De blauwe reiger is vrij algemeen in GroenRand
Hij broedt van februari tot en met mei, dit meestal in slordige kolonies, maar ook
steeds vaker ook solitair.
De voorkeur gaat uit naar plekken waar rovers moeilijk bij komen, eilandjes in
een vijver bijvoorbeeld.
Hij legt meestal 4 tot 6 bleek-blauwgroene eieren, die in 23 tot 28 dagen worden uitgebroed.
Anderhalve maand later zijn de jongen vlieg-klaar, al blijven deze vervolgens nog 10 tot 20 dagen op en bij het nest.
De vrij grote, platte nesten worden tot zeer hoog in de bomen gebouwd. juveniel
Deze slanke en majestueuze waadvogel kan urenlang en geduldig op één been staan.
In het begin van de vorige eeuw was de blauwe reiger bijna uitgeroeid, waardoor hij nagenoeg uit de natuur verdween.
Gelukkig is hij tegenwoordig weer overal, waar water is, te zien!
De naam 'blauwe' is misschien niet helemaal juist; de vogels zijn vooral grijs.
De blauwe reiger heeft een paar lange, sierlijk afhangende veren vanaf de zwarte kopstreep.
Hij heeft een zwarte band door het oog, die uitmondt in een kuif.
Hij wordt gekenmerkt door z’n gele dolkvormige snavel en z’n hoge bruine poten.
De blauwe reiger heeft een voorkeur voor vis maar is absoluut niet kieskeurig.
Ook amfibieën (kikkers), reptielen (ringslangen), insecten, wormen, jonge vogels en kleine zoogdieren (mollen, muizen, ratten) staan op het menu.
Vaak staat de blauwe reiger ineengedoken, bewegingsloos maar zeer alert in of naast het water.
Wanneer hij een prooi ontdekt, kan hij met zijn dolvormige snavel bliksemsnel toeslaan.
Natuurverenigingen, natuurbeschermers en overheden zijn volop bezig met het verbeteren van de waterkwaliteit en natuurlijke oeverbegroeiingen.
Dit komt te goede voor vissen en dus ook voor de blauwe reiger.
Foto's Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten