Interview met Dirk Weyler: ‘Hoe gaat
het verder met GroenRand?’
Je
stopt op 31 mei, zijn voor jullie de doelstellingen van GroenRand behaald?
Dirk
Weyler: GroenRand heeft 7 jaar lang publiciteit gemaakt voor de Antitankgracht.
We hebben inderdaad onze doelstellingen bereikt.
Het masterplan voor het Nationaal park is klaar en het parkendecreet is
bekrachtigd.
Het soortenbeschermingsprogramma van de otter is ondertussen goedgekeurd en er is een
strategische samenwerking rond de Antitankgracht (gemeenten, provincie en
verschillende instanties).
De Antitankgracht is dé drager van de klimaatgordel.
Ook zal er werk worden gemaakt van de kruisende beekvalleien – zoals
het valleigebied van de Laarse beek, het Klein en Groot Schijn -die aanleunen bij de
Antitankgracht.
Een
Nationaal park is onzeker want verschillende gemeentes hebben zich
teruggetrokken uit de kandidaatstelling voor een Nationaal park in de
Voorkempen?
Dat betekent niet dat er per definitie geen Nationaal
Park komt in die regio, maar wel dat het project op losse schroeven staat.
Over een aantal weken moet het dossier klaar zijn voor de jury, maar intussen
moet het masterplan terug naar de tekentafel voor enkele aanpassingen.
De reden is wellicht het stikstofdossier.
Dat is spijtig want het een heeft totaal niets te maken met het ander.
Landbouwers zetten zich volledig af tegen al wat raakvlakken heeft met natuur.
Hierdoor worden gemeentes zenuwachtig en kunnen de zaak niet meer vanuit een
nuchtere bril bekijken.
Europa zal ons echter opleggen dat er meer ingezet moet worden op natuurherstel en
biodiversiteit.
De Vlaamse parken zijn dé gelegenheid om dit op een vrijwillige basis en via
gezamenlijk overleg stap voor stap te verwezenlijken.
Het Parkendecreet biedt zelfs juridische
waarborgen.
Er wordt dus via Vlaamse parken samenwerking beoogd.
Vraag is wie hier verdeeldheid veroorzaakt?
Op het terrein horen we alleen zeer subjectieve argumenten.
Het Nationaal park
zomaar naar de prullenbak verwijzen, zou inderdaad jammer zijn. Want jullie
zien heel wat voordelen!?
Door het Grenspark via de Antitankgracht aan het Groot en Klein Schietveld te
linken, bekom je het grootste ven- en heidegebied van Vlaanderen.
Dat is de rode draad in het project.
Gemeenten, landbouwers, grondeigenaren, Natuurpunt en het Agentschap Natuur en
Bos (ANB) kunnen hier, weliswaar op vrijwillige basis, gebieden aan toevoegen.
Door de aanleg van wegen, vaarwegen en spoorwegen zijn de natuurgebieden in de
Voorkempen de afgelopen decennia als het ware versnipperd geraakt.
In het wild levende dieren kwamen daardoor steeds meer vast te zitten in een
onnatuurlijk klein leefgebied.
De natuur is ‘versnipperd’ geraakt.
Het ‘ontsnipperen’ gebeurt door de aanleg van onder andere ecoducten,
ecoduikers, faunatunnels en makkelijk uittreedbare oevers rondom bestaande
infrastructuur tussen de versnipperde gebieden.
Naast ontsnipperingsmaatregelen vormen
natuurlijke elementen zoals houtkanten, bomenrijen, oevers van waterlopen en
kleine bosjes een veilige weg voor dieren door het landschap.
Dat zijn de zogenaamde ‘kleine landschapselementen (KLE’s)’ of ‘groene infrastructuur’.
Het is belangrijk dat de ontsnipperingsmaatregelen hierop aansluiten.
Maar wat is dan voor
jullie de meerwaarde?
De
grootste meerwaarde is dat we gaan samenwerken en we naar elkaar gaan luisteren.
Iedereen zal z’n eigen accenten leggen.
Voor ons is het uiterst belangrijk dat verdroging wordt tegengegaan.
Indien dit niet gebeurt, dreigt topnatuur vanzelf te verdwijnen.
Er zijn al heel wat initiatieven lopende en uitgevoerd rond het behoud van
voldoende water en de verbetering van de waterkwaliteit.
Ook de landbouw kan zijn steentje bijdragen door zoveel mogelijk water op te
houden in grachten, zodat het daar kan infiltreren.
Dit kan bijvoorbeeld door stuwen te installeren in de grachten.
Voor ons zijn -naast ontsnippering- 4
aandachtspunten prioriteit.
In het gebied rond het Nationaal Park vinden we heel wat kleine landschapselementen
die het landschap kleuren.
Ze stimuleren vaak biodiversiteit.
Denk aan knotwilgen, kleine poelen (zoals de vele vennetjes), alleenstaande
bomen, microreliëf of dreven.
Deze KLE's maken ons landschap gevarieerd én zijn onmisbaar voor de
natuur: dieren vinden er beschutting en voedsel.
De laatste jaren verdwenen deze KLE's steeds meer uit het landschap, en
dat is jammer.
Een Nationaal park zet dan ook volop in om kleine landschapselementen opnieuw
op te waarderen.
Ze zijn zeer waardevol voor de biodiversiteit: roofvogels gebruiken
een alleenstaande hoge boom als uitkijkpost, vogels vinden een schuilplaats in
een heg, amfibieën planten zich voort in een poel.
KLE’s doen ook dienst als corridor: zo bieden heggen en bomenrijen aan heel wat
dieren een beschutte route van het ene natuurgebied naar het andere.
Erosie werende maatregelen en kleine landschapselementen zoals
grasstroken, bomenrijen en houtkanten kunnen het water langer
vasthouden en laten infiltreren.
Toerisme en recreatie in het Nationaal Park vormen een economische
motor.
De inkomsten vloeien terug naar de lokale economie en het natuurbeheer.
Hoe groter het gebied, hoe meer je recreatie kan spreiden en hoe meer
rustgebieden voor planten en dieren gecreëerd kunnen worden.
Is de toekomstvisie van het park voldoende uitgebouwd?
Het uitzetten van zo een ambitieuze en onderbouwde toekomstvisie is inderdaad een belangrijk onderdeel van dit Masterplan.
Hiervoor werd er 24 jaar vooruit gekeken, richting 2048 en worden vragen beantwoord als: wat willen we bereiken met het Nationaal Park, en vooral en hoe willen we dit samen op vrijwillige basis waarmaken?
Het Masterplan omvat een Operationeel Plan voor de eerste 6 jaar (2024 – 2030) waarin concrete acties worden voorgesteld en samengebracht.
Bevat dit Operationeel Plan alle acties die kunnen worden uitgevoerd door het grensoverschrijdend Nationaal Park Kalmthoutse Heide in de periode 2024-2030?
Het bevat gefundeerde acties die broodnodig zijn om de waarde van dit unieke gebied beter te beschermen en te verhogen.
Dit operationeel plan moet de topnatuur in het park laten floreren, het landschap versterken, het toerisme verduurzamen en de educatie in het park perfectioneren.
Hoe
verloopt dit verder?
In het Masterplan werd het Nationaal Park ingedeeld in enkele kenmerkende
deelgebieden.
Elk deelgebied heeft zijn eigen unieke identiteit binnen het Nationaal Park en
heeft vaak nood aan gebiedsspecifieke acties (Kalmthoutse Heide - Schietvelden
/Marum - Antitankgracht - De Zoom –
Markiezaatsmeer).
Er moet actie per actie bekeken worden welke partner het meest geschikt is als
trekker.
Daarnaast zijn er verschillende betrokken actoren nodig die constructief samenwerken
en informatie, kennis en ervaring uitwisselen met elkaar.
Bij erkenning door de Vlaamse Overheid als Nationaal Park, kunnen we meer
betekenen voor de natuur en voor bewoners, bezoekers en ondernemers in de
regio.
Eén van de opdrachten
van ‘De Nieuwe Rand’ is de opmaak van een toekomstbeeld of visie.
Dat zal het kader vormen voor het opstarten van concrete
projecten die helpen om de geformuleerde ambities op vlak van leefkwaliteit en klimaatvriendelijkheid
te realiseren.
Daarnaast wordt ook een toekomstbeeld voor de klimaatgordel uitgewerkt.
Is dit belangrijk voor jullie project?
De
Antitankgracht is de drager van deze klimaatgordel en kruist meerdere
beekvalleien en eindigt in waardevolle wetlands; de Opstalvallei in de
Antwerpse Haven in het noorden, zuidwaarts sluit de Antitankgracht aan op het
Albertkanaal ter hoogte van de zeer waardevolle Tappelbeekvallei.
Door deze verbindende functie en het goede visbestand heeft de Antitankgracht
een grote potentie als leefgebied of verbindingsgebied voor de otter, een
bijzondere toppredator die recent Vlaanderen opnieuw koloniseert.
De
fortengordel langs de gracht is van internationaal belang als leefgebied voor
diverse soorten vleermuizen en in die zin beschermd als Habitatrichtlijngebied
(enkel de forten) en cultuurhistorisch landschap.
Daarbij is het van belang migratieknelpunten langs de gracht
weg te werken en de bosrand- en oeverstructuur te versterken als corridor voor
verschillende soorten.
Tot slot zijn er in de bossen langs de Antitankgracht
verschillende heiderelicten gelegen.
De Antitankgracht heeft zo een belangrijk potentieel om een
verbindende structuur te vormen voor de grote heidecomplexen in de regio.
Via heiderelicten als stapsteen aanwezig in het Ertbrandbos, het Mastenbos, en
de uitlegger langs de Antitankgracht wordt een heideverbinding geambieerd
tussen het Grenspark Kalmthoutse heide en het Klein en Groot Schietveld (allen
tevens beschermd als gebieden van de Habitat- en Vogelrichtlijnen).
De voornaamste knelpunten voor de ecologie van de klimaatgordel betreffen hier
de versnippering van de bosstructuur door kruisende steenwegen, met ook een
risico op aanrijding voor kwetsbare soorten.
Eén
van jullie doelstellingen is ook het soortenbeschermingsprogramma van de otter. Maar om het de
otter hier écht naar zijn zin te maken, is er nog heel wat werk aan de winkel!?
Vlaanderen
is een dichtbevolkte lap grond met een hoge graad van verstedelijking, en toch
is de otter hier aan een opmars bezig.
In
2020 werd het ‘Otterland’ project opgericht
In 2021 werd gestart met samenwerkingsverbanden met stakeholders en de opmaak
van het actieplan in overleg en samenwerking met INBO.
De aanwezigheid van de otter langs de Antitankgracht wordt reeds enkele jaren
intensief (sinds 2017 tot op heden) opgevolgd door de vrijwilligers van
Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen (kerngroep Natuurpunt Brasschaat).
Daarbij werd ook een analyse uitgevoerd waarbij kansen en knelpunten op het
traject van de Antitankgracht in detail in beeld werden gebracht.
Inmiddels hebben ook de Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen
en verschillende instanties de handen in
elkaar geslagen om de Antitankgracht als robuuste ruggengraat of “blauwe draad”
tussen de verschillende natuurgebieden en beekvalleien te versterken.
Lees meer: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230308_98608611
Maar is dit voldoende om de soort in stand te
houden?
Het soortenbeschermingsprogramma van de otter heeft tot algemeen doel om als
katalysator te dienen voor het nemen van maatregelen die kunnen leiden tot een
gunstige staat van instandhouding van de soort.
Het optimaal inrichten van locaties waar otters actueel voorkomen en het
wegwerken van knelpunten vormen dan ook prioritaire doelstellingen op korte
termijn.
Om individuele onnatuurlijke sterfte maximaal te vermijden moet ingezet worden
op het verminderen van het risico op verkeerssterfte door gepaste
ontsnipperingsmaatregelen.
Jullie richten al jullie pijlen op de otter, maar wat met de
andere wilde dieren?
De otter is een indicatorsoort voor schoon
water en heeft dus nood aan helder water van goede kwaliteit.
Proper water trekt nog veel meer leven aan, zoals vissen, amfibieën en
watervogels.
Dat maakt van de otter een paraplusoort.
Stopt GroenRand volledig met haar activiteiten?
Ik heb
tijdens de Groene Duim voorgesteld om met andere verenigingen tot een
werkverdeling te komen (Red de Voorkempen, GruunRant, Greenplease…) om onderstaande items op te volgen:
·
Verbinding
Groot en Klein Schietveld
·
Verbinding
valleigebied van de Laarse beek
·
Verbinding
valleigebieden Klein en Groot Schijn
·
Ontsnipperingsplan
via het soortenbeschermingsprogramma otter
·
Evolutie
Nationaal park
·
Klimaatgordel
·
Blue
deal: strategieën rond koolstofopslag, netwerkversterking, vernatting en
waterberging en bevorderen van infiltratie.
·
....
GroenRand zal alvast via een stuurgroep een
deelaspect opvolgen.
Hebt u interesse voor deze
stuurgroep, laat het ons dan weten: dirk.weyler@hotmail.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten