Paddenstoelen van a tot z in GroenRand: 'B'
biefstukzwam (Fistulina hepatica)
Een paddenstoel is het vruchtlichaam van een schimmel.
Meestal leeft die schimmel onzichtbaar onder de grond of onder boomschors. Het netwerk aan schimmeldraden krijgt bovengrondse uitlopers waar paddenstoelen groeien en die zien we.
Meer dan 90% van de afbraak van de organische reststoffen gebeurt door schimmels.
Met hun schimmeldraden ruimen ze organisch materiaal op, zoals bladeren, hout en dode wormen.
We starten deze maand een reeks over zwammen van a tot z en bekijken vandaag de letter 'b'.
De berijpte russula kan tussen de vijf en vijftien centimeter hoog worden.
De breedte van de hoed varieert tussen de drie en acht centimeter.
De hoed kan in verschillende kleuren voorkomen, waaronder groen, violet tot paars, bruin en grijs tot beigeachtig.
In het midden is de hoed bolvormig, maar richting de randen plat de hoed af.
Een bleke oesterzwam groeit ook op naaldbomen maar ook op hardhout bomen.
Het is een soort die wat beter gedijt in kouder gematigd klimaat. De paddenstoel komt tevoorschijn wanneer de winter voorbij is.
Deze oesterzwam is een echte lentepaddenstoel.
De soort is meestal op dood hout te zien.
Jonge exemplaren zijn wittig, oudere geel (verdroging).
bloedweizwam
De gewone boomwrat of bloedweizwam heeft een vruchtlichaam dat qua vorm lijkt op kleine kiezelstenen. Het is bolvormig of kussenvormig en is 3-15 mm groot.
De gewone boomwrat of bloedweizwam heeft een vruchtlichaam dat qua vorm lijkt op kleine kiezelstenen. Het is bolvormig of kussenvormig en is 3-15 mm groot.
bloedweizwam
Het is feitelijk geen paddenstoel, maar een slijmschimmel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten