zondag 13 oktober 2024

Waarom is GroenRand voorstander van Vlaamse parken?

Waarom is GroenRand voorstander van Vlaamse parken?

Het opzetten van een samenwerkingsverband biedt een aanzienlijke meerwaarde.
Hierbij nemen de lokale gemeenschap en actoren het heft in handen om de waardevolle open ruimtes, de natuur en het landschap daarin optimaal te beschermen, onder meer tegen de dagelijkse dreiging van verstedelijking.
Het 'Vlaams park'-label heeft als voordeel dat alle betrokken partijen samen een robuust park kunnen ontwikkelen met aandacht voor een juiste balans.
Een krachtig samenwerkingsverband brengt publieke en private eigenaren samen rond een visie voor de lange termijn en bouwt capaciteit op om Europese, Nationale  en Vlaamse subsidies en ondersteuningsprojecten aan te trekken.
Vlaamse parken zijn vooral samenwerkingsinitiatieven waarin verschillende overheden, maatschappelijke organisaties en natuurbeheerders actief willen samenwerken aan de duurzame toekomst van een unieke gebied.
Een Vlaams park is in de eerste plaats bedoeld voor het landschap en de natuur, die zorgvuldig worden beheerd, maar ook voor de bewoners, bezoekers en ondernemers die willen bijdragen aan de charme en duurzaamheid van het park.
Vlaamse parken moeten daarom een platform en kader worden waarbinnen coalities gevormd kunnen worden.
De verwezenlijkingen in het veld zijn het gevolg van een aanhoudende inzet om op voet van gelijkheid samen te werken en van elkaar te leren.
Door te luisteren, ideeën en belangen uit te wisselen, en vervolgens samen mogelijkheden te verkennen binnen gemeenschappelijke uitdagingen, boekt ieder lid van het partnerschap vooruitgang en levert een bijdrage aan een veerkrachtiger landschap en natuur.
Deze samenwerking is gebaseerd op de vastberaden inzet van elke partner om individuele doelen te koppelen aan een gemeenschappelijk doel.
Hierdoor blijft de samenwerking een bewuste keuze, die wel vrijwillig is, maar allesbehalve vrijblijvend.

GroenRand is vooral geïnteresseerd in een Nationaal park in de Voorkempen


Door het ontbreken van steun bij landbouwers en privé-eigenaren heeft de Bijzondere Commissie op 17 mei 2023 besloten geen aanvraag in te dienen voor de status van Nationaal Park Vlaanderen bij de Vlaamse Overheid.
Een van de belangrijkste kritiekpunten was dat het beleid werd uitgevoerd voordat er een wettelijk kader aanwezig was.
De aanvraagdossiers moesten voor 31 mei ingediend zijn, terwijl het decreet betreffende de parken pas op 8 juni door het parlement goedgekeurd werd.
Het project is gestart zonder dat er heldere richtlijnen waren opgesteld voor gemeenten, grondeigenaren, boeren en de industrie.
De Vlaamse regering was al begonnen met de implementatie voordat de regels definitief waren vastgelegd.
Na diverse overlegrondes en wijzigingen is het decreet uiteindelijk goedgekeurd.
Het decreet garandeert dat de landbouw en grondeigenaren niet negatief beïnvloed zullen worden door de ontwikkeling van Nationale parken.
Verschillende gemeentebesturen hebben door deze onzekerheden aangedrongen op een pauze om de harmonie en het onderlinge begrip tussen alle betrokken partijen te verbeteren.
Zowel de provincie als de betrokken gemeenten waren van mening dat het uitstellen van de datum door middel van een tweede, latere oproep alle partijen de benodigde ruimte zou geven om positief bij te dragen aan het parkproject, mits er concrete stappen worden ondernomen om de relaties tussen de verschillende belanghebbenden te versterken.

Voortzetten van het Vlaams parkeninitiatief via een tweede oproep


GroenRand zag het als vanzelfsprekend dat er in de toekomst een nieuwe uitnodiging zou komen voor een tweede oproep, zodat het Vlaamse parkenbeleid op een samenhangende wijze voortgezet kan worden.
Er was veel enthousiasme voor de oproepen tot Landschapsparken en Nationale parken.
Drieëntwintig gebiedscoalities, bestaande uit een diversiteit aan besturen, organisaties en individuen, hebben zich ingezet om gezamenlijk erkenning als Landschapspark of Nationaal park voor hun regio te verkrijgen.
Dit bewijst dat velen bereid zijn om inspanningen te leveren voor de erkenning en betere zorg van onze landschappen en natuur. 
De jury voor de Nationale parken werd voorgezeten door econoom Geert Noels. Hij werd bijgestaan door onder meer Janneke van Montfort (manager Nationale Parken Bureau Nederland), Georgette Leltz (Directeur Nationaal Park Hollandse Duinen), Luc Bas (Europees directeur van de natuurkoepel IUCN), Jan van der Borg (hoogleraar toerisme in Leuven en Venetië), bouwmeester Eric Wieërs en Hans Van Dyck (professor gedragsecologie en natuurbehoud aan de UCL). Ook experten van de Vlaamse overheid werden betrokken. Sylvie Van Damme, onderzoeker landschapsontwerp van de hogescholen HOGent en HOWest, was juryvoorzitter voor de Landschapsparken. Zij kon rekenen op de kennis van onder andere Theo Spek (professor landschapsgeschiedenis universiteit Groningen), Adriaan Haartsen (directeur Nederlands adviesbureau Lantschap), Sebastien Lizin (assistent professor omgevingseconomie Universiteit Hasselt) en Filip De Rynck (hoogleraar bestuurskunde Universiteit Gent). Ook zij werden bijgestaan door overheidsexperten. Gebiedscoalities die niet doorgingen naar de volgende ronde, kregen uitdrukkelijke lof van de jury's voor hun inspanningen.
Zij werden aangemoedigd om op de ingeslagen weg verder te gaan en door te werken, zodat ze in de toekomst mogelijk alsnog de status kunnen verkrijgen.
In de tussentijd is het echter essentieel om te werken aan het opbouwen van draagvlak.
Alle betrokken partijen waren van plan de samenwerking in 2024 voort te zetten en een stevig fundament te leggen.
We moeten samen bekijken hoe we de belangen van de partners weer in evenwicht kunnen brengen.
Hoe kunnen we bijzondere inspanningen leveren om de communicatie te verbeteren en effectief samen te werken met en tussen de verschillende stakeholders, in het bijzonder met de diverse partners en eigenaren in de betrokken gebieden?
De samenwerking moet  vrij zijn van onjuistheden, misverstanden en onnodige polarisatie.
Een bemiddelaar (of bemiddelde instantie) zal essentieel zijn om dit dossier weer een solide basis te geven.


Dit door de geldigheid van de argumenten van alle partijen te evalueren en het proces op een juiste manier te leiden naar een stabiele en correcte samenwerking.
Deze samenwerking kan enkel worden voortgezet op een eerlijke en transparante manier, zodat we vervolgens kunnen overgaan tot een tweede oproep
De spanning tussen natuurbeheerders en landbouwers heeft momenteel een hoogtepunt bereikt, vergelijkbaar met een loopgravenoorlog, wat een constructieve dialoog lijkt te verhinderen.
Echter, door samenwerking en wederzijds respect voor elkaars perspectieven, kunnen we aanzienlijke vooruitgang boeken in zowel natuurbehoud als landbouw.
Gebiedsgerichte samenwerking bevordert het wederzijds begrip van doelstellingen en streeft naar het versterken van de synergie tussen landbouw en natuur.

Verzoening landbouw - natuur


We zijn natuurlijk verheugd dat minister van Landbouw en Omgeving, Jo Brouns, er ook zo over denkt.
Hij streeft ernaar de twee portefeuilles te verenigen die in de vorige regering nog lijnrecht tegenover elkaar stonden.
Hij wil zelf de natuurorganisaties en de boeren weer samen aan tafel brengen.
Dat is belangrijk want het merendeel van de open ruimtes in Vlaanderen bestaat uit landbouwgebieden.
In het publieke debat worden landbouw en natuur inderdaad dikwijls als tegenpolen gezien.
Toch zijn landbouwers niet anti-natuur.
Vier op de vijf landbouwers zien het als hun verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het milieu, de natuur en het landschap.


Boeren vormen het landschap en voorzien in kwalitatief, betaalbaar voedsel, terwijl ze afhankelijk zijn van de natuur, het klimaat en de biodiversiteit.
Daarom hebben veel boeren vrijwillig maatregelen genomen via beheerovereenkomsten die bijdragen aan de doelen voor biodiversiteit, milieu en klimaat.
In de afgelopen 15 jaar is het aantal boeren dat deelneemt aan beheerovereenkomsten en andere agromilieu-initiatieven aanzienlijk toegenomen.
Door het planten 'kleine landschapselementen' dragen ze bij aan de groenblauwe netwerken in het landschap.
Deze groene infrastructuur fungeert als 'stepping stones', die natuurlijke habitats met elkaar verbinden en de belevingswaarde verhogen.
Ze zijn cruciaal voor het overleven van vele beschermde flora- en faunasoorten, omdat ze voedsel, beschutting en nestgelegenheid bieden.

Belang van stepping stones

Dieren gebruiken houtkanten om zich in het landschap te oriënteren, daarom is het van belang dat deze zoveel mogelijk bewaard en versterkt worden en onderling verbonden zijn.
Samen met solitaire bomen, boomgroepen, poelen, bermen, boomgaarden, grachten en beken vormen hagen, heggen en houtkanten een belangrijke 'ecologische infrastructuur' voor vele soorten.
Dieren en planten houden geen rekening met de abstracte grenzen tussen gebieden.
Ze hebben juist behoefte aan verbindingen en geschikte leefgebieden tussen natuurkerngebieden om te overleven.
Samen met diverse partners moeten we streven naar een breed gedragen visie en weloverwogen realisaties betreffende kleine landschapselementen.
Een netwerk dat in ons landschap de natuurkerngebieden met de omliggende gebieden verbindt tot een coherent geheel, zodat natuurkernen geen geïsoleerde 'eilanden' vormen. 
Deze verbindingen en stepping stones in het landschap moeten effectief, voordelig en dus functioneel zijn voor onze soorten. 
Verschillende soorten hebben verschillende behoeften wat betreft hun habitat.
Het tekenen van lijnen of pijlen op een kaart is iets anders dan wat soorten daadwerkelijk nodig hebben om te leven, zich te verplaatsen, te foerageren en zich voort te planten.
Vlaamse parken kunnen hierbij een wetenschappelijk kader bieden en tegelijkertijd bepalen of er ontsnipperende maatregelen nodig zijn die nauw aansluiten bij deze landschapselementen.

Een beleid dat stimuleert en uitwisseling van ideeën en belangen bevordert


Er is behoefte aan landschapsbeleid op zowel lokaal als Vlaams niveau dat vertrouwen wekt en stimulerend is.
GroenRand beschouwt Vlaamse parken als de perfecte plaats waar dit vrijwillig kan ontstaan.
De realisaties op het terrein zullen het gevolg zijn van een constante inspanning om op voet van gelijkheid samen te werken en van elkaar te leren.
Door te luisteren, ideeën en belangen uit te wisselen, en gezamenlijke uitdagingen als kansen te zien, kan elk lid van het partnerschap vooruitgang boeken.
Het is essentieel dat we de zorgen van landbouwers en privé-eigenaars ernstig nemen.
Het is van cruciaal belang te onderzoeken of de onrust gerechtvaardigd is en of deze verband houdt met andere kwesties en dossiers, zoals het stikstofdossier, die weinig verband houden met de oprichting van de Vlaamse parken.
Een onpartijdige entiteit kan helpen om de dossiers weer op het juiste spoor te krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten