donderdag 4 december 2025

GroenRand streeft naar een samenleving die in harmonie met de natuur leeft

GroenRand streeft naar een samenleving die in harmonie met de natuur leeft

De biodiversiteit gaat wereldwijd sterk achteruit, en ook in Vlaanderen zijn al veel soorten verdwenen. Om een rijke, bloeiende natuur te behouden, is het essentieel meer ruimte te geven aan natuur, natuurgebieden beter met elkaar te verbinden en de milieudruk te verminderen. In een samenleving die in harmonie met de natuur wil leven, werken we op alle vlakken samen met wat zij ons biedt.


GroenRand beschouwt de natuur als partner en wil uitdagingen zoveel mogelijk aangaan met oplossingen die de natuur zelf aanreikt.
Dit zijn natuurgeïnspireerde innovaties die betaalbare en veerkrachtige antwoorden bieden op uiteenlopende uitdagingen en bijdragen aan een gezond ecosysteem.

Sinds 1950 is door het rechttrekken en indijken van waterlopen en het draineren van omliggende laaggelegen gebieden maar liefst 75% van onze wetlands verdwenen. In combinatie met een hoge verhardingsgraad van 16% daalt het grondwaterpeil gestaag, met ingrijpende gevolgen voor zowel natuur als landbouw. Het nieuwe uitgangspunt is bufferen: water opnieuw ruimte geven, vasthouden, laten infiltreren en vertraagd afvoeren. Dit is niet alleen cruciaal om de grillen van het klimaat op te vangen, maar ook gunstig voor biodiversiteit en milieu.


Met de eerste Blue Deal in 2020 zette Vlaanderen al belangrijke stappen vooruit.
Op 14 juli 2025 presenteerde de Vlaamse Regering een vernieuwde versie, bedoeld om Vlaanderen beter te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte, overstromingen en verminderde waterkwaliteit.
GroenRand benadrukt de dringende nood aan een structurele en geïntegreerde aanpak met duidelijke doelstellingen en gerichte acties.
Onze organisatie streeft naar de oprichting van talrijke lokale gebiedscoalities in samenwerking met de Vlaamse overheid, met heldere afspraken over ieders verantwoordelijkheden.

Rond 1888 leefden er in Vlaanderen volgens historische bronnen meer dan duizend otters, verspreid over vrijwel elke streek en waterloop. Door verdelging en vervuiling werden ze vanaf de jaren 1980 als uitgestorven beschouwd. In 2012 werden opnieuw enkele otters waargenomen, gevolgd door de eerste voortplanting in de daaropvolgende jaren. Dit wijst op een verbetering van de waterkwaliteit en het visbestand, aangezien otters een belangrijke indicator zijn voor gezonde rivieren, beken en oevers. Otters hebben een territorium nodig met een gemiddelde oeverlengte van ongeveer 20 kilometer. Ze vervullen een belangrijke symboolfunctie: waar zij leven, vind je sterke en goed verbonden groenblauwe netwerken. Grote, aaneengesloten en gevarieerde natuurgebieden zoals bossen, heide en wetlands herbergen veel leven en moeten verbonden worden via ecologische corridors, ecotunnels en ecoducten. Beken, kanalen en rivieren vormen de ecologische ruggengraat van het landschap, maar verkeer blijft de grootste doodsoorzaak. Wanneer een weg een rivier kruist zonder doorgang onder de brug, kiezen otters ervoor over de weg te lopen in plaats van eronderdoor te zwemmen, met alle risico’s die daarbij horen.

Een breed samenwerkingsverband van burgerverenigingen werkt met de Nieuwe Rand aan de aanleg van een klimaatgordel rond Antwerpen, een groene riem vol natuur. Het doel is de leefbaarheid en klimaatbestendigheid van de regio te versterken door natuurgebieden met elkaar te verbinden, verharding te vervangen door groen en de waterhuishouding te optimaliseren. Zo ontstaat een ecologische corridor waar flora en fauna zich vrij kunnen bewegen, zonder obstakels.

In de Voorkempen ontstaan door het drukke verkeer als gevolg van havenactiviteiten obstakels, wat leidt tot versnippering: het opdelen of uiteenvallen van natuurlijke leefgebieden in kleinere, geïsoleerde stukken (habitatfragmentatie). Dit fenomeen wordt wereldwijd erkend als een van de grootste bedreigingen voor het behoud van de biodiversiteit. Natuurlijke waterlopen, houtkanten en bomenrijen vormen veilige doorgangen door het landschap (corridorlandschap). Wanneer routes tussen leef- en foerageergebieden worden onderbroken, of dieren migreren voor voortplanting of territoriumvorming, moeten ze vaak wegen oversteken. Dergelijke wegen doorsnijden leefgebieden en belemmeren dieren om andere gebieden te bereiken.

De druk op de open ruimte en het natuurlijke landschap neemt onverminderd toe door menselijke activiteiten, met klimaatverandering en intensieve urbanisatie als gevolg. Wegen vormen hierbij een van de grootste bedreigingen voor de biodiversiteit. Zowel de verkeersinfrastructuur zelf als het verkeer hebben aanzienlijke negatieve effecten op de omgeving in het algemeen en op de natuur in het bijzonder. Wegen zijn vaak onoverkomelijke barrières voor dieren die op zoek zijn naar nieuwe leefgebieden of een geschikte partner. Het is noodzakelijk om maatregelen te nemen om de impact van wegen op de omgeving te beperken. Op plaatsen waar wegen worden aangelegd, gaat bovendien onherroepelijk oorspronkelijk leefgebied verloren. Prioriteit moet worden gegeven aan landschappelijke inpassing en het vermijden van nieuwe barrières. Bij de aanleg van nieuwe wegen, maar ook bij de aanpassing van bestaande infrastructuur, kunnen maatregelen worden getroffen om deze harmonieus in het natuurlijke en visuele landschap te laten opgaan, waardoor het barrière-effect en de versnippering worden verminderd.

Bij de aanleg van wegen is niet alleen oorspronkelijk leefgebied van soorten verloren gegaan, maar zijn de resterende habitats ook versnipperd in steeds kleinere, geïsoleerde delen. Dit gaat gepaard met een sterke toename van verstoring (geluid, licht, beweging) en vervuiling (lucht, water, fijnstof), waardoor de overlevingskansen van wilde planten- en diersoorten ernstig onder druk staan. De opsplitsing van leefgebieden vergroot het risico op lokaal uitsterven, terwijl de barrièrewerking van wegen populaties onderling isoleert, wat leidt tot verlies van genetische diversiteit en verdere bedreiging van soorten. Ter mitigatie van deze negatieve effecten kunnen ontsnipperende en andere natuurtechnische maatregelen worden ingezet. Deze civieltechnische ingrepen verbinden leefgebieden opnieuw en verbeteren de bereikbaarheid voor dieren. Ook buiten natuurgebieden, bij natuurlijke landschapselementen, kunnen dergelijke maatregelen bijdragen als stapsteen of corridor tussen leefgebieden. Ze zijn van belang zowel op plaatsen waar wegen habitats doorsnijden als in tussenliggende gebieden die verbindingen vormen.

Drukke gewestwegen en andere infrastructuur vormen onoverbrugbare hindernissen, waardoor dieren geïsoleerd raken en geen toegang meer hebben tot voedsel, partners of geschikte schuilplaatsen.

Ontsnippering, bijvoorbeeld via ecoducten en ecotunnels, vermindert verkeersslachtoffers en maakt het voor dieren mogelijk hun leefgebied te doorkruisen, waardoor biodiversiteit behouden blijft. De Vlaamse Regering benadrukt het belang van natuurontsnippering, zoals blijkt uit het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO), het regeerakkoord en de informatie op hun website. Toch ontbreken in deze legislatuur concrete budgetten en acties, wat volgens GroenRand onbegrijpelijk is en sterk wordt betreurd.


Foto's: Paul Van Dijck

Geen opmerkingen:

Een reactie posten