Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten krijgt 78 uitstapplaatsen zodat wilde dieren veilig uit het water raken
In de loop van de twintigste eeuw is onze natuur sterk versnipperd door de ontginning van grote gebieden voor de landbouw en voor woon- en werkgebieden. De aanleg, verbreding en een steeds intensiever gebruik van auto-, spoor- en waterwegen hebben de mogelijkheden van planten en dieren om zich over en tussen de overgebleven natuurgebieden te verspreiden en te bewegen verder verkleind. Om de weerstand van het tussenliggende landschap te verkleinen moeten gebieden met elkaar verbonden worden. Bij het maken of versterken van natte natuurverbindingen vond GroenRand het belangrijk om (zeker in geval van de otter) zowel te werken op zowel micro- als macroniveau.
In 2019 en 2020 waren er aanwijzingen voor de aanwezigheid van de otter in onze regio.
GroenRand heeft de otter in 2021 extra in de kijker gebracht.
Want de otter is terug, blijkbaar zelfs tot in onze eigen achtertuin.
Het voorkomen van de otter langs de Antitankgracht wordt reeds enkele jaren intensief (sinds 2017 tot op heden) opgevolgd door de vrijwilligers van Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen (kerngroep Natuurpunt Brasschaat).
Daarbij werd ook een analyse uitgevoerd waarbij kansen en knelpunten op het traject van de Antitankgracht in detail in beeld werden gebracht.
In onze regio is, buiten de Schelde, de Antitankgracht zowat de enige waterweg die ± aan alle ottereisen kan voldoen én tegelijk potentiële natuurgebieden met elkaar kan verbinden.
© Rodrik Steverlynck Op micro-niveau worden lokaal verbindingen gemaakt, bijvoorbeeld over een afstand van enkele tientallen of honderden meters om een waterloop met een nabijgelegen waterrijk gebied (beter) te verbinden.
Maar ook op macroniveau is het belangrijk om de grote (potentiële) natte corridors in Vlaanderen te analyseren, inclusief de connecties met het buitenland.
GroenRand gaf reeds eerder aan dat het in waterlopen met steile oevers het voor landgebonden dieren (zoogdieren, reptielen, insecten), maar ook voor amfibieën en kuikens van watervogels, moeilijk kan zijn om aan land te komen.
Dit vormt niet alleen voor dieren een bedreiging (verdrinking), maar kan er ook toe leiden dat dieren wateren met steile oevers niet over (kunnen) steken en populaties zodoende van elkaar gescheiden blijven of nieuwe gebieden niet kunnen worden gekoloniseerd.
Hoewel reeën heel goed kunnen zwemmen, verdrinken er opvallend veel dieren in waterlopen.
Langs het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten worden momenteel bijna tachtig plekken zo ingericht dat dieren veilig kunnen overzwemmen of het water kunnen verlaten. Tegen de zomer moeten deze fauna-uitstapplaatsen of FUP’s klaar zijn. www.gva.be |
Het aanbrengen van FUP’s langs kanalen vlak voor en na de sluizen kan de migratie helpen.
Concreet is het belangrijk om de verbinding tussen Maas en Scheldevallei (incusief. Rupel) via het Albertkanaal en Nete en te optimaliseren.
Op het Albertkanaal liggen verschillende sluizen, waarlangs de mogelijkheid kan onderzocht worden om FUP’s aan te leggen.
Bijkomend vormen o.a. ook het kanaal Dessel-Schoten en kanaal Bocholt-Herentals een potentiële belangrijke migratie-corridor voor otter tussen de Antitankgracht regio (incl. Scheldevallei en Nederland) en de Maasvallei (ook incl. Nederland en Duitsland).
De sluizen op kanaal Dessel-Schoten (nabij de Antitankgracht) zijn reeds als knelpunt aangeduid in het kader van dit prioritair aandachtsgebied.
Verder is het ook aangeraden om langs deze kanalen de mogelijke inrichting van bijkomende FUP’s te realiseren op de kruispunten met waterrijke natuurgebieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten