Geelgors, een zeldzaamheid in GroenRand
Met zijn felgele kopje en buik (in het broedseizoen vooral bij het mannetje goed zichtbaar), een gemiddelde lengte van zo’n 16 centimeter en zijn typische, vrolijke getjilp, is de geelgors gemakkelijk herkenbaar.
De geelgors is een redelijke zeldzame vogel die zich thuis voelt in gebieden waar nog aan traditionele landbouw wordt gedaan: open akkers met een sterke afwisseling aan gewassen en hier en daar een boom als zangpostplek.
Helaas wordt zijn habitat, net als die van vele andere akkervogels, door de intensivering van de landbouw sterk bedreigd.
Geen wonder dus dat hij op de Vlaamse rode lijst prijkt als bedreigde soort.
De broedvogel werd in GroenRand een paar keer gespot in de omgeving van de Kalmthoutse heide en de Maatjes.
Hij nestelt zowel op de grond, onder een heg, als in een struik of een jonge boom.
De Geelgors legt eieren van half april tot begin augustus, met een piek in mei-juni.
Er zijn twee tot drie broedsels per jaar met meestal 3-6 eieren.
Op het menu staan vooral zaden, waarbij tarwe en haver de voorkeur krijgen boven gerst.
Maar ook zaden van bomen zoals spar, den, beuk, druif, maretak en diverse andere zaden kunnen hem bekoren.
In de broedtijd wordt, omwille van de jongen, ook overgeschakeld naar ongewervelden en insecten.
Het voedsel wordt meestal verzameld op de grond.
Deze broedvogels blijven hoofdzakelijk in eigen land en vormen wintergroepen op voedselrijke plekken.
Foto's Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten