dinsdag 29 oktober 2024

Het gaat niet goed met onze egels

 Het gaat niet goed met onze egels

De status van de West-Europese egel is op de IUCN Rode Lijst bijgewerkt van 'Niet bedreigd' naar 'Bijna bedreigd'. In meer dan de helft van de landen waar deze soort voorkomt, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Zweden, Denemarken, België, Nederland, Duitsland en Oostenrijk, is een afname in aantallen waargenomen. Nationaal gezien is het aantal egels in de laatste tien jaar met ongeveer 16-33% gedaald. Regionale studies tonen zelfs dalingen tot 50% in gebieden zoals Beieren in Duitsland en Vlaanderen in België.


De toenemende druk van menselijke activiteiten, vooral de verslechtering van landelijke habitats door intensieve landbouw, infrastructuur en stedelijke ontwikkeling, wordt aangewezen als de oorzaak van de achteruitgang. Tijdens COP16, de biodiversiteitstop in Cali, Colombia, heeft de IUCN bevestigd dat de West-Europese egel inderdaad in problemen verkeert. Ze benadrukt dat de mens het grootste gevaar vormt voor de egel. De egel heeft weinig natuurlijke vijanden, met uitzondering van de mens.


Lange tijd was verkeer de voornaamste doodsoorzaak, maar nu is het verlies van habitat en het daarmee samenhangende voedseltekort de grootste bedreiging. Pesticiden in de landbouw verminderen het aantal insecten, waardoor egels moeite hebben om voldoende voedsel te vinden.

Verkeer blijft echter een van de grootste gevaren voor egels. Hun stekelvacht beschermt hen goed tegen natuurlijke vijanden, maar tegen auto's biedt oprollen geen bescherming. 

Het bordje ‘egelwegel’ vormt een leuke afwerking van je doorgang voor egels.  © Diemer Vercayie

GroenRand doet een oproep

Onze tuinen beslaan ongeveer 9% van het Vlaamse grondgebied (tegenover 2% natuurgebied) en zijn dus een belangrijk habitat voor de egel. Veel tuinen zijn echter volledig afgesloten, waardoor egels gedwongen worden om via de straat van de ene naar de andere tuin te gaan.

Hierdoor worden ze vaak overreden door auto's (jaarlijks minstens 250.000 egels in Vlaanderen), en behoren ze al jaren tot de top drie van verkeersslachtoffers. De gemiddelde tuin is aanzienlijk kleiner dan de tien hectare die een egel nodig heeft om te gedijen. GroenRand moedigt daarom aan om je tuin te koppelen met die van je buren. Volgens GroenRand vergroot dit het leefgebied van de egel, waardoor hij veiliger van de ene naar de andere tuin kan bewegen zonder de weg op te moeten, wat zijn overlevingskansen aanzienlijk verbetert.


Op COP16 wordt opgeroepen tot hulp voor de egel Dit kan door het creëren van "egelsnelwegen" met een opening in de omheining, zodat egels 's nachts kunnen doorgaan. Het aanbieden van extra voedsel en water zou nog meer helpen.

Een egelwegel is eenvoudig te maken door een opening van 15 x 15 cm in je omheining te maken, groot genoeg voor een egel maar te klein voor de meeste huisdieren.

Op COP16 wordt daarom opgeroepen om egels te helpen door "egelsnelwegen" aan te leggen: gaten in de buitenomheining zodat egels 's nachts kunnen passeren. Het plaatsen van wat voedsel en water zou nog meer helpen.

Foto's: Paul Van Dijck - Onze GroenRand-natuur

zaterdag 26 oktober 2024

Strategisch project valt naast de prijzen

Strategisch project valt naast de prijzen

Na de Gebiedsdeal Droogte 'De Antwerpse Rand Onthardt', hebben de 'strategische samenwerking rond de Antitankgracht', het provinciaal gebiedsprogramma  'Groen Kruis' en  het complexe project De Nieuwe Rand opnieuw hun krachten gebundeld onder de naam 'De Antwerpse Rand Verbindt'.
Helaas had het project een minder succesvolle afloop door een gebrek aan financiële steun.



De aanleg van wegen, lintbebouwing en de uitbreiding van woongebieden hebben de open ruimte aan de rand van Antwerpen (klimaatgordel) gefragmenteerd en de druk op de overgebleven groene zones verhoogd.
Dit leidt tot een gefragmenteerd landschap met toenemende verharding en concurrentie tussen verschillende functies zoals wonen, industrie, natuur en landbouw.
Het gebied vertoont kenmerken van een stedelijke agglomeratie met grote villaparken, dorpscentra, verkavelingen, lintbebouwing, recreatie- en sportfaciliteiten, zorginstellingen, dienstverlening op bovenlokaal niveau, baanwinkelcomplexen en bedrijven.
Daarnaast biedt het gebied open ruimtes met bronnen en beken, heide, bos- en natuurgebieden, en onroerend erfgoed.
Een van de meest opvallende kenmerken is de blauwgroene structuur die zich een weg baant door het gebied.
De Antitankgracht, die door de klimaatgordel stroomt, verbindt verschillende beekvalleien en fungeert als een cruciale schakel tussen de omliggende bossen en natuurgebieden.

De groene structuur staat echter steeds meer onder druk door verdergaande processen van versnippering, verkaveling, etc.
Deze ontwikkelingen maken de GroenRand-regio kwetsbaarder voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals hittegolven en wateroverlast.

Samen aan de slag

In de afgelopen jaren zijn binnen de lopende gebiedsprogramma's Groen Kruis en Antitankgracht visies en actieplannen ontwikkeld voor de regio.
Deze zijn bekrachtigd door de eigen stuurgroepen en hebben daarmee een officiële status gekregen.
De bijbehorende actieplannen zijn daarna opgenomen in de visie voor de klimaatgordel en het kansenprogramma van De Nieuwe Rand, welke in samenwerking met diverse stakeholders is ontwikkeld.
In de afgelopen jaren hebben talrijke belanghebbenden in het gebied samengewerkt aan een geïntegreerde en breed gedragen gebiedsvisie.
De geïntegreerde gebiedsvisie en bijbehorende kansenprogramma's hebben daardoor ook een status gekregen en vormen nu een hefboom voor de uitvoering ervan. 
Vanuit deze hefboompositie hebben de gebiedsprogramma's Groen Kruis, Antitankgracht en het complexe project De Nieuwe Rand hun krachten gebundeld.

Strategisch project  



Recentelijk is er vanuit dit samenwerkingsverband een strategisch project ingediend.
Onder de noemer 'De Antwerpse Rand Verbindt' spannen deze drie initiatieven zich in om binnen drie jaar een aanzienlijke verandering teweeg te brengen in de noordoostelijke rand van Antwerpen.
Met deze aanvraag zou de gedeelde visie vertaald worden naar concrete realisaties op het terrein, wat een versnelling in de ontwikkeling van het gebied teweeg zou brengen.
Hiervoor zou de provincie Antwerpen een projectcoördinator aanwerven die, in samenwerking met de bestaande gebiedscoördinatoren, zorg draagt voor de uitvoering op het terrein.
De focus zou liggen op vier locaties waar veel potentieel voor ontwikkeling is: 
Ertbrugge en omgeving, Antitankgracht zone Schilde, Vallei van de Laarse Beek en Klein en Groot Schietveld. Het verbinden van de gefragmenteerde open ruimtes en het creëren van een klimaatbestendig landschap is het gemeenschappelijke doel.

De doelstellingen van GroenRand sluiten aan bij de visie van dit initiatief

De ambities van GroenRand zijn volledig afgestemd op de visie van dit initiatief.
Onze vereniging streeft ernaar de resterende open ruimtes te beschermen en wil verdere versnippering voorkomen door de samenhang tussen de ruimtelijke fragmenten te verbeteren.
Versnipperde open ruimtes hebben negatieve effecten op mens en dier.

                                                                                     © Overlant

Verschillende analyses en ontwerpstudies in de regio hebben voor deze aanvraag al knelpunten en mogelijke oplossingen aangewezen, zoals het soortenbeschermingsprogramma voor de otter, de studie 'De Groene Recreatieve Corridor', het plan voor de bunzing en het ontwerpend onderzoek Hesselteer voor een ecologische verbinding tussen de Schietvelden...

Door de oprichting van open ruimte-coalities, waarbij overheden, maatschappelijke organisaties, burgerinitiatieven en privé-eigenaren samenwerken, heeft het gebied een unieke identiteit gekregen. Talrijke belanghebbenden hebben bijgedragen aan een coherent verhaal. Met een gezamenlijke aanvraag voor dit strategisch project, streefden de drie bestaande programma's - Groen Kruis, Antitankgracht en De Nieuwe Rand - ernaar hun visie om te zetten in tastbare resultaten op het terrein, wat een versnelling van de ontwikkelingen in het gebied zou teweegbrengen.

Voor ons waren hierbij drie projecten belangrijk:
  1. Openleggen Antitankgracht t.h.v. kruispunt Moerhoflaan-Noorderlaan (goedgekeurd, maar niet geselecteerd project binnen Lokale Gebiedsdeal Droogte);
  2. Ecologische verbinding tussen Klein en Groot Schietveld ter hoogte van Essensteenweg en Bredabaan (conceptontwerpen zijn klaar);
  3. Aanpak verdrogingsproblematiek van de Laarse Beek.

Concrete acties en een goede samenwerking

Het project is voorbij de fase van alleen analyses en ideeën en heeft deze vertaald naar concrete acties. De focus lag op vier specifieke gebieden waar op korte termijn (binnen drie jaar) veel actie vereist is. Er werd een visie ontwikkeld voor Ertbrugge en omgeving, de Antitankgrachtzone in Schilde, de Vallei van de Laarse Beek en het Klein en Groot Schietveld. Deze werven zijn gekozen omdat er reeds een uitgebreide ontwerpfase heeft plaatsgevonden, waardoor nu gestart kan worden met de uitvoering. Het zijn ook gebieden waar complexe ruimtelijke uitdagingen samenkomen, vele stakeholders betrokken zijn en die gemeentegrenzen overschrijden. Mede dankzij organisaties zoals Groen Kruis, De Nieuwe Rand, de coalitie rond de Antitankgracht en de inspanningen van burgergroeperingen GruunRant en GroenRand, heeft de noordoostelijke rand van Antwerpen een unieke identiteit ontwikkeld.
Verschillende administraties, organisaties en politieke partijen hebben voortdurend samengewerkt aan de uitvoering van een gezamenlijke en geïntegreerde visie voor het gebied.
Met dit strategische project wilden de partners verdere stappen zetten naar de realisatie van deze visie.

Stevige basis

Groenblauwe netwerken vormen complexe systemen, samengesteld uit ecologische, sociale, politieke, culturele en andere subsystemen.
Met een gebiedsgerichte en multisectorale benadering zijn de relaties en verbindingen binnen het werkgebied in kaart gebracht, terwijl ook de relaties met de omgeving zijn onderzocht door een breder perspectief te hanteren.
Er is gestreefd naar integratie van harde en zachte functies en sectoren, met een zorgvuldige afweging voor de meest geschikte functie en het creëren van ruimtelijke win-winsituaties.
Dit is met name belangrijk in een stedelijke randcontext waar de ruimte beperkt is.
Gebleken is dat er een stevige basis is voor deze projecten, en het is nu tijd om de realisatie te versnellen. 
Er is reeds uitgebreid ontwerpend onderzoek verricht dat in de komende jaren toegepast kan worden.
Deze versnelling zal de voltooiing van de complexere en langdurigere projecten ten goede komen.


Maar helaas niet geselecteerd

                                                                                        © Wim Verschraegen

Het Departement Omgeving heeft voor de komende drie jaar 900.000 euro gereserveerd voor drie strategische projecten in de provincie Antwerpen. Echter, dit bedrag is slechts een druppel op een gloeiende plaat. Het vierde project dat door onze regio werd ingediend, werd niet geselecteerd. Het strategische project heeft de goedkeuring van de commissie gekregen, maar helaas was er niet genoeg budget beschikbaar voor alle geslaagde strategische projecten. Het Departement Omgeving heeft gekozen om de financiële middelen de komende drie jaar te investeren in drie andere strategische projecten in de provincie Antwerpen, waardoor ons project op de wachtlijst blijft. De subsidies gaan naar het Grenspark Groot Saeftinghe, Het Grote Net(e)werk en de Vallei van de Aa. De gebiedsprogramma's Antitankgracht en Groen Kruis, die al lang samenwerken, hebben een breed gedragen langetermijnvisie ontwikkeld die aanzienlijke financiële kosten met zich meebrengt. Het Departement Omgeving zal de komende twee maanden nagaan of budgetverschuivingen een oplossing kunnen bieden, hoewel er geen garanties zijn. Het probleem ligt niet bij de inhoud van het strategisch project, maar bij het huidige gebrek aan middelen. Het feit dat het budget aan het begin van de legislatuurperiode al ontoereikend is, belooft weinig goeds.

Investeren in natuur is essentieel

We willen het Departement Omgeving attent maken op het feit dat de achteruitgang van de biodiversiteit en het instorten van ecosystemen tot de grootste bedreigingen voor de mensheid behoren in het komende decennium. Het is essentieel dat Vlaanderen met spoed een samenhangend natuurnetwerk ontwikkelt om de biodiversiteit te versterken en de doelstellingen van de Europese Green Deal te realiseren. Voor de ontwikkeling van zo'n netwerk en het beperken van negatieve milieueffecten is substantiële financiering vereist.
Er is tot nu toe een tekort aan structurele financiering voor de aanbevolen projecten in de regio.
We leunen op ad-hoc subsidies die vaak krappe deadlines hebben.
De toegewezen tijd voor deze gesubsidieerde projecten is te kort, en dikwijls is er niet genoeg personeel om de projecten naar behoren uit te voeren.
Gezien deze situatie is er behoefte aan een project dat stap voor stap kan bijdragen aan een langetermijnvisie.

Vlaamse parken zijn een uitstekend voorbeeld om dit doel te bereiken.
Echter, niet alle projecten voldoen aan het criterium van 10.000 hectare.
Als oplossing overwegen we de introductie van een derde kleiner parktype, met een minimale grootte van 3.000 hectare, die we 'Regionale Klimaatparken' zouden noemen.
Dit initiatief gaat uit van verschillende gemeenten die hun natuurplannen bundelen.
Dit derde type park kan ook dienen als een tussenstap naar de Vlaamse parken.
Er wordt verwacht dat de Vlaamse Regering structurele subsidies zal verlenen ter ondersteuning van deze klimaatparken.

vrijdag 25 oktober 2024

Het trieste verhaal van de Antwerpse Schietvelden

Het trieste verhaal van de Antwerpse Schietvelden


De nieuwe Vlaamse regering zal vanaf nu elk halfjaar overleggen over het beleid inzake natuur en milieu met Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt, Bos+ en Vogelbescherming Vlaanderen.
Veel overleg, dure studies, mooie ideeën zoals de klimaatgordel...maar geen geld om iets uit te voeren.
GroenRand vertelt vandaag het treurige verhaal over de verbinding tussen de Schietvelden.
Een soap die al jaren voortduurt zonder enige vooruitgang, terwijl iedereen het eens is over het belang ervan.
Sinds 1997 vormt het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een cruciale basis voor het ruimtelijke beleid.
Hierin werd het belang van de verbinding tussen het Grenspark en de Schietvelden al benadrukt.
In 2018 hebben we dit belang verder onderstreept en de Antitankgracht met aangrenzende bossen toegevoegd.
Het Klein Schietveld grenst bij het Fort van Brasschaat aan de Antitankgracht. 
De Schietvelden, die dicht bij elkaar liggen, zijn momenteel gescheiden door kruisende verkeersinfrastructuur (Essensteenweg, Bredabaan en lokale wegen), woongebieden, recreatiegebieden en industriegebieden.
Beide Schietvelden maken deel uit van het Natura 2000-netwerk en bevatten zeer zeldzame habitats die essentieel zijn voor de instandhoudingsdoelstellingen van verschillende soorten.
Daarom is de potentiële meerwaarde van een verbinding tussen de twee gebieden aanzienlijk.


Veel gestudeer, maar weinig centen

Op ons verzoek heeft het Regionaal Landschap de Voorkempen, in het kader van een bachelorproef door Pieter Laurijssens tijdens het academiejaar 2019-2020 aan de Campus Thomas More Kempen, onderzoek gedaan naar de natuurverbinding tussen de schietvelden.
Na deze studie heeft het kabinet van Zuhal Demir toegezegd om villagronden te verwerven om zo de verbinding tussen het Groot- en Klein Schietveld te realiseren (uiterste puntje van de Bredabaan/Essensteenweg).
Helaas hebben we weinig vooruitgang in het dossier gezien, later bleek dat dit te wijten was aan een gebrek aan financiële middelen. 
Daarom deed onze vereniging het voorstel om een 'Vlaams Gebiedsfonds voor Snelle en Strategische Aankopen' in het leven te roepen, met het doel om financiële middelen beschikbaar te stellen voor de aankoop van prioritaire gronden die essentieel zijn voor het creëren van natuurverbindingen.
Dit fonds kan dan ook dienen voor andere projecten.
Maar op dit voorstel kregen we geen reactie.



In december 2022 pleitte GroenRand opnieuw om werk te maken van een verbinding tussen het Klein en Groot Schietveld.
Uit overleg met lokale besturen en andere betrokken partijen binnen het complexe project De Nieuwe Rand bleek dat het tussenliggende gebied onder druk staat.
Bovendien ondervinden enkele beschermde soorten in de Schietvelden toenemende druk door klimaatverandering, waarbij recente droogteperiodes een duidelijk signaal zijn.
Een studie van de bureaus Hesselteer, die deel uitmaakt van het complexe project Nieuwe Rand en specifiek het gebiedsprogramma Klimaatgordel, ondersteunt deze bevindingen.
Om meer te weten te komen kan je best het onderzoek zelf raadplegen (juli 2023).
Deze tweede studie bevestigt wat we al wisten: het is urgent om deze connectie te verbeteren, gezien de beperkte mogelijkheden, en daarom moet het prioriteit krijgen.


Het Klein en Groot Schietveld zijn twee uitzonderlijk grote natuurgebieden die deel uitmaken van de groene gordel ten noorden van de stad Antwerpen. Het Klein
omgeving.vlaanderen.be
GVA schreef hier het volgend artikel over:
Een uitvoerige studie over de verbinding tussen de twee Schietvelden ten noorden van Antwerpen leidt tot de volgende conclusie: één enkele ecologische verbinding tussen de twee natuurgebieden die gelegen zijn over de gemeenten Brasschaat, Brecht en Wuustwezel, is het absolute minimum en dat wordt nu niet gehaald.
www.nieuwsblad.be
Op 29/03/2024 werd de aanvraag voor een strategisch project  ingediend 'de Antwerpse Rand verbindt'.
Werf 4 gaat over het Klein en Groot Schietveld.
Voor de verbinding tussen het Klein en Groot Schietveld werd dus, kaderend binnen De Nieuwe Rand, een ontwerpend onderzoek afgerond.
Het doel was om de ecologische potenties en ruimtelijke mogelijkheden van een verbinding tussen de schietvelden ontwerpend te onderzoeken in samenspraak met een heel aantal actoren (lokale besturen, defensie, landbouw,…).
De realisatie van een ecologische verbinding heeft als doel de landschappelijke connectie tussen het Groot en het Klein Schietveld te herstellen, zodat er terug uitwisseling tussen populaties mogelijk is en de ecologische isolatie kan worden verminderd. 
De urgentie van de schietvelden is gekend bij Departement Omgeving en ze bevestigen daar de noodzaak.
GroenRand kwam eergisteren te weten dat het project geslaagd was voor de commissie (jury), maar jammer genoeg was er weerom geen budget voorzien om het strategisch project ‘De Antwerpse Rand Verbindt’ uit te voeren.
Departement Omgeving zal de komende twee maanden bekijken of er, door middel van budgetverschuivingen, alsnog een oplossing kan worden gevonden.
Hierover kunnen zij geen garanties bieden.  
Met andere woorden, het project is weer vertraagd en voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Het lijkt erop dat men wacht tot de laatste optie voor deze verbinding is uitgeput.


Background


Heel wat van onze milieu- en biodiversiteitsproblemen hangen nauw samen met ruimtelijke wanorde.
Hoewel de gewestplannen royaal nieuwe woon- en industriezones toekenden, introduceerde men in de jaren '80 ook talrijke mogelijkheden tot afwijking.
De beruchte opvulregel maakte het mogelijk toch woningen in landbouwgebied te bouwen, als die maar gelegen waren tussen twee bestaande boerderijen.
De opvulregel - bedoeld als tijdelijke uitzondering om de invoering van de gewestplannen soepeler te laten verlopen - werd al snel een vaste regel die steeds genereuzer werd toegepast.
Een ander voorbeeld is het minidecreet, dat zonevreemde economische activiteiten in landbouwzones en natuurgebieden toeliet.
Achterpoortjes werden voordeuren.
De lint- en verspreide bebouwing kende hierdoor een ongebreidelde groei.
Lint- en verspreide bebouwingen moeten via wegen bereikbaar blijven.
Hierdoor geraken natuurgebieden geïsoleerd.
Op locaties waar belangrijke natuurgebieden of ecologische corridors worden doorkruist, creëren wegen een onoverkomelijke barrière voor flora en fauna (fragmentatie), wat vervolgens resulteert in genetische verarming.
Om deze fouten vanuit het verleden goed te maken moet er volgens GroenRand geïnvesteerd worden in robuuste, veerkrachtige, samenhangende en multifunctionele natuurlandschappen. 
We zijn niet de enige met deze visie.
Hoewel het beleid in theorie meegaat, blijft de praktische uitvoering achter.


De strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) legt de nadruk op het belang van groenblauwe netwerken (GBN).
De realisatie van een GBN kan vele voordelen opleveren, zoals het versterken van de biodiversiteit, het verbeteren van de levenskwaliteit, het ondersteunen van klimaatbestendige en veerkrachtige omgevingen, en andere ecosysteemdiensten.
De Vlaamse Overheid heeft als doel om door het koppelen of ontwikkelen van diverse groene gebieden, op den duur een coherent en functioneel netwerk te creëren, als reactie op de problemen van ruimtelijke wanorde uit het verleden.
De studie Groenblauwe netwerken in Vlaanderen (roepnaam Gobelin) zoekt naar manieren om de implementatie ervan te ondersteunen en op te volgen.
De studie werd uitgevoerd door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en bestaat uit drie onderdelen:

Gobelin 1: Het uitwerken van een breed gedragen definitie van “groenblauwe netwerken” in Vlaanderen die diverse doelstellingen rond biodiversiteit, klimaat en leefkwaliteit integreert en die naast een kwantitatieve definitie ook ambities voor de kwaliteit meeneemt. Aan de basis hiervan ligt een vormings- en co-creatietraject met relevante Vlaamse en lokale actoren. 

Gobelin 2: Het in kaart brengen en monitoren van het groenblauw netwerk. Hiervoor werd een set aan ruimtelijke indicatoren ontwikkeld die de huidige toestand in beeld brengt en ruimtelijke veranderingen op langere termijn opspoort. De kaarten kunnen actiegericht ingezet worden.

Gobelin 3: Het formuleren van lessen voor het versterken en verbeteren van het groenblauwnetwerk op basis van analyse van bestaande praktijkvoorbeelden in Vlaanderen en in het buitenland. Hiervoor werden enerzijds 15 cases ex-post geëvalueerd en anderzijds actie-onderzoek uitgevoerd in 3 Vlaamse case-studies, nl.: de Mechelse binnenstad, spoorinfrastructuur in Dilbeek en de Molenbeekvallei bij Landen.
Bekijk het rapport. (1.89 MB) 


De natuurherstelwet, een van de laatste grote wetgevende luiken van de Europese Green Deal, is ondertussen goedgekeurd. 
Tegen 2030 zouden er herstelmaatregelen moeten gelden voor minstens 20 procent van het Europese grondgebied.
Het gaat onder meer om het verbinden van gefragmenteerde natuurgebieden.
Europa zal een verplichting opleggen om in de toekomst hieraan te werken.
Vlaanderen heeft twee jaar de tijd om een planmatige aanpak hiervoor te ontwikkelen.
Gelukkig is er reeds intensief onderzoek gedaan en veel voorbereidend werk verricht op het gebied van ontsnippering, door zowel beleidsmakers als vrijwilligers.
Er werden tal van ontsnipperingsstudies gemaakt en voor heel wat snelwegen in Vlaanderen is al onderzocht waar er knelpunten en kansen liggen.
Door oefeningen als het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) is ook bekend waar de belangrijke groene verbindingsstructuren in Vlaanderen zijn of zouden moeten komen.
Er is ook een modelmatige ontsnipperingstool ontwikkeld door het VITO.
Uiteraard hebben we ook heel wat Natuurpunt- info (dieren onder de wielen).
In essentie is alle belangrijke informatie beschikbaar.
Het enige wat nu nog nodig is, is het opstellen van een alomvattend plan met een bijbehorend budget.
In het huidige Regeerakkoord staat tevens dat natuur-gebaseerde oplossingen een centrale rol innemen bij klimaatadaptatie.
Met Blue Deal 2.0 wordt er ruimte gemaakt voor water door herstel van valleien, aanleg van wetlands en natte natuur.
Vlaanderen zou blijven investeren in groenblauwe dooradering, zowel in onze dorpskernen en steden als in het buitengebied.
Speciale aandacht zou uitgaan naar ecologische samenhang.
Met het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO), een meerjarig investeringsprogramma, is het doel om natuurgebieden met elkaar te verbinden.
Er zou teven ingezet worden op natuurherstel.
Het engagement van burgers zou optimaal worden benut door lokale besturen en verenigingen te betrekken bij het natuurbeleid en het realiseren van natuurdoelen.

Het Regeerakkoord staat vol goede intenties, maar de financiële onderbouwing voor de realisatie ervan is wat ons vooral bezighoudt.
We verwachten dat de beleidsnota Omgeving meer helderheid zal verschaffen.  
De beleidsnota's vermelden normaliter geen budgettaire informatie.
De werelden van beleid en begroting groeien naar elkaar toe door de beleidsinformatie en financiële info geïntegreerd te presenteren. 
Voor ons is de ontwikkeling van Vlaamse parken, inclusief de benodigde budgetten, een kans om samen hieromtrent te werken.
Echter, in het nieuwe Regeerakkoord wordt de ontwikkeling van nieuwe parken niet vermeld, waarschijnlijk door een gebrek aan voorziene financiën.
De connectie van de Schietvelden, die één bouwterrein beslaat, is cruciaal voor de realisatie van het toekomstige Nationaal Park Kalmthoutse Heide, en daar is algemene consensus over.
Echter, ondanks jarenlange inspanningen en twee uitgebreide studies over de Schietvelden, zijn er nog steeds geen concrete resultaten vanwege het herhaaldelijk ontbreken van financiering.


Betrokkenheid, uitgebreide vergaderingen en studies, werkbanken en andere systemen voor participatie en communicatie moeten ook worden geïntegreerd in een financieel plan om deze goede bedoelingen te verwezenlijken.
We zien een constante herhaling van feiten en goede voornemens, maar er is een gebrek aan vermogen en bereidheid om daadwerkelijk te investeren in natuur en biodiversiteit.
Toch geven we de moed niet op en blijven we doorzetten!
De visies die we presenteren vormen het hoogtepunt van acht jaar GroenRand en tonen onze grote ambities voor de natuur.
Deze ambities zijn van essentieel belang, aangezien de biodiversiteit in het GroenRand-gebied nog altijd onder druk staat en de milieubelasting te groot is voor het behoud van gezonde ecosystemen.

GroenRand

 streeft ernaar iedereen te verenigen die zich lokaal of bovenlokaal wil inzetten voor onze natuur in de Voorkempen, ongeacht hun afkomst of politieke overtuiging.
Door het bevorderen van een sterk lokaal en Vlaams beleid, streven we ernaar om de natuur een centrale rol te laten spelen in de besluitvorming, ondanks de voortdurende confrontatie met teleurstellingen en desillusies.
Onze vereniging wil de natuur een stem geven, omdat de natuur zichzelf niet kan verdedigen in het publieke debat en geen invloed kan uitoefenen op politieke beslissingen.
We kiezen voor 'nature-based solutions' om klimaatverandering tegen te gaan.
Hoe meer en hoe robuuster de natuur, hoe beter de gevolgen kunnen worden verzacht en opgevangen.  
Na twee jaar voorbereiding zijn we nu zes jaar bezig om onderstaand plan te promoten:

Foto's: Els De Backer