Natuurrapport 2023 – GroenRand vragende partij voor samenhangend natuurnetwerk en aanpak droogteproblematiek
In 2022 werd onderzoek uitgevoerd voor het natuurrapport dat gisteren werd gepubliceerd.
Naast deze 2-jaarlijkse rapporten wordt er ook een jaarlijkse update voorzien van de natuurindicatoren die relevant zijn voor het beleid.
In dit gloednieuwe tweejaarlijks
Natuurrapport 2023 brengt het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) een
beleidsevaluatie rond vier grote natuur- en biodiversiteitsuitdagingen waar
Vlaanderen voor staat.
Een team van zeven INBO-wetenschappers, bijgestaan door
120 experten en beleidsmakers, boog zich twee jaar lang over de onderzoeksvraag
of Vlaanderen op weg is om de doelen van de Europese Green Deal te halen.
Zeker twee van de limieten aan de omgevings-draagkracht zijn reeds overschreden, die van verlies aan biodiversiteit en die van klimaatverandering.
Daarnaast blijft de overschrijding van andere limieten aan de intrinsieke draagkracht van onze omgeving zeker zo belangrijk, ze vormen een geheel dat we geïntegreerd moeten aanpakken.
Even belangrijk is het inzicht dat we hier samen werk van moeten maken.
De grondige analyse toont aan dat er voor het Vlaamse beleid nog stevige uitdagingen staan te wachten, niettegenstaande dat er de laatste jaren al betekenisvolle inspanningen werden geleverd.
De grootste vier uitdagingen volgens INBO zijn de droogte- en overstromingsproblematiek, klimaatverandering tegengaan, een samenhangend natuurnetwerk realiseren en de leefbaarheid in de steden verbeteren.
Twee van de vier doelstellingen zijn voor het GroenRand-project zeer belangrijk: een groenblauw netwerk en de droogteproblematiek.
Eén van die grote uitdagingen is waterschaarste en wateroverlast
Aan de basis van de problemen liggen voornamelijk valleigronden waar
landbouwactiviteiten op worden uitgeoefend, rechtgetrokken rivieren,
gedraineerde gronden, bebouwing en aanleg van infrastructuur…
Deze ingrepen zorgden er volgens het rapport voornamelijk voor dat water
versneld wordt afgevoerd.
Op die manier vermindert de aanvulling van het
grondwater en daalt het debiet van waterlopen tijdens langdurige
droogteperiodes.
Het zorgt bij hevige neerslag ook voor grote piekdebieten in
de benedenstroomse delen van waterlopen, waardoor de kans op overstromingen
vanuit rivieren en een overbelast rioleringsstelsel toeneemt.
De nadruk moet liggen op maatregelen die water langer vasthouden en laten infiltreren, zoals houtkanten, bufferstroken, bodemontharding of minder draineren.
Bijkomend adviseren de INBO-onderzoekers ook om meer ruimte te maken voor waterberging en om de natuurlijke dynamiek van rivieren te herstellen. ©Leo Vaes
In Vlaanderen staat de realisatie van een natuurnetwerk al meer dan 30 jaar op de beleidsagenda.
Samenhangend natuurnetwerk
Verschillende actoren, zowel binnen als buiten de Vlaamse overheid, werken mee
aan deze realisatie.
Ze zetten daarvoor heel diverse beleidsinstrumenten in.
Maar het resultaat van al deze inspanningen is onvoldoende om te komen tot een
samenhangend natuurnetwerk.
Dit komt omdat het beleid op diverse barrières botst.
De overheid alleen kan geen samenhangend netwerk realiseren.
Een samenhangend natuurnetwerk is noodzakelijk om de achteruitgang van de
biodiversiteit te stoppen.
Samen met eigenaars en gebruikers een natuurnetwerk proberen te realiseren los
van de ruimtelijke bestemming lijkt dus een mogelijkheid.
Maar die broodnodige samenwerking verloopt stroef: binnen de huidige
maatschappij primeren individuele belangen en er is doorgaans een lage
bereidheid om tot een compromis te komen.
De realisatie van het netwerk gebeurt bij voorkeur gebiedsgericht en op maat
van een specifiek gebied.
Een begeleidingsteam zorgt ervoor dat de visies van alle sectoren gecapteerd
worden.
Regionale landschappen spelen als brugorganisatie hierbij ook een belangrijke
rol.
De biodiversiteit in Vlaanderen blijft achteruitgaan.
Onze natuurgebieden zijn klein, ruimtelijk geïsoleerd en liggen ingebed in een intensief gebruikt landschap.
Dat maakt deze gebieden extra kwetsbaar voor milieudrukken van buitenaf.
Bovendien zorgt versnippering voor een verlies aan soortenrijkdom, voor een vermindering van de genetische diversiteit en voor een verlies aan ecosysteemprocessen.
De klimaatverandering versterkt die effecten.
Grotere, meer aaneengesloten natuurgebieden bieden meer kansen voor organismen en processen en helpen de natuur om zich aan te passen aan de klimaatverandering.
Om de milieukwaliteit in de natuurkernen van het netwerk te verbeteren en om de kernen met elkaar te verbinden, zijn ook maatregelen buiten de natuurgebieden nodig.
Een robuust, veerkrachtig en samenhangend natuurnetwerk is een van de speerpunten van de Biodiversiteitsstrategie 2030 en de daarin aangekondigde juridisch bindende EU-doelstellingen voor natuurherstel.
Lees meer: https://publicaties.vlaanderen.be/view-file/59344
GroenRand stimuleert daarom - samen met het Regionaal Landschap de Voorkempen - een gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak van projecten en acties waarbij de landschapsbenadering als krachtig instrument aan de basis ligt.
Daarmee kan het landschap van de streek efficiënt ingezet worden voor het opvangen van de klimaatverandering, verhogen van de biodiversiteit, duurzame voedselproductie en recreatie.
Het Regionaal landschap kan helpen om landschapsvisies op regionaal en lokaal niveau op te maken en uit te voeren.
Er wordt ingezet op functionele ecologische netwerken tussen natuurkernen i.f.v. klimaatadaptatie door het behoud en herstel van de fijnmazige groenblauwe verbindingen in het landschap en het tegengaan van versnippering.
Extra aandacht gaat naar onze bron- en valleisystemen die we samen verder uitbouwen als ecologische corridors en klimaatbuffers tegen verdroging,
Lees gans het dossier: https://www.vlaanderen.be/publicaties?publisher.CONTAINS_ANY=Instituut%20Natuur-%20en%20Bosonderzoek%20-%20INBO
Geen opmerkingen:
Een reactie posten