zaterdag 7 december 2024

Het blijkt dat 'Maai Mei Niet' toch niet leidt tot meer bloemen in de tuin

Het blijkt dat 'Maai Mei Niet' toch niet leidt tot meer bloemen in de tuin


"Maai Mei Niet", de actie waarbij gazons in de maand mei ongemaaid blijven, levert op korte termijn weinig op voor de bloemengroei.
Dit is de conclusie van een burgeronderzoek door in bijna 500 Vlaamse tuinen. 
Overbemesting is een van de oorzaken, aldus professor Koenraad van Meerbeek (KU Leuven), die aan het project 'Maai Mei Niet' heeft meegewerkt.


In 2021 lanceerde HOGENT een oproep naar deelnemers voor het burgeronderzoek 'FlowerPower De Tuin'. Er meldden zich 1.500 mensen, er zijn 492 Vlaamse tuinen geselecteerd. De eigenaars maakten 3 proefvakken in het gazon om te testen hoe er meer bloemen konden komen.
Het eerste vak werd in mei niet gemaaid en bleef onaangeroerd, conform de 'Maai Mei Niet'-richtlijnen. Het tweede vak werd evenmin gemaaid, maar hier werden extra bloemen ingezaaid, terwijl in het derde vak de graszode verwijderd werd en vervangen door een zadenmengsel. Dit onderzoek duurde drie jaar, waarbij de planten, bijen, vlinders en andere insecten werden geteld.
Het initiatief 'Maai Mei Niet' blijkt niet de meest effectieve methode te zijn.
Hoewel het concept in Vlaanderen breed bekend is en steden, gemeenten, organisaties en burgers een maand lang het maaien van gras achterwege laten om de biodiversiteit te bevorderen, stelt An De Schrijver van HOGENT dat deze aanpak niet het gewenste effect op burgers heeft. Zij was de coördinator van het onderzoek.


In het eerste testgebied werd slechts twee keer per jaar gemaaid, en dit bleek niet effectief. Op veel plaatsen waren er geen bloemen te vinden, of slechts zeer algemene soorten. Er was geen sprake van diversiteit in soorten, wat resulteerde in een teleurstellend resultaat. Bijzaaien had slechts een beperkt effect. Het verwijderen van een graszode bleek wel effectief. Op de kale grond ontkiemden de zaden veel beter. In een dichte grasmat is ontkiemen lastiger en is er minder licht beschikbaar. Het verwijderen van de zode leidde tot een veel rijkere bloei.


Overbemesting is de boosdoener

Koenraad van Meerbeek, professor aan de KU Leuven, heeft bijgedragen aan het 'Maai Mei Niet'-project en wijst op de significante invloed van overbemesting. Bodemstalen uit het HOGENT-onderzoek toonden aan dat dit een probleem vormt in Vlaamse tuinen, een factor die in overweging genomen moet worden.

Er zit namelijk te veel fosfor in onze Vlaamse tuinen. Het is vooral voor grassen een goede voedingsbodem. Zij schieten makkelijk op en kunnen ervoor zorgen dat andere planten en bloemen geen ruimte krijgen. De stof verdwijnt wel uit de bodem, maar dat heeft meer tijd dan 3 jaar nodig. Je kan blijven niet maaien in mei en na een jaar of 10 zal je zeker wel effect hebben. Geduld is een mooie deugd."

Mening van GroenRand

Bij de start van ByeByeGazon in 2019 werd besloten om meteen een breder verhaal te vertellen.
Het initiatief ging verder dan alleen minder maaien.
Het omvatte ook het stoppen met bemesten, het verwijderen van maaisel en het geleidelijk overgaan op een natuurlijker beheer.
De kernboodschap blijft hetzelfde: als elke Vlaming slechts één vierkante meter gazon teruggeeft aan de natuur, dan creëren we samen het grootste natuurgebied van Vlaanderen.


De populatie van wilde bijen is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald.
De belangrijkste oorzaken zijn een gebrek aan nectar- en stuifmeelbronnen, het gebruik van pesticiden, klimaatverandering en ziekten.


Om bijen te helpen, wordt tevens aangeraden om meer bloemen te planten, passende nestplaatsen te creëren en het gebruik van pesticiden te verminderen.
Men kan ook een bloemenborder aanleggen met een diversiteit aan bij-vriendelijke planten, waarbij elke soort zijn eigen plaats heeft.
Kies voor meerjarige, inheemse planten zoals knoopkruid, prachtklokje, wilde reseda, slangenkruid, wilde marjolein, beemdkroon, ezelsoor, grijs kattenkruid, salie, dropplant en smeerwortel.



Bloemborders kunnen verder verrijkt worden met (zomerbloeiende) bloembollen zoals sieruien.
Krokussen zijn essentieel voor honingbijen, hommelkoninginnen en de eerste solitaire bijen vanwege hun vroege lentebloei, aangezien ze de broodnodige nectar en stuifmeel leveren aan het begin van het seizoen.


Blauwe druifjes zijn ook erg populair bij vele bijensoorten.
Bovendien trekken verschillende (sier)uien en looksoorten veel bijensoorten aan.
Bomen, struiken en grotere ruigteplanten zoals sleedoorn, meidoorn, veldesdoorn, wilde liguster, esdoorns, reukerwt en heggenrank zijn cruciale nectar- en stuifmeelbronnen voor wilde bijen..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten