Onze GroenRand-natuur: een close-up van de insectenwereld
Foto's zijn van Frank Vermeiren- hij werkt mee aan het 'Onze GroenRand-natuur'-project. Cartoon is van Gie Campo (GIER)
Het gaat niet goed met de insectenwereld.
Hoe slecht het echt gaat, daar is soms discussie over.
Niemand weet het jammer genoeg echt.
Over de oorzaken van het verdwijnen bestaat onenigheid.
Wat wel vaststaat is dat de mens er een belangrijk aandeel in heeft.
Een ding is overduidelijk: de insecten hun leefgebied krimpt.
bruine zandoogjes- Paul Van Dijck
Vlinders, bijen en hommels zijn bijzonder gevoelig voor vervuiling, hun terugval in aantal en soorten is reeds langer aan de gang.
Grijze zandbij - Frank Vermeiren
Insecten kruipen, krioelen, klimmen en vliegen vrijwel op elke plek.
Geen wonder dat van alle diersoorten driekwart tot de insecten behoort.
Insecten hebben allemaal hetzelfde 'bouwplan': ze hebben een kop, een borststuk, een achterlijf, zes poten.
Deze verbazingwekkend diverse groep beestjes hebben zich aangepast aan bijna elke omgeving op de planeet.
Er zijn vliegende- en kruipende insecten.
Er zijn veel soorten insecten en de uiterlijke kenmerken zijn allemaal verschillend.
Sommige zijn erg moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Eén ding zeker: ze zijn belangrijk en onmisbaar!
Insecten zorgen bijvoorbeeld voor de bestuiving van planten en dus ook van onze voedselgewassen.
Als de insecten verdwijnen, volgen al snel de meeste amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren!
Boerenzwaluw
Neem de weidevogels.
Hun jongen eten insecten.
Ook de boerenzwaluw verdwijnt meer en meer uit het landschap.
GroenRand onderstreept het belang om landschappelijk de krachten te bundelen voor het behoud van insecten in het algemeen en wilde bijen in het bijzonder.
Insecten die in de grond leven, helpen een vruchtbare bodem creëren.
Kevers werken als kleine ontbinders en zijn van vitaal belang bij het recyclen van voedingsstoffen uit dode bladeren en brengen natuurlijk afval terug in de grond.
Als roofdieren kunnen ze helpen insectenpopulaties onder controle te houden, met name plagen zoals rupsen en bladluizen die gewassen kunnen beschadigen.
Boletenzwartlijf
Met zijn 6 cm is de
neushoornkever is één van de grootste kevers in GroenRand.
Je kan er dus niet naast kijken
Maar men komt hem maar zelden tegen.
Hij komt voor in loofbossen, maar ook op
andere plaatsen: houtafval, eikenschors en composthopen.
De Neushoornkever kent de laatste jaren een toename, vermoedelijk te wijten
aan het thuiscomposteren.
De weekschildkevers hebben, zoals de naam al zegt, zachte
schilden.
Ze worden ook wel soldaatjes genoemd, omdat ze verticaal bezien wel lijken op een ouderwets soldatenuniform.
De volwassen kevers eten meestal insecten.
Soms gaan ze actief op jacht, maar vaak eten ze aas.
De meeste larven eten slakken en wormen.
Kleine rode weekschildkever
Zandloopkevers zijn razendsnel en zien uitstekend met hun enorme ogen. Dat komt goed van pas als ze jagen op hun prooi. Eenmaal tussen de vervaarlijke -als kromzwaarden gekruiste kaken- beland, is er voor zijn slachtoffer geen ontkomen meer aan. Niet voor niets is de Engelse naam van deze kever 'Tiger beetle'.
Bastaard zandloopkever
Groene zandloopkever
De fraaie schijnbok of fraaie schijnboktor heeft een mooie groene metaalglans. Deze boktorsoort kan je vinden in bloemen. Hier zijn ze op zoek naar nectar en stuifmeel en dus zijn zij onderdeel van de bestuiving van planten door insecten. Een nuttig en mooi beestje!
De gewone smalboktor kan net als andere smalboktorren vaak worden aangetroffen op schermbloemen en andere bloeiende planten.
Op een klein oppervlakte leven veel insectensoorten naast elkaar
Zo leven er op één vierkante meter bijvoorbeeld loopkevers, springstaarten, zilvervisjes en verschillende larven.
De larven zitten in de grond en knagen aan wortels.
De loopkevers leven boven de grond en eten graszaden of larven, slakken, wormen, spinnen, rupsen, bladluizen en andere insecten.
Mieren (Formicidae) zijn een familie van kolonievormende sociale insecten.
Mieren kunnen, afhankelijk van de soort, 10 tot 50 keer hun eigen lichaamsgewicht dragen. Deze kracht gebruiken ze onder andere om voedsel naar het nest te brengen.
Dat ze bijzonder nuttig zijn valt niet te betwisten.
Het zijn echte opruimers van de natuur.
Een mierenkolonie bestaat uit een koningin, werksters (ook allemaal vrouwtjes) en soms jonge mannetjes en maagdelijke koninginnen.
Het meest talrijk binnen de kolonie zijn de werksters, die onderling de werktaken verdelen.
Er zijn onder andere verkenners, voedselverzamelaars, nest-onderhouders, kinderverzorgsters en soldaten.
Keizersmantel
Je kan onmogelijk niet van vlinders houden.
Maar hoe belangrijk is hun positie in het ecosysteem?
Vlinders zijn belangrijke bestuivers.
Kleine parelmoervlinder
Wanneer ze bloemen bezoeken, om er met hun lange roltong nectar uit te slurpen, blijft er wat stuifmeel op hun lichaam achter.
oranje zandoogje
Dat transporteren ze naar een volgende bloem enzovoort.
Gehakkelde aurelia
Die taak delen ze met andere bestuivers, zoals (wilde) bijen en zweefvliegen.
In 2003 was de kolibrievlinder nog een zeldzame trekvlinder.
Maar elk jaar zien we steeds meer waarnemingen door de zachter wordende winters.
Kolibrievlinder François Eennaes
Juffers of gelijkvleugeligen staan tegenover de ongelijkvleugeligen of ‘echte libellen’.
Gewone oeverlibel
Je ziet het verschil het beste wanneer de insecten in rust zijn: de voor- en achtervleugels van een juffer zijn gelijk van vorm.
Korenbout
Bij ‘echte libellen’ zijn de achtervleugels onderaan breder dan de voorvleugels.
Juffers komen vaak in blauwachtige tinten voor.
Houtpantserjuffer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten