GroenRand pleit voor meer stapstenen en faunapassages
Vlaanderen
heeft een zeer lijnvormige transportinfrastructuur.
Dit verkeersnetwerk oefent een aanzienlijke druk uit op de omgeving.
Door de algemene achteruitgang van de biodiversiteit stijgt ‘gelukkig’ de
laatste decennia de aandacht voor natuurherstel en verzachting van de effecten
van de verkeersinfrastructuur in Vlaanderen.
In
een dichtbevolkt gebied zoals de Voorkempen bestaat een landschap uit een
mozaïek van fragmenten met uiteenlopende eigenschappen.
Deze patches kunnen verbonden worden door lijnvormige landschapselementen of
corridors.
Om
barrièrewerking tegen te gaan, kunnen stapstenen en faunapassages worden
voorzien.
Dit zijn tunnels, duikers of bruggen, waar dieren gebruik van kunnen maken.
Uit
meer dan tien jaar monitoring door het project ‘Dieren onder de wielen’ blijkt
dat jaarlijks zo’n 5 miljoen wilde dieren sterven op de Vlaamse wegen.
De
overlevingskansen van wilde soorten staan erg onder druk.
Door ecologisch te
ontsnipperen krijgen deze dieren opnieuw meer leefruimte, toegang tot voedsel
en schuilplaatsen, en vinden ze makkelijker een geschikte partner.
De kans op faunaslachtoffers door aanrijdingen met weg- en treinverkeer of door
verdrinking neemt hierdoor af.
Natuur is een krachtig
antwoord op het klimaatvraagstuk.
Bossen, graslanden, veengebieden, slikken en schorren hebben bijvoorbeeld het
bijzondere vermogen om letterlijk CO2 uit de atmosfeer te trekken.
Onze natuur absorbeert een flink deel van de door de mens veroorzaakte
broeikasgassen, en dat is dan weer goed voor het klimaat.
Wijlen architect
Renaat Braem - auteur van het iconische boekwerk ‘Het lelijkste land ter
wereld’ - had in de jaren zestig al door dat het helemaal verkeerd liep met
de ruimtelijke ordening in Vlaanderen.
Ook de milieu- en natuurverenigingen hadden
dit vastgesteld.
Vanaf het ontstaan van de milieubeweging was ruimtelijke ordening altijd een
belangrijk werkpunt.
Dat hoeft ook niet te verbazen, want heel wat van onze milieu-, klimaat- en
natuurproblemen hangen nauw samen met onze huidige ruimtelijke wanorde.
Het meest zichtbare effect is het volbouwen van de open ruimte en de
versnippering van onze natuur.
Met natuursnippers alleen kunnen
we de biodiversiteit niet behouden.
Zij moeten opgenomen zijn in een
ecologisch verbindingsnetwerk waarlangs (bedreigde) planten en dieren zich
kunnen verplaatsen.
Het is schrijnend om vast te stellen dat je in oostrand van Antwerpen reservatiestroken
nodig hebt om dit netwerk te realiseren.
Het blijkt nog het enig middel te zijn om natuur te verbinden tot grotere
gehelen.
Cathy Berx. — © BELGA
De Vlaamse regering en provinciegouverneur Cathy Berx hebben bekend gemaakt dat ‘De Nieuwe Rand’ niet alleen om mobiliteit draait, maar ook de verbetering van de leefkwaliteit en de creatie van klimaatgordels voor ogen zou hebben.
Maar de realisatie van klimaatgordels blijkt niet zo simpel te zijn in de volgebouwde Antwerpse regio, reservatiestroken voor wegeninfrastructuur (de overkapte ring - gordel 1 / reservatiestrook A102 - gordel 2 / toenmalig duwvaartkanaal - gordel 3 ) blijken de enige uitweg te zijn om dit te verwezenlijken.
De
33 km lange Antitankgracht loopt doorheen het diverse en gevarieerde Voorkempense
landschap: van de polders door het parklandschap van de Voorkempen tot het land
van Kontich.
Fauna en flora benutten de
langgerekte vorm van de Antitankgracht om te bewegen tussen verschillende bos-
en natuurgebieden.
De gebieden die een hoge biologische waardering krijgen, vallen
vaak samen met deze natuur- en bosgebieden.
Door o.a. onze inbreng
hebben we ervoor gezorgd dat de Antitankgracht dé belangrijkste dragers
is van de klimaatgordel en dit voor vrijwel de volledige regio.
©Nieuwe Rand
De studie van de structuurvisie en implementatieplan voor de noordelijke bosgordel rond Antwerpen heeft in het ATG-onderzoeksgebied 22 ruimtelijke boseenheden (RBE’s) afgebakend.
De
gebieden die een hoge biologische waardering krijgen, vallen vaak samen met deze
bosgebieden.
Op onderstaand kaartje zijn verscheidene grotere zones met een hoge waarde (groen) te herkennen.
Een groot aantal bos- en natuurgebieden valt logischerwijze samen met de
habitat- en vogelrichtlijngebieden.
De strategische visie van het Beleidsplan Ruimte
Vlaanderen (BRV) benadrukt het belang van groenblauwe netwerken (GBN).
Aan de realisatie van zo’n GBN zijn potentieel heel wat voordelen verbonden.
Denk aan het versterken van de biodiversiteit, het verhogen van de
leefkwaliteit, de ondersteuning van klimaatbestendige en veerkrachtige
omgevingen en veel andere ecosysteemdiensten.
Door het verbinden of ontwikkelen van verschillende groene ruimten wil
GroenRand op termijn een samenhangend, functioneel netwerk creëren in de
Voorkempen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten