donderdag 13 april 2023

Sentimenten rond Landschapsparken en Nationale parken moeten ophouden

Sentimenten rond Landschapsparken en Nationale parken moeten ophouden

                                                                                                                                        Dirk Weyler
Open brief - Dirk Weyler

Zoals jullie wellicht weten stop ik op 31 mei als coördinator van GroenRand.
We hebben 7 jaar lang publiciteit gemaakt voor de Antitankgracht.
Ondertussen is deze gracht de drager geworden van de klimaatgordel en het toekomstig Nationaal park.
Het soortenbeschermingsprogramma van de otter is goedgekeurd en de betrokken gemeenten, de provincie en verschillende organisaties hebben zich gebundeld tot een strategisch samenwerkingsverband.

                                                                                                                                     Dirk Weyler

Heel wat van onze milieuproblemen hangen nauw samen met ruimtelijke wanorde.
Het meest zichtbare effect is het volbouwen van de open ruimte, de versnippering van natuurgebieden en de aantasting van het landschap.
Hoewel op de gewestplannen kwistig werd omgesprongen met nieuwe woon- en industriezones, werden er bovenop tal van afwijkingsmogelijkheden ingevoerd.
De beruchte opvulregel maakte het mogelijk toch woningen in landbouwgebied te bouwen, als die maar gelegen waren tussen twee bestaande boerderijen.
De opvulregel - bedoeld als tijdelijke uitzondering om de invoering van de gewestplannen soepeler te laten verlopen - werd al snel een vaste regel die steeds genereuzer werd toegepast. 



Een ander voorbeeld is het minidecreet, dat zonevreemde economische activiteiten in landbouwzones en natuurgebieden toeliet.
Dat minidecreet kwam van Paul Akkermans, in die jaren de CVP-minister voor ruimtelijke ordening.

                                                                                                  Paul Akkermans  van 1981 tot 1987

Akkermans zorgde er ook voor dat de opvulregel, bedoeld als tijdelijke uitzonderingsregel om de invoering van de gewestplannen verteerbaar te maken, vaste wetgeving werd. Achterpoortjes werden voordeuren.
De lint- en verspreide bebouwing kende hierdoor een ongebreidelde groei.
Op de gewestplannen was enkele honderden kilometer lintbebouwing ingetekend.
Door de opvulregel werden dat duizenden kilometers. 
Deze ruimtelijke versnippering kost ons ook massa veel geld o
m riolering aan te leggen, om post te verdelen of om het openbaar vervoer te laten rijden...



Lint- en verspreide bebouwingen moeten via wegen bereikbaar blijven.
Hierdoor geraken natuurgebieden geïsoleerd.
Op plaatsen waar belangrijke natuurgebieden of natuurverbindingen worden doorsneden vormen de wegen nu een onoverbrugbare barrière voor planten- en diersoorten (versnippering).


Naast ontsnipperingsmaatregelen kunnen natuurlijke elementen zoals houtkanten, bomenrijen, oevers van waterlopen en kleine bosjes een veilige weg voor dieren vormen.
Dat zijn de zogenaamde ‘kleine landschapselementen’ of ‘groene infrastructuur’.
Het is belangrijk dat de ontsnipperingsmaatregelen hierop aansluiten.
GroenRand stimuleert een meer gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak van projecten en acties waarbij de landschapsbenadering als krachtig instrument aan de basis ligt.
Daarmee kan het landschap van de streek efficiënt ingezet worden voor het opvangen van de klimaatverandering, verhogen van de biodiversiteit en duurzame voedselproductie.



GroenRand streeft reeds 7 jaar naar Nationaal parken en landschapsparken (wij noemden dit toen natuurparken), juist om een betere samenwerking tussen de betrokken actoren te stimuleren.



Onze betrachting was om de droogteproblematiek en het versnipperd landschap gezamenlijk aan te pakken.
Planten, dieren en habitats in Vlaanderen scoren ondermaats.
Ook de verbindingen tussen natuurgebieden blijft ver verwijderd van de Europese en Vlaamse doelen.






Samen met verdroging is versnippering de belangrijkste oorzaak van het biodiversiteitsverlies in Vlaanderen.
Veel kritische soorten zijn hierdoor al verdwenen of met uitsterven bedreigd.
De Vlaamse Rode-Lijstsoorten bewijzen het falen van het Vlaamse natuurbeleid.

Biodiversiteit in Vlaanderen is geen bijzaak.

                                                                                                                                   © Frank Vermeiren   


Veel van onze planten hebben bijvoorbeeld,  nood aan bestuiving om zich te kunnen voortplanten en een toekomst te voorzien voor hun soort.

                                                                                                                                    © Frank Vermeiren 


Het aantal (wilde) bijen, vlinders, zweefvliegen en andere bestuivende insecten daalt wereldwijd. 
Met de dagvlinders en de zweefvliegen gaat het niet beter.
Integendeel.

                                                                                                                            © Frank Vermeiren

De achteruitgang van wilde bestuivers is te wijten aan een mix van verschillende factoren die mekaar versterken.
De voornaamste oorzaken zijn: habitatverlies en -degradatie, verarming van het bloemenlandschap, overdreven veel gebruik van bestrijdingsmiddelen en de klimaatverandering.

                                                                                                              
© Rodrik Steverlynck                 

Het natuurbeheer was lange tijd alleen gericht op maatregelen in de natuurgebieden zelf. .
Open ruimte verbinden en een groenblauw netwerk doorheen het bebouwde weefsel verweven, kan de biodiversiteit en de ecologische samenhang bevorderen.

Maar dan moeten landbouwers, industrie, grondeigenaars en natuurverenigingen beter samenwerken en naar elkaar luisteren.
Landschapsparken en Nationale parken zijn daar goede instrumenten voor.
Dankzij het nieuwe parkendecreet wordt bovendien iedereen gerustgesteld.
De erkenning als park of de werking van het parkbureau op zich genereert geen verplichtingen of geen beperkende maatregelen bovenop de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen een park of voor de gebruikers ervan, behoudens anders overeengekomen.

                                                                                                                 
      © Rodrik Steverlynck        


Onder zakelijke rechten wordt verstaan: het eigendomsrecht, de mede-eigendom, de erfdienstbaarheden, het recht van vruchtgebruik, erfpacht en opstal.
Onder gebruiker wordt verstaan: de persoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachthouder of opstalhouder het goed exploiteert of die het onroerend goed huurt conform boek III, titel VIII  van het oud Burgerlijk Wetboek of het Vlaams Woninghuurdecreet.

De vele natuurliefhebbers, landbouwers, vrijwilligers en de lokale besturen werken nu op het terrein aan de Master- en operationele plannen.
Vanaf 31 mei worden deze plannen gepresenteerd aan een onafhankelijke jury, zodat de regering voor de zomer kan kiezen welke parken erbij komen.
Een bedreiging voor onze economische activiteiten en ruimte voor ondernemende landbouwers is het in elk geval niet.

Die rechtszekerheid is er nu.



Visies en meningen moeten nu worden samengebracht.
Gemeentebesturen moeten constructief het hoger belang dienen.
Politieke spelletjes moeten stoppen en feiten zouden rationeel en inhoudelijk bekeken moeten worden.
Maar de vooroordelen en het gekibbel blijven aanhouden.
Dit moet snel uitgeklaard worden.
Want de biodiversiteit smeekt naar oplossingen en langetermijnvisies.

Dirk Weyler
Coördinator GroenRand

                                                                               Bron: Gva


Geen opmerkingen:

Een reactie posten