woensdag 13 maart 2024

Studie naar nectarproductie in Europese bossen brengt goed én slecht nieuws voor wilde bestuivers

Studie naar nectarproductie in Europese bossen brengt goed én slecht nieuws voor wilde bestuivers


Een nieuwe studie van het Labo Bos & Natuur (ForNaLab) van de Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen (UGent) brengt slecht nieuws: de beschikbaarheid van nectar in de kruidlaag van Europese bossen is de laatste veertig jaar met een kwart verminderd.


                                                                                                 Bonte Viltbij

De lente is in het land en we verwelkomen de terugkeer van allerlei wilde bestuivers, zoals wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Die zijn erg belangrijk voor onze voedselproductie, maar hebben het moeilijk.

                                                                                             Grijze zandbij

In studies naar habitats voor wilde bestuivers kwamen tot nu toe amper bossen voor. Zeker de rol van de kruidlaag (alle planten minder dan een meter hoog) was erg onderbelicht. De auteurs van de studie berekenden voor meer dan 3300 stukjes bos over heel Europa de hoeveelheid nectar die de kruidlaag daar mogelijk zou kunnen leveren. Ze gebruikten daarvoor data over de plantensamenstelling van die stukjes op verschillende momenten in de laatste veertig jaar en combineerden die met gegevens over de typische nectarproductie van die planten.

Tronkenbij

Daaruit kunnen ze geen actuele, werkelijke nectarproductie afleiden – daarvoor ontbreken gegevens over het aandeel planten dat effectief tot bloei komt op de bewuste locatie – maar het wordt wèl mogelijk te vergelijken tussen verschillende plaatsen en momenten Er is een gemiddelde afname van bijna 25% in potentiële nectarproductie over de laatste 40 jaar vastgesteld, grotendeels door donkerdere bosomstandigheden door minder intensief bosbeheer in de bestudeerde bossen.
De kruidlaag in bossen blijkt niettemin een potentieel belangrijke bron van nectar, vooral in het voorjaar voordat het bladerdak sluit. De beschikbaarheid van nectar is vergelijkbaar met die van andere habitats, zoals bijvoorbeeld soortenrijke graslanden, maar met een vroegere piek, wat cruciaal zou kunnen zijn voor bijvoorbeeld vroeg uitkomende hommelkoninginnen.

Gewone wolzwever

Om een volledig zicht te krijgen op de rol die bossen kunnen spelen als habitat voor wilde bestuivers is verder onderzoek nodig, zeggen de wetenschappers, onder meer naar werkelijke nectarproductie en naar hoe de verschillende lagen in het bos (kruidlaag, struiklaag, boomlaag) samen presteren. Niettemin maakt deze studie duidelijk dat bossen het potentieel hebben om een belangrijke rol te spelen in het behouden van wilde bestuivers.

                                                                                                  Blinde bij

De auteurs benadrukken daarom de noodzaak aan meer en grotere bossen, waarin diverse beheerstrategieën worden toegepast. Op die manier kunnen er zowel aantrekkelijke zones voor bestuivers worden gecreëerd als zones met een koel, goed gebufferd microklimaat waarin typische bossoorten kunnen gedijen.

Voor meer informatie en toegang tot de volledige studie, bezoek ForNaLab en forestREplot.

Bron: Het onderzoek werd uitgevoerd door een team van het ForNaLab van de Universiteit Gent, geleid door Wim De Schuyter, Pieter De Frenne, Emiel De Lombaerde, Leen Depauw, Pallieter De Smedt, Lander Baeten en Kris Verheyen.

Foto's: Frank Vermeiren, medewerker van Onze GroenRand-natuur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten