maandag 17 februari 2025

GroenRand maakt kennis met de Grijze zandbij, een belangrijke bestuiver van wilgen

GroenRand maakt kennis met de Grijze zandbij, een belangrijke bestuiver van wilgen

                                                       © Wim Verschraegen Het belang van bestuivers voor voedselproductie is al lang bekend en gedocumenteerd. We denken vaak alleen aan honingbijen, maar het is verstandig om ook voor andere bestuivers te zorgen. Kevers kunnen bijvoorbeeld nog vliegen als het regent, en hommels en metselbijen vliegen al bij koudere temperaturen. Bovendien zijn ze minder kieskeurig en efficiënter.

                                                           © Wim Verschraegen - aardhommel
Dus laten we niet alleen de honingbijen omarmen, maar ook de kevers, hommels en metselbijen! Nachtvlinders spelen eveneens een sterke rol bij de bestuiving.
Zo hebben bepaalde motten een grote inbreng in het bestuiven van appelbloesems.
Volgens sommige studies zijn zandbijen de meest voorkomende bijenfamilie in fruitboomgaarden.
Zandbijen zouden meer dan twee keer zoveel stuifmeel afzetten in vergelijking met honingbijen en zouden de belangrijkste wilde bestuivers zijn in de appelteelt.

We maken vandaag kennis met de Grijze zandbij

De Grijze zandbij is een kieskeurige eter. Ze voedt zich met stuifmeel en nectar van wilgen. Alle andere voedingsbronnen laat ze links liggen.

                                                                ©   Frank Vermeiren

Samen met de zwart-rosse zandbij is de Grijze zandbij een van de eerste bijen die verschijnt. In ons land is ze vrij algemeen. Binnen veertien dagen, wanneer de bloemen beginnen te bloeien, kan de Grijze zandbij ook weer van de partij zijn. Wat deze inheemse soort zo speciaal maakt, is dat ze hun nesten in de grond graven.

©   Frank Vermeiren

De Grijze zandbij is een van de grotere bijensoorten en herkenbaar aan zijn egaal grijswitte borststuk. Het kale, zwartglanzende achterlijf maakt het gemakkelijk om de Grijze zandbij van andere soorten te onderscheiden. Mannetjes en vrouwtjes kun je uit elkaar houden door naar de witte snor te kijken. Het mannetje heeft een witte 'snor'.

                                                                                    ©  Frank Vermeiren
Ze zijn dol op wilgenstuifmeel en daarom vooral actief tijdens de bloeiperiode van de wilg. De wilgen moeten wel binnen een straal van ongeveer 250 meter van de nestplaats staan. Hoewel zo'n bijenvolk er nogal dreigend kan uitzien, zijn zandbijen compleet ongevaarlijk. Hun angel is namelijk zo kort, dat ze je nog geen klein prikje kunnen geven. Ze zijn als belangrijke bestuivers altijd druk bezig met het verzorgen van onze natuur. Het is dus belangrijk om deze bijen gewoon hun gang te laten gaan.

                                                                                © Wim Verschraegen 

De nestgang gaat minstens 25 cm maar soms wel 50 cm loodrecht naar beneden en vertakt onderin in meerdere zijgangen met aan het einde de verbrede broedcellen. De mannetjes en vrouwtjes paren in de zon, en daarna gaan de mannetjes dood.
De vrouwtjes leven iets langer, een week of zes.

Nesten worden vaak in groepen gegraven en vormen zogenaamde ‘kolonies’.
Locaties van tientallen bijen blijven soms jarenlang in gebruik. 
Het leven van een zandbij is niet echt amoureus, maar ze maken er het beste van!

                                                                     ©  Frank Vermeiren

Er werd druk heen en weer gevlogen, geruzied en gepaard. De vrouwtjes groeven veel gaten waar de eitjes in gelegd werden en die gevuld worden met stuifmeel als voedsel voor de larven die uit de eitjes zouden komen. In elke broedcel deponeert de Grijze zandbij wat wilgenstuifmeel, gekneed tot een met bolletje nectar. In elk bolletje legt ze een ei. De larven zijn volgroeid tegen het einde van de lente, maar verpoppen doen ze pas in de zomer. De jonge Grijze Zandbijen die tevoorschijn komen, blijven lekker knus in hun nestholte tot het voorjaar.

                                                                           ©  Frank Vermeiren

Als je een plek ziet met allemaal kleine hoopjes en een gaatje in de grond, dan is de kans groot dat Grijze zandbijen hier druk aan het werk zijn.
De larven overwinteren in de door de vrouwtjesbijen gegraven gaten, die wel tot 50 cm diep kunnen zijn. In het voorjaar verschijnen dan rond deze tijd weer jonge Grijze zandbijen, en begint de hele cyclus weer van voor af aan. 

                                                                                           ©  Frank Vermeiren

De Grijze zandbij heeft soms last van een koekoekswesp, een parasitaire wesp die haar eieren legt in de broedkamers van de zandbij. De larven van de roodharige wespbij komen voortijdig uit en eten zowel het ei als het stuifmeelbolletje op. Het is een beetje alsof je een hotelkamer boekt en bij aankomst ontdekt dat er al iemand in je bed ligt en je ontbijt heeft opgegeten!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten