woensdag 23 oktober 2024

Amper 1 op de 6 landen heeft huiswerk rond natuurbehoud klaar

Amper 1 op de 6 landen heeft huiswerk rond natuurbehoud klaar

Twee jaar geleden heeft de internationale gemeenschap een historische overeenkomst gesloten die wereldwijd werd toegejuicht. Het Kunming-Montreal-akkoord zou voor de natuur zijn wat het Parijs-akkoord voor het klimaat is. Het volgt hetzelfde principe: landen zouden met eigen plannen komen om hun natuur te beschermen tegen de volgende top.
Onderzoek van de Britse krant The Guardian en de ngo Carbon Brief toont aan dat slechts 25 landen en de EU de deadline hebben gehaald, wat betekent dat 170 landen dat niet hebben gedaan.
De landen noemen verschillende redenen voor het niet halen van de deadline, waaronder lange en complexe overlegrondes met belanghebbende regio's en gemeenschappen, en in sommige gevallen vertraging door verkiezingen of politieke veranderingen.
De EU als geheel heeft weliswaar een plan ingediend, maar van de individuele lidstaten heeft amper de helft dat gedaan. Bovendien hebben belangrijke landen nog niet genoeg geld toegezegd om het beloofde doel van 20 miljard euro tegen 2025 te halen.

We verliezen natuur met een alarmerende snelheid
Met een miljoen soorten die dreigen uit te sterven, zijn effectieve nationale strategieën en actieplannen voor biodiversiteit nu essentieel voor het wereldwijde behoud ervan.
Het recent gepubliceerde WWF Living Planet Report laat zien dat we natuur verliezen met een alarmerende snelheid. Biodiversiteit neemt af en ecosystemen worden zwakker, wat mogelijk onomkeerbare gevolgen heeft die ook een bedreiging vormen voor de mens.
De door WWF ontwikkelde tracker geeft duidelijk weer welke landen hun herziene plannen hebben ingediend om biodiversiteitsverlies te stoppen en te keren, en welke niet, en biedt een systematische analyse van de kwaliteit van deze plannen: ambitie, afstemming met doelstellingen, uitvoerbaarheid, etc.
Nationale plannen en strategieën zijn essentieel voor landen om de natuur te herstellen en een betere toekomst te creëren.
GroenRand dringt er bij België op aan om snel te beginnen met het herzien van hun nationale biodiversiteitsplannen
Van landen die dit proces al gestart zijn, wordt gevraagd om de voortgang te versnellen en hun steun aan andere landen te verhogen.
Het opzetten van een robuust, veerkrachtig en samenhangend natuurnetwerk is een juridisch bindende doelstelling van de EU voor natuurherstel.
Vlaanderen kampt met een grote uitdaging door de sterke fragmentatie van open ruimtes en de langzame vooruitgang in het vormen van een natuurnetwerk.
In 80% van de Vlaamse gemeenten neemt de hoeveelheid groen nog steeds af.
Open ruimtes worden steeds vaker ingezet voor andere doeleinden dan natuurbehoud, waardoor deze in Vlaanderen ernstig onder druk staan.
Het beleid moet een evenwicht vinden tussen verdichting in bebouwde gebieden, om de druk op open ruimtes te verminderen, en het slim toepassen van natuurlijke oplossingen om de leefbaarheid in steden te verbeteren.

Geen nationale strategie

Dat België onvoorbereid is voor COP16, is te wijten aan het feit dat de nationale strategie voortdurend herzien wordt.
GroenRand is bezorgd omdat het ontwerp dat afgelopen zomer ter publieke consultatie werd voorgelegd, niet aan de verwachtingen voldoet.
Er is een gebrek aan urgentie en een concreet actieplan ontbreekt, zoals de manier waarop België van plan is om 30 procent van zijn grondgebied te beschermen.
GroenRand pleit voor een herziening van het huidige ontwerp en de transformatie ervan in een concreet actieplan dat expliciet de inspanningen van België toont om het verlies aan biodiversiteit te stoppen en te herstellen tegen 2030, gezien er iets meer dan vijf jaar resterend is.
Met een doeltreffende strategie verenigen we alle relevante belanghebbenden om praktische en breed gedragen oplossingen te ontwikkelen.
België, en in het bijzonder Vlaanderen, zou een voortrekkersrol moeten vervullen bij het opzetten van partnerschappen die functionele ecologische netwerken opbouwen of versterken. Een hoogwaardige groenblauwe infrastructuur biedt niet alleen leefruimte voor fauna en flora, maar draagt ook bij aan een gezonde en kwalitatieve leefomgeving. België, inclusief Vlaanderen, dient diverse beleidsinitiatieven te ontplooien om het landschap te versterken.

Groenblauwe netwerken
Provincies zijn bij wet verplicht om natuurverbindingen te definiëren en te implementeren. Provinciale overheden zouden, in samenwerking met partners zoals gemeenten, Regionale Landschappen en Bosgroepen, nog meer een leidende rol moeten spelen bij het opzetten of versterken van functionele ecologische netwerken. Dit begint met een ruimtelijke of landschapsecologische visie om grote ecologisch waardevolle gebieden te ontwikkelen en als een samenhangend netwerk te verbinden.
Bij het plannen van ecologische verbindingen moet expliciet rekening worden gehouden met de verschillende ecologische behoeften van diverse soortengroepen. Zo werkt een verbinding ontworpen voor bossoorten niet noodzakelijkerwijs goed voor soorten die aan heidelandschappen zijn gebonden.

Meer en beter verbonden Vlaamse natuur
Er kunnen vier grote soortengroepen worden onderscheiden: bossoorten, soorten van heide en droge graslanden, soorten van structuurrijke graslanden met kleine landschapselementen, en soorten van moerassen en natte ruigtes. Bij het berekenen van de 'paden' tussen natuurkernen door het landschap wordt gezocht naar de weg van de minste weerstand, met inachtneming van de specifieke behoeften van elke groep. Deze informatie moet worden ontleend aan literatuur en de Potentiële Leefgebiedenkaarten die door het INBO zijn opgesteld. Het resultaat van deze analyses is een netwerk van gebieden die natuurkernen verbinden met andere kernen. Verdere analyse met behulp van ander kaartmateriaal maakt het mogelijk om de kenmerken van de betreffende verbindingen te onderzoeken en te bepalen welke soorten er daadwerkelijk voorkomen, om zo de benodigde maatregelen te bepalen en te implementeren met de juiste partners en instrumenten. Het doel is om de kaarten van het Functioneel Ecologisch Netwerk digitaal beschikbaar te stellen aan alle belanghebbenden, samen met andere relevante informatie en richtlijnen, om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen bij het versterken van het ecologische netwerk. Samen met Regionale Landschappen, Bosgroepen, natuurpunt, gemeenten en andere partners kan er gewerkt worden aan een meer en beter verbonden natuur.
Vlaamse parken


Vlaamse parken kunnen een uitstekend platform zijn om verschillende stakeholders samen te brengen en kunnen wetenschappelijke ondersteuning bieden. GroenRand streeft ernaar de Kalmthoutse Heide tot een Nationaal park te maken. Voor het behoud van biodiversiteit is het essentieel om verbindingen tussen natuurgebieden te creëren, wat migratie, verspreiding en genetische uitwisseling tussen soortenpopulaties mogelijk maakt. Het voorgestelde Nationaal park zou beginnen met de huidige grenzen van het Grenspark Kalmthoutse Heide en uitbreiden met Natura 2000-gebieden aan zowel de noordkant, zoals de Brabantse Wal en het Markiezaatsmeer, als de zuidkant, inclusief de schietterreinen en andere gebieden rond de Antitankgracht. De verbinding van de Schietvelden met de Kalmthoutse Heide zou de Voorkempen tot het grootste ven- en heidegebied van Vlaanderen maken. GroenRand heeft bij Vlaams minister Jo Brouns (CD&V) gepleit voor de aanstelling van een bemiddelaar die grondeigenaren, boeren en natuurverenigingen bijeen moet brengen.
GroenRand wil dat natuurkernen niet langer geïsoleerde eilanden zijn. Minister Jo Brouns richt zich op het verenigen van landbouw en natuur, die historisch gezien bondgenoten zijn, en heeft nu de ideale gelegenheid om zijn woorden in daden om te zetten.

Foto's: Frank Vermeiren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten