Paddenstoelen van a tot z in GroenRand: 'N' - de nevelzwam - het ridderzwammengootje
nevelzwam
We starten deze maand een reeks over zwammen van a tot z en bekijken vandaag de letter 'N'.
De nevelzwam (Clitocybe nebularis) is een schimmel uit de
familie Tricholomataceae.
Het is een algemeen voorkomende grijze tot grijsbruine paddenstoel.
nevelzwam
Hij groeit in grote groepen of heksenkringen in de strooisellaag onder bomen.
De hoed kan een doorsnee van 5 tot 25 centimeter krijgen.
In jonge toestand is hij gewelfd, later vlak en tenslotte trechtervormig verdiept.
De hoedrand is dikwijls ingerold en kan gegolfd zijn.
Bij droog weer is de kleur van het hoedoppervlak asgrauw tot wit, bij vochtig weer donkerder grijsbruin met een lichtere rand.
In jonge toestand is de hoed aan de bovenzijde witachtig berijpt.
De plaatjes aan de onderzijde staan dicht opeen, zijn wit of geelachtig en dikwijls wat aflopend langs de steel.
De steel is fors, knotsvormig, vaak bedekt met vezelachtige ribbels en bij oude vruchtlichamen hol.
De zwam heeft een voorkeur voor bomen die al enkele tientallen jaren oud maar nog wel vitaal zijn.
Narcisridderzwammen verspreiden een onaangename geur, die aan aardgas doet denken, en zijn giftig.
Het eten van de paddenstoel kan aanleiding geven tot overmatig zweten, maagpijn, en ingewandsstoornissen - vooral buikloop.
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten