zondag 17 maart 2024

Olga de otter maakt kinderen bewust van zwerfvuilprobleem

Olga de otter maakt kinderen bewust van zwerfvuilprobleem



De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) organiseert voor de vierde keer de Week van het Water.
Van 22 tot 31 maart 2024 vinden in heel Vlaanderen meer dan 100 activiteiten plaats die focussen op waterbewustzijn en -beleving.
Op verschillende plaatsen wordt er een Paddle Cleanup georganiseerd om al peddelend zwerfvuil te ruimen.



Al verschillende jaren zet GroenRand zich in voor de Antitankgracht, die loopt van het Albertkanaal in Oelegem (Ranst) tot in Berendrecht.
Volgens de natuurvereniging vormt het kanaal een groen parelsnoer en natuurverbindingslint.
Eind 2018 raakte bekend dat er een otter aanwezig zou zijn in de Antitankgracht, meer bepaald in Brasschaat: dat bevestigde het sporenonderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).


De natuurvereniging besefte dat een Antitankgracht met zuiver water een nieuw leefgebied voor de otter zou kunnen worden.
Afval in water is voor geen enkel dier aangenaam, maar de otter is daar extra gevoelig aan.
Daarom koos GroenRand de otter als mascotte in een zwerfvuilcampagne.

Dirk Draulans geeft Groene Duim aan Mooimakers Tom Van Thienen (Zij die het doen Stabroek -Kapellen), Luc Vermeersch (zwerfvuilruimers in parkgemeente Brasschaat) en Jef Helderweert (mooimakersgroep Zoersel/Schilde) 

Om het goed voorbeeld te geven doet natuurvereniging GroenRand jaarlijks mee met de World Cleanup Day.
Langs deze weg bedanken we al de Mooimakers die hier aan meewerken en gaven daarom hen in 2023 de 'Groene Duim'.

                                              Verteller Dirk Demey - lid van GroenRand

Met de vertelling ‘Olga de Otter wordt ziek’ van Peter Jochems probeert GroenRand de kinderen attent te maken op de zwerfvuilproblematiek. Het is een voorleesverhaal op kindermaat. Niet alleen de otter, maar ook de vuilnisbak wordt gepersonaliseerd en krijgt de naam ‘Rommelop’.

                                                                                         Verteller Dirk Demey - lid van GroenRand
Het ‘Zwerfvuilspook’ is dan weer de boosdoener die de twee vriendjes Olga en Rommelop uit elkaar drijft. Gelukkig kunnen de kinderen hem bij een opruimactie betrappen. Van schaamte verdwijnt het spook: Olga en Rommelop worden herenigd.

                                                                                       Verteller Dirk Demey - lid van GroenRand

Destijds heeft GroenRand 600 voorleesboekjes verdeeld onder 94 scholen en jeugdbewegingen in 10 gemeenten in de buurt van de Antitankgracht: in Ranst, Schoten, Brecht, Schilde, Brasschaat, Kapellen, Stabroek, Kalmthout, Malle en Zoersel.

                                                                                Verteller Dirk Demey - lid van GroenRand

Het verhaal

Zin om mee op speurtocht te gaan langs de Grote Gracht in het Groenrandbos? 
Als we dan niet te luid babbelen en héél, héél veel geluk hebben, dan zien we misschien wel Olga de Otter. 

Maar het kan evengoed zijn dat zij ver weg zit, helemaal aan het andere uiteinde van de Grote Gracht. 
Want Olga is altijd onderweg, met haar spitse snuit klieft ze door het water. 

De ene keer zit ze hier vlakbij, een dag later is ze alweer weggeglipt met haar snelle zwempootjes. 
Waarom? 
Omdat ze heel snel ziek wordt als haar zwemwater vuil is. 
Daarom is ze altijd op zoek naar een stukje rivier, een kanaal of een gracht met proper water. 
Een stukje zonder achtergelaten blikjes of andere rommel van wandelaars. 


Zo komt het dat Olga, na veel zoeken en onderweg zijn, hier in de Grote Gracht geraakt is, en ze heeft het hier wel naar haar zin.
Vorige week rustte Olga eventjes uit tussen het waterriet, en wie zag ze daar plots staan langs de kant van de weg? 
Het was Rommelop! 

Kennen jullie Rommelop al? 
Nee? 
Rommelop is een mooie groene vuilnisbak. 
Net als Olga houdt Rommelop niet van vuile vieze dingen die mensen soms zomaar weggooien in de natuur. 
Hij heeft veel liever dat ze zijn dikke buik daarvoor gebruiken, want daar dient een vuilnisbak toch voor?
Olga en Rommelop babbelden elke dag wat meer met elkaar: dat het zo fijn is om de frisse adem van het Groenrandbos te ruiken, zeker als het net geregend heeft. 
Dat de vogeltjes zo mooi zingen, vooral ’s morgens vroeg. 
Want dan is het voor de rest nog heel stil en zijn er nog geen auto’s of vrachtwagens in de verte te horen. 
Allebei vinden Rommelop en Olga dat het toch zó lekker luieren is in de schaduw van de kastanjebomen, als het in de zomer heel warm is. 
Over al die mooie dingen in het Groenrandbos kwam Olga bijna elke dag gezellig praten met Rommelop. 
Ze werden dikke vrienden.
Maar dan gebeurde er iets ergs. 
Olga werd op een nacht ziek. 
Iemand was heel dom geweest en had al zijn afval zomaar in de Grote Gracht gegooid. 


Hoe dom, in plaats van daarvoor de buik van Rommelop te gebruiken: daar dient een vuilnisbak toch voor? 
Ofwel alles gewoon mee naar huis nemen, dat is toch niet zo moeilijk? 

De weggegooide broodkorsten waren beschimmeld en het restje frisdrank in het blikje was in het water uitgelopen. 
Verder lagen er nog meer vieze flesjes, plastiek en andere rommel in de gracht. 
Olga had zoveel buikpijn gekregen! 
Het duurde wel even voordat ze terug sterk genoeg was om te zwemmen. 
En dit was niet de eerste keer: weggegooid afval had haar eerder ook al eens ziek gemaakt.
Dat kon zo echt niet verder blijven duren. 
Olga vond het erg jammer, maar ze moest zo rap mogelijk de mooie waterplek dichtbij Rommelop verlaten. 



Ze zwom droevig weg, op zoek naar een stukje Grote Gracht waar geen rommel in het water lag.
De volgende dag zag Rommelop dat hij zijn vriendinnetje kwijt was. 
Hij had veel verdriet, hij miste hun dagelijkse praatje erg hard... 

Kon hij nu maar langs de Grote Gracht op zoek gaan en op alle mooie plekjes even stoppen en luid “Olga! Olga!” roepen. 
Maar dat ging natuurlijk niet: Rommelop is een vuilnisbak, en vuilnisbakken kunnen niet lopen. 
Want een vuilnisbak zit met beton rond zijn voet vast in de grond. 

Anders zou hij omvallen als het hard waait. 
Het enige wat Rommelop kon, was vanop zijn vaste plaatsje roepen. 
Een paar keer per dag kon je hem zo horen treuren: “Olga, Olga, waar ben je toch? 
Wanneer kom je terug?”

                                                                                          Dirkje zelf heeft het spook nog nooit gezien, maar in het dagboek van z'n opa staat duidelijk dat het écht wel bestaat. 

Maar wat zien we daar? 
Daar komt die leuke club kinderen weer aangewandeld. 
Rommelop ziet ze bijna elke week voorbijkomen, zingend, lachend, om zich heen kijkend naar de mooie natuur. 

Omdat de altijd zo vrolijke Rommelop er vandaag zo treurig uitziet, komen ze rond hem heen staan: “Wat is er Rommelop, waarom huil je? Wat is er gebeurd?” 
Rommelop snikt het uit: “Olga is weg! De bomen hebben me verteld dat ze wel moést wegzwemmen, want hier zou ze doodgaan omdat er zoveel vuile rommel in het water ligt.
Ik mis Olga zó erg.”

De kinderen beginnen wild door elkaar heen te praten. 
“We moeten Rommelop helpen!”, “Nee, we moeten Olga de Otter helpen!”, “We moeten ze allebei helpen!
En álle dieren die hier wonen.” “Ja maar hoe doen we dat?” 
Dan wordt het stil, iedereen denkt diep na. 

“Ik heb het,” roept Dirkje, “we moeten het Zwerfvuilspook zoeken.” 
Dirkje is de kleinste van de bende, maar hij heeft altijd wel wat te vertellen. 
Soms zelfs belangrijke of heel spannende dingen. 
De anderen kijken hem verbaasd aan: “Zwerfvuilspook?
Leg dat eens uit, Dirkje.

Dirkje wist het niet meer zo precies, maar er leeft hier, volgens hem in elk geval, ergens een Zwerfvuilspook.
Zijn opa heeft erover verteld. 
Het Zwerfvuilspook ziet er heel vies uit. 
Als een geraamte met stinkende vodden in plaats van een hemd, en een kapotte autoband die aan één schouder over zijn buik hangt. 
Op zijn hoofd draagt het spook een omgekeerde kartonnen doos vol vlekken als hoed.

En als mantel: slierten van waterplanten, waar overal drankblikjes en flesjes in vasthangen. Zijn smerige broekzakken lopen over van de sigarettenpeuken.
Dirkje zelf heeft het spook nog nooit gezien, maar het bestaat volgens zijn opa wel écht. 
Het Zwerfvuilspook is niet gevaarlijk, het zal jou niet achtervolgen en opeten of zo, maar het is wel héél slordig. 
Overal waar het spook langskomt, valt er allerlei rommel en afval van hem af. 
Of hij gooit het zelf zonder nadenken gewoon op de grond of in het water. 
Je kan zijn spoor van vuile blikjes en peuken zomaar volgen. 
Echt ongelooflijk, volgens de opa van Dirkje, maar het is nu eenmaal zo: dat spook blijft maar rommel maken.


Pro Vector


De kinderen kijken elkaar aan en beginnen opnieuw allemaal door elkaar heen te praten.
“We moeten dat spook zoeken”, “We moeten die rommel oprapen”, “We zijn met veel, we moeten dapper zijn en dat Zwerfvuilspook wegjagen”, “Ja, wegjagen voor altijd!” 

Ze spreken af om morgen terug te komen met prikstokken, vuilzakken en een bakfiets om alles in mee te nemen. 
’s Anderendaags staan ze er opnieuw, met alles wat nodig is voor de speurtocht naar het spook. 

Er zijn zelfs nog een paar vrienden méér meegekomen. 
En ze beginnen eraan. 
Daar ligt een fles. 
En ginder een verroest fietswiel. 
Nog wat verder een stuk plastiek. 
De kinderen hebben handschoenen aangetrokken en rapen alles op. 
Zo volgen ze het vieze spoor van het Zwerfvuilspook, steeds verder en verder langs de Grote Gracht. 
Oei, de bakfiets is bijna vol. 
Misschien moeten ze volgende week nog eens terugkomen, … 
Maar OEI NEE: ssssst, stil, kijk, daar zit hij, zie je, dáár: leunend tegen die struik aan de waterkant, aan de overzijde van de Grote Gracht. 
Wat moeten we nu doen? 
Het spook zit daar wat te luieren, met zijn vuile voeten in het water bengelend, met overal om hem heen oude drankblikjes en snoeppapiertjes.

En dan gebeurt het: het spook schrikt heel hard van de kijkende kinderen, het schrikt zich bijna dood. 
Met opengesperde ogen kijk het, onbeweeglijk. 
Het spook lijkt wel verlamd van angst. 
Dat duurt wel een minuut lang. 
Dan beweegt het een heel klein beetje, alleen maar met zijn ogen. 
Die draaien naar de overvolle bakfiets. 

Hij herkent het: wat daar allemaal in ligt, dat is allemaal zíjn rommel en vuilnis. 
Al die vuiligheid die hij altijd zomaar laat rondslingeren, zonder erbij na te denken. 
Terwijl het in de natuur zo mooi is zónder vuilnis.




En die kinderen daar aan de overkant: die hebben zó hard gewerkt om al mijn rommel op te rapen en te verzamelen in zakken, zegt het spook nu tegen zichzelf. 
Hij laat het hoofd zakken, zijn gezicht wordt helemaal rood van schaamte, hij kan wel in de grond zinken. 
Maar dat doen spoken niet. 
Als ze héél erg verlegen zijn, dan schieten spoken plots met een oorverdovende knal de lucht in en verdwijnen ze naar ergens heel ver weg. 



“KNAL!”, weergalmt het door het Groenrandbos, vreselijk luid. 
De kinderen schrikken heel hard, maar dan kijken ze elkaar aan en halen opgelucht adem: het spook is weg! 
Voorgoed? 
Laat ons het hopen. 

Laat ons hopen dat het Zwerfvuilspook voorgoed zijn lesje geleerd heeft en niets meer weggooit in de natuur.
De kinderen vertellen alles opgewonden aan Rommelop, en hun verhaal maakt hem heel blij. 
Hij kan wel zingen van geluk. 
De Grote Gracht is hier nu niet langer te vuil voor otters. 
Alles ligt er opnieuw fris, netjes en gezond bij. 

Je ruikt het al: geen schimmelgeuren meer, alleen frisgroen bos, mos en gras. 
Je kunt de vissen in het water blij heen en weer zien zwemmen. 

En is het nu toeval of niet, maar de vogels zingen méér dan vorige week, hun liedjes lijken nu nóg mooier. 
Binnenkort zal Olga deze mooie plek wel opnieuw komen opzoeken. 
Zou het? 
We duimen allemaal mee voor Rommelop, we hopen dat hij snel zijn vriendinnetje terugziet.
En dat het Zwerfvuilspook voorgoed wegblijft...

Schrijver: Peter Jochems - lid van GroenRand
Verhaalidee: Dirk Weyler - bestuurslid van GroenRand
Illustraties: 
Rodrik Steverlynck - medewerker van 'Onze GroenRand-natuur'
Verteller: Dirk Demey, lid van GroenRand
Je kan hier alle activiteiten vinden.


Geïnteresseerd in onze werking? Kom dan af op 28 maart 2024.
Meer info:







Geen opmerkingen:

Een reactie posten