Paddenstoelen van a tot z in GroenRand: 'w' - witsteelfranjehoed - witte kluifzwam
We sluiten vandaag september af waar we u kennis hebben
laten maken met paddenstoelen en schimmels van a tot z.
Vandaag ronden we af met de letter ‘w’.
De witsteelfranjehoed produceert vruchtlichamen met breed convexe hoeden met
een diameter van 2 tot 5 cm.
De hoeden zijn kastanjebruin tot roodbruin.
De witsteelfranjehoed groeit op stronken.
Hij heeft bruine sporen en franjes aan de rand van de hoed.
Een franjehoed ontstaat eigenlijk als een bolletje met een vlies (velum) errond openbreekt.
Daaruit komt dan de paddenstoel.
De resten dus van dat velum blijven als ‘franjes’ aan de paddenstoel hangen.
Het is vergelijkbaar met de witte ‘stippen’ die we op een vliegenzwam zien.
Witte kluifzwammen groeien in vochtige bossen: op open
plekken, langs paden en aan de rand van het bos.
De steel van een witte kluifzwam is hol en gegroefd en gaat over in gekrulde lobben die een vage hoed vormen.
Die lobben zijn bekleed met een lichtbruin of gelig kiemvlies waaruit de sporen wegwaaien.
Deze zwammen leven van de afbraak van dood plantaardig materiaal.
Kluifzwammen zijn behalve afvalopruimers ook schimmels die samenleven met bepaalde bomen.
Voor bomen zijn paddenstoelen en schimmels vaak noodzakelijk om te overleven.
Bomen en schimmels helpen elkaar: als een schimmel zich aan boomwortels hecht,
onttrekt die koolstof aan zijn gastheer in de vorm van suikers en voorziet
daarna de boom van belangrijke voedingsstoffen, zoals stikstof en fosfor.
Die cruciale symbiotische relatie stimuleert de werking en veerkracht
van ecosystemen.
De schimmelnetwerken ondervinden echter ernstige veranderingen door de
opwarming van de aarde.
De netwerken van schimmels die bomen ondergronds met elkaar ‘verbinden zouden van complex en veelvoudig geconnecteerd naar een netwerk met minder verbindingen evolueerden.
Foto's Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten