeste variatie in hun nectarbronnen.
Bont boomblauwtje en zandoogje snoepen graag van honingdauw en boomsap.
De atalanta, de dagpauwoog en de gehakkelde aurelia eten in het najaar ook van rottend fruit. De Gehakkelde aurelia gebruikt ook mest als energiebron.
Vlinders zijn koudbloedige insecten die pas kunnen vliegen als hun lichaamstemperatuur gestegen is tot zo'n 30 à 34°C.
Op zonnige dagen warmen ze zich op door zoveel mogelijk in de zon te zitten en zonnewarmte op te vangen.
Op koude dagen houden ze zich schuil en verbruiken zo weinig mogelijk energie.
De Citroenvlinder, de Gehakkelde aurelia, de Dagpauwoog en de Kleine vos overwinteren als volwassen vlinders.
Ze houden een soort winterslaap en worden pas actief wanneer de temperaturen weer stijgen in de lente.
Dit doen ze op diverse plekken.
Dagpauwoog
Citroenvlinders verstoppen zich aan een blad of takje in dichte vegetaties zoals braam, klimop of in een graspol.
Citroenvlinders verstoppen zich aan een blad of takje in dichte vegetaties zoals braam, klimop of in een graspol.
Het is een taaie soort die zelfs kan overleven als het vriest.
Op warme winterdagen kan je ze wel eens betrappen als ze van plek verhuizen.
De Dagpauwoog en de Kleine vos kiezen voor een winterslaap op donkere, koele en beschutte plaatsen, meestal in een holle boom of een schuur.
De gehakkelde aurelia
De gehakkelde aurelia overwintert dicht bij de grond, aan de onderkant van bomen, tussen stapels hout of afgevallen bladeren of tussen takkenbossen.
Distelvlinder
De Atalanta, de Distelvlinder en de Oranje luzernevlinder pakken tijdens de winter hun koffers voor een zuiderse vakantie.
Oranje luzernevlinder
De Atalanta lijkt echter steeds vaker te denken: "Ach, ik blijf lekker hier!"
Wellicht komt dit door klimaatverandering.
Dat gaat prima, zolang koning Winter niet besluit om plotseling een ijskoude verrassing te bezorgen.
Oranje zandoogje
Drie soorten uit de familie van de zandoogjes (Bruin en Oranje zandoogje en Koevinkje) overwinteren als rups.
Bruin Zandoogje
Koevinkje
Ook het Boomblauwtje, het Icarusblauwtje en de Kleine vuurvlinder overwinteren als rups.
De gehakkelde aurelia overwintert dicht bij de grond, aan de onderkant van bomen, tussen stapels hout of afgevallen bladeren of tussen takkenbossen.
De Atalanta, de Distelvlinder en de Oranje luzernevlinder pakken tijdens de winter hun koffers voor een zuiderse vakantie.
Drie soorten uit de familie van de zandoogjes (Bruin en Oranje zandoogje en Koevinkje) overwinteren als rups.
Ook het Boomblauwtje, het Icarusblauwtje en de Kleine vuurvlinder overwinteren als rups.
Het Groot koolwitje, het Klein koolwitje, het Klein geaderd witje, de Koninginnenpage, het Landkaartje en het Oranjetipje overwinteren als pop.
Meestal verlaten ze de waardplant wanneer ze gaan verpoppen, op zoek naar een betere plek voor hun winterslaap.
Vlinders staan bekend om hun spectaculaire make-over, waarbij ze zichzelf transformeren van een dikke rups tot een vliegend kunstwerk.
De vlinders nippen van verschillende bloemen, terwijl de rupsen eerder kieskeurige fijnproevers zijn.
De belangrijke waardplant voor de rupsen van de koninginnenpage is bijvoorbeeld peen.
Deze plant komt veel voor in bermen en groenstroken.
Ook de gekweekte peen, zoals worteltjes, worden door de rupsen graag gegeten en ze worden dan ook regelmatig in moestuinen aangetroffen.
Andere gewilde schermbloemigen zijn onder andere pastinaak, venkel en dille.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten