Boerennatuur in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid GLB
GroenRand vindt kleine
landschapselementen zeer belangrijk want ze bepalen het uitzicht van het
landschap maar zijn om nog tal van andere redenen belangrijk.
Voor verschillende dier- en plantensoorten vormen ze een laatste
toevluchtsoord.
Roofvogels gebruiken een alleenstaande hoge boom als uitkijkpost.
Vogels vinden er een schuilplaats en amfibieën kunnen zich voortplanten in
een poel.
Ze doen dienst als corridor tussen natuurgebieden.
Lijnvormige landschapselementen zoals heggen en bomenrijen bieden planten en
dieren een beschutte route van het ene natuurgebied naar het andere.
Puntvormige elementen zoals poelen en bosjes doen dienst als stapsteen en
hebben hetzelfde effect.
Binnen
het nieuwe GLB gaat veel aandacht en geld richting vergroeningsmaatregelen.
Naast de verplichte vergroeningsmaatregelen (conditionaliteit - de vroegere randvoorwaarden), zijn er verschillende vrijwillige,
gesubsidieerde maatregelen.
©ecopedia
De verplichte vergroeningsmaatregelen dienen landbouwers
te respecteren, wil men als actieve landbouwer toegang krijgen tot de
basisbetalingsrechten.
Eén van die maatregelen gaat over biodiversiteit op landbouwbedrijven, waarbij
4% van het bouwland ingevuld moet zijn met niet-productieve elementen (NPE).
Om voldoende areaal NPE’s te behalen, kunnen landbouwers beroep doen op niet-productieve investeringen (NPI).
De NPI’s zijn een reeks VLIF-steunmaatregelen die breed inzetten op landschap, biodiversiteit, water- en bodemkwaliteit.
Een interessante NPI die meetelt als NPE is het aanplanten van hagen, heggen,
houtkanten en bomenrijen.
Van oudsher zijn bomenrijen, houtkanten en houtwallen aanwezig in het landschap.
Oorspronkelijk dienden ze als perceelsscheiding, soms zijn het relicten van voormalig bosgebied.
Tevens waren ze van groot belang als leveranciers van brand- en geriefhout, allerlei vruchten en als beschutting voor het vee.
Voor de biodiversiteit hebben ze een grote waarde als refugium en verbindingselement tussen bosgebieden.
De investering is 100% subsidiabel en deze lineaire elementen zijn vaak eenvoudiger in te passen in de bedrijfsvoering.
Behalve dat zo het landschap aankleed wordt en een natuurlijke barrière wordt gecreëerd tussen openbare infrastructuur en je percelen, wordt er dus ook gezorgd voor migratieroutes, schuil-, nest- en foerageermogelijkheden voor diverse soorten.
De NPI-steun maakt het mogelijk om een zeer diverse haag samen te stellen, die verschillende natuurlijke plaagbestrijders aantrekt doorheen het seizoen.
Samenwerken kan in de vorm van bijvoorbeeld groepsaankopen.
Zo is het bijvoorbeeld interessant om gebiedsgericht samen te werken rond soortenbescherming.
Het plaatsen van houthakseldammen (NPI) kan ook strategisch op landschapsniveau uitgevoerd worden, om zo modderoverlast maximaal te vermijden.
Ook rond waterconservering loont het meer dan de moeite om samen te werken.
Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van stuwen om op die manier de grondwatertafel te verhogen.
De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) roept landbouwers op om niet te lang te wachten hun interesse in een beheerovereenkomst te laten blijken.
Dat kan via het e-loket beheerovereenkomsten (e-loket BO) en moet voor 1 september gebeuren. Op die manier is de landbouwer zeker van de gratis en vrijblijvende uitleg van een bedrijfsplanner.
Als de landbouwer dat wil, kan de bedrijfsplanner ook helpen met het aanvraagformulier invullen en indienen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten