Minister Jo Brouns dient in zijn beleidsnota aanzienlijke aandacht te besteden aan natuurherstel en Vlaamse parken
Het lijkt erop dat de Vlaamse Regering zich nog niet volledig realiseert dat groei en welvaart illusies zijn zonder gezonde ecosystemen en een stabiel klimaat als basis.
Het negeren van de Natuurherstelwet en het niet oprichten van nieuwe Vlaamse parken is een opmerkelijke tekortkoming.
GroenRand koestert hierbij de droom van een Nationaal park in de Voorkempen, een plek waar landbouwers en natuurverenigingen samenkomen voor een oprechte samenwerking.
De nieuwe Vlaamse regering heeft besloten minder geld te besteden aan de Blue Deal, het initiatief dat Vlaanderen moet beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en wateroverlast. Er is voor de komende jaren 290 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van dit programma, wat aanzienlijk minder is dan de 500 miljoen euro die minister Zuhal Demir van Omgeving had toegewezen in de vorige regering toen ze het programma in 2020 startte. Deze investeringen lijken gering in vergelijking met de potentiële schade door grote overstromingen, vooral gezien studies aangeven dat Vlaanderen jaarlijks tussen de 250 en 300 miljoen euro zou moeten investeren in waterbeheersing en retentieprojecten.
De spaarzame positieve aspecten die in het Regeerakkoord worden aangehaald, missen specifieke cijfers, acties en budgetten, wat hun geloofwaardigheid ondermijnt.
De Vlaamse Regering heeft plannen om wetlands te creëren, te focussen op groenblauwe netwerken, ontharding, stadsnatuur en het herstellen en beschermen van veengebieden.
Hoewel dit veelbelovend klinkt, ontbreken vaak specifieke streefcijfers en concrete doelstellingen.
Er moet dus nog veel werk verzet worden om de beschadigde natuur te herstellen en om te vormen tot veerkrachtige ecosystemen.
Dit is cruciaal niet alleen voor de wilde dieren die er wonen, maar ook voor de mens.
Natuurherstel maakt ons landschap beter bestand tegen klimaatverandering, zoals droogte en overstromingen.
Lidstaten zijn bovendien verplicht om gedegradeerde habitats te herstellen.
In Vlaanderen is dit een aanzienlijke taak: 41 van de 44 beschermde habitats bevinden zich momenteel niet in goede staat.
Enkele voorbeelden hiervan zijn uitgedroogde wetlands, monotone graslanden, gekanaliseerde rivieren, versnipperde bossen en natuur.
Als eerste doelstelling moeten tegen 2030 30% van deze habitats hersteld zijn, tegen 2040 60% en tegen 2050 90%.
Als een habitat moeilijk te herstellen is, wordt het ontwikkelen van aanvullende habitats essentieel.
Bovendien moeten, wanneer deze habitats te gefragmenteerd zijn, verbindingen worden gecreëerd om aaneengesloten natuurgebieden te realiseren.
Dit vormt een uitdaging in het kleine en versnipperde Vlaanderen, maar is van essentieel belang.
Het herstel van natuurwaarden in landbouwgebieden was een controversieel aspect van de natuurherstelwet.
Desondanks is het noodzakelijk, aangezien de biodiversiteit in landbouwgebieden afneemt.
De specifieke maatregelen die genomen moeten worden, zijn aan de lidstaten overgelaten.
Het vastgestelde doel is echter duidelijk: er moet een opwaartse trend zijn in het aantal graslandvlinders, akker- en weidevogels, en het aandeel van kleine landschapselementen zoals hagen en houtkanten.
Om de biodiversiteit in bossen te vergroten, zouden er specifieke maatregelen getroffen moeten worden: het achterlaten van meer dood hout, het creëren van bossen met een mix van bomen van verschillende leeftijden, het toevoegen van verbindingen tussen geïsoleerde bossen, en een toename van het aantal bosvogels.
Daarnaast streeft de natuurherstelwet naar het planten van extra bomen.
De situatie van natuurlijke bestuivers zoals wilde bijen, hommels en vlinders is zorgwekkend.
Dit vormt een probleem voor zowel de natuur als de landbouw.
Ongeveer 80% van de plantensoorten is afhankelijk van insecten voor bestuiving, aangezien ze niet zelfbestuivend zijn.
Lidstaten zijn genoodzaakt om de neergang van bestuiverspopulaties te stoppen en te zorgen voor een toename tegen 2030.
Dit vereist o.a. de aanleg van meer wilde bloemenweiden.
Om deze doelen te realiseren, moet elke lidstaat binnen twee jaar een natuurherstelplan opstellen.
Er is dus veel werk aan de winkel en de discussies zullen niet altijd eenvoudig zijn.
Echter, de natuurherstelwet biedt landbouw-, milieu- en natuurorganisaties grote mogelijkheden om een ambitieuzer natuurbeleid te helpen vormgeven.
Natuurherstel is niet alleen ecologisch verstandig, maar ook economisch winstgevend.
Maar hoe langer we talmen, hoe moeilijker en duurder een doeltreffende aanpak wordt en hoe pijnlijker de noodzakelijke maatregelen.
Laten we dus beginnen!
Onze kritiek is stevig.
Ondanks dat het regeerakkoord positieve woorden wijdt aan natuur en biodiversiteit, laten de maatregelen en het budget zien dat de regering deze thema's, ondanks hun economische, sociale en ecologische voordelen, eigenlijk als onbeduidend ziet.
Dit kan rechtgezet worden met een doordacht en goed uitgebouwde beleidsnota Omgeving.
Jo Brouns, als minister van Milieu en Landbouw, heeft de kans om tegenstellingen te overbruggen en te verzoenen.
Een bemoedigende eerste stap is zijn bereidheid om mogelijk vertegenwoordigers van Natuurpunt in zijn kabinet op te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten