SOORTENBESCHERMINGSPROGRAMMA OTTER – ANTITANKGRACHT / GROOT SCHIJN
Dit soortenbeschermingsprogramma kwam tot stand op basis
van een achtergrondrapport dat in opdracht van het Agentschap voor Natuur en
Bos werd opgemaakt door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (EVINBO).
Het achtergrondrapport bevat de onderbouwing voor het
soortenbeschermingsprogramma, met de vereiste onderdelen conform het artikel 26
van het Soortenbesluit.
De opmaak van het achtergrondrapport werd begeleid door een stuurgroep met
vertegenwoordigers van de leden van de Gewestelijke Overleginstantie voor het
instandhoudingsbeleid, aangevuld met een aantal experten en vertegenwoordigers
van andere betrokken overheden en belangenorganisaties.
Het voorkomen van de otter langs de Antitankgracht wordt
reeds enkele jaren intensief (sinds 2017 tot op heden) opgevolgd door de
vrijwilligers van Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen (kerngroep Natuurpunt
Brasschaat).
Daarbij werd ook een analyse uitgevoerd waarbij kansen en knelpunten op het traject
van de Antitankgracht in detail in beeld werden gebracht.
Inmiddels hebben ook de Provincie Antwerpen en Regionaal Landschap de
Voorkempen de handen in elkaar geslagen om de Antitankgracht als robuuste
ruggengraat of “blauwe draad” tussen de verschillende natuurgebieden te
versterken.
De Provincie, het Regionaal Landschap en Natuurpunt streven in overleg met
Groenrand en Gruunrant er samen naar om deze as te ontsnipperen en de linken
met de verschillende natuurgebieden verder te ontwikkelen als otterleefgebied.
Er
zal een Interreg-Otter dossier “Otter over de grens” komen.
Bedoeling is om tegen februari 2023 een eerste voorstel in te dienen bij
Interreg Vlaanderen-Nederland.
De deadline
voor het indienen van het volledige dossier is oktober 2023, de start -na goedkeuring- is dan 2024.
Doelstelling
van het dossier gaat over hoe we grensoverschrijdend habitat kunnen voorzien
voor otters en welke maatregelen genomen kunnen/moeten worden.
ANB en WWF trekken momenteel het dossier.
Langs de grens tussen België en Nederland is Interreg Vlaanderen-Nederland het belangrijkste programma.
Mitigatie prioritaire
verkeersknelpunten
De otter is op verschillende plekken langs de
Antitankgracht waargenomen en ontpopt zich als dragende soort.
Ook andere diersoorten zullen meeliften en
gebruik maken van het groenblauw netwerk.
Ondertussen werd er een ontsnipperingsplan opgesteld.
Kansen, knelpunten en mogelijke
oplossingsrichtingen werden in kaart gebracht voor de verschillende
(potentiële) soorten die gebruik maken van de Antitankgracht als verbinding.
De Antitankgracht (ATG) regio vormt een belangrijke
Noord-Zuid én Oost-West verbinding voor de soort (figuur 2).
Ontsnipperingsmaatregelen waterlopen
en natuurverbindingen
In figuur 4 worden de prioritaire en minder prioritaire
punten weergegeven voor natuurverbindingen.
De ATG kruist het Kanaal Dessel-Schoten-Turnhout en sluit aan op het
Albertkanaal in het zuiden en de Havendokken in het noordwesten.
De aansluiting met de havendokken en het Albertkanaal dient te worden verbeterd
net zoals de aansluiting met en onderdoorgang van het Kanaal
Dessel-Schoten-Turnhout.
Er worden acties ondernomen voor de aanleg van bijkomende
fauna-uitstapplaatsen en het onderhoud van bestaande uitstapplaatsen.
Boven op de koker van de ATG -onder de E19- liggen reeds 2
lange ecotunnels die ook voor otters geschikt kunnen zijn.
De onderdoorgangen van de nabijgelegen E10-plas kunnen natuurlijker worden
ingericht.
Een gedeelte van de ATG (530 m tussen Vaartlaan en Zandstraat in
Sint-Job-in-’t-Goor) is gedempt met sediment van het kanaal Schoten-Dessel
tijdens de jaren 1970.
Dit gedeelte bevat nu verspreid een aantal poelen, waarvan niet duidelijk is of
ze verbonden zijn met buizen.
Met de waterbeheerders (VMM, DVW) dient te worden nagegaan of dit gedeelte in
de toekomst opnieuw (beter) watervoerend kan worden gemaakt.
Dit zou de waterhuishouding van het gehele gebied ten gunste kunnen
beïnvloeden (blue deal).
De duiker waar het Groot Schijn onder het Albertkanaal
loopt, is momenteel verstopt en vormt aldus een vismigratieknelpunt.
Herstel ervan komt de visgemeenschap ten goede waardoor de potentie van het
aansluitende gebied (broekbossen met een sterk meanderend verloop van het Groot
Schijn) als otterleefgebied wordt versterkt.
Er bestaan plannen om de Zwaaikom te Oelegem aan het
Albertkanaal om te vormen tot een waterspaarbekken.
Een natuurtechnische inrichting van het waterspaarbekken en landschappelijke
inpassing in nauwe verbinding met het achterliggende habitatrichtlijngebied
biedt extra kansen voor de otter.
Bij de herinrichting van het gebied wordt er rekening gehouden met de habitateisen voor
otters.
Leefgebiedherstel
Slechts 12.2 % van het focusgebied is op dit moment als potentieel leefgebied
voor otters (ARPL) afgebakend (zie purpere gebieden op kaart figuur 5).
Door onderstaande acties wordt ingezet op het vergroten en verbeteren van de
kwaliteit van het leefgebied voor otters.
Langs een aantal trajecten van de ATG zijn de
schuilmogelijkheden voor otters zeer beperkt.
Prioritair dient op volgende locaties extra schuilmogelijkheid te worden
voorzien:
• tussen het Fort van Stabroek en de Schans van Smoutakker in het noordelijk
gedeelte van de ATG (sectie A0130).
Hier loopt de ATG ongeveer 2.5 km door landbouwgebied waar ze slechts door een
beperkte strook vegetatie op de oever wordt geflankeerd.
Hier dient nagegaan te worden of via de aanleg van bufferstroken of oeverzones
extra schuilmogelijkheden voor otters kunnen ingericht worden.
Voor percelen in landbouwgebruik kan er onderzocht worden in welke mate er
otterrustplaatsen (bv. In de vorm van een niet bewerkte ruigtestrook van enkele
meters breed) kunnen voorzien worden via het stimulerend beleid van het
toekomstige GLB instrumentarium (ecoschema’s, agromilieumaatregelen of
beheerovereenkomsten).
• tussen de E19 en het Kanaal Schoten-Turnhout-Dessel (sectie A0730).
De ATG loopt hier deels door woongebied en industriegebied (De Zwaan) en heeft
hier slechts smalle, schaars begroeide oevers die langs beide zijden
toegankelijk zijn voor voetgangers, fietsers en bromfietsers.
Het industrieterrein wordt binnenkort heringericht.
Dit biedt de mogelijkheid om in de omgevingsvergunning de aanleg van een
bufferstrook mee op te nemen.
Op een aantal plaatsen is het waterpeil van de ATG zeer beperkt en onderhevig
aan uitdroging in de zomer.
Momenteel wordt reeds door VMM een aantal gedeelten geruimd, deze werken worden in de toekomst verdergezet.
Er zijn plannen om de Berendrechtse Polder in de toekomst
in te richten als wateren voor rietvogelbiotoop, met extra voorzieningen voor
vleermuizen.
In combinatie met de Opstalvallei zal een natuurgebied ontstaan met 90ha
rietland, 50ha waterplassen, 50ha natte weilanden en 50ha struweel, bos en
kleinschalige landschapselementen.
Dit in de functie van het creëren van een rustgebied en van betere
natuurverbindingen met de Schelde.
Specifieke maatregelen voor otters kunnen nog ingesloten worden.
Eén van de twee waterreservoirs van Water-link, gelegen
tussen het Albertkanaal en het Groot Schijn in Wommelgem, zou uit productie
worden genomen en potentieel een nabestemming natuur kunnen verkrijgen.
Het zou een visrijk water zijn.
Door de oevers natuurlijk in te richten (momenteel in beton) kan hier een mooi
foerageer- en rustgebied voor de otter gecreëerd worden.
Binnen het gebiedsprogramma 'Wommelgem – Ranst' als onderdeel
van Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) zal een groenpool worden gecreëerd op
het grondgebied van de gemeenten Wommelgem en Ranst.
Dit gebied fungeert als strategisch knooppunt van belangrijke ecologische
structuren zoals de Schijnvallei, Antitankgracht, de Netevallei en de vallei
van de Tappelbeek.
Het plan voorziet onder andere in de aanleg van 80 ha natuur- en bosgebied en
10 nieuwe natuurverbindingen (onder andere onder en over de E313).
Ook ter hoogte van de Zwaaikom op het Albertkanaal behoort een eco-recreaduct
en fauna-uitstapplaatsen tot de mogelijkheden.
Bij de realisatie van deze plannen dient te worden rekening gehouden met de otter
als prioritaire soort.
Ook binnen het Complex project De Nieuwe Rand moet rekening
gehouden worden met ontsnipperingsmaatregelen voor de otter.
Dit project heeft als doelstelling het oostelijk traject van het Haventracé te
realiseren in functie van de verbetering van de hoofdontsluiting van de
Antwerpse haven.
Hierbij zal ook aandacht gaan naar de omgevingskwaliteit, de klimaatrobuustheid
en verbetering van leefbaarheid, onder andere door uitbouw van een
klimaatgordel (inclusief natte natuur).
Bij de opmaak/herziening van natuur- of bosbeheerplannen of bij het uitvoeren van beheer in en langs de in kaart gebrachte opportuniteitsgebieden, dient best rekening gehouden te worden met de vereisten van otters qua foerageer- en/of rustgebied.
In de aanpalende
rustgebieden dient het beheer ook te worden afgestemd op een functie als
schuiloord voor otter.
Dit houdt in dat omgevallen bomen en afgebroken hout niet worden geruimd en dat
er voldoende ondergroei onder de vorm van braamstruweel, kreupelhout en
struiken aanwezig is en blijft (zie ook Van Den Berge et al. 2019e). Volgende
bosgebieden komen hiervoor in aanmerking:
Bossen beheerd door
Natuurpunt: Ertbrandbos, Wolvenbos (Koude Heide) Gravinnenbos en Lage Haar, Rundvoort
, Heerenbos, Schildehof+De Pont.
Bossen
die door ANB worden beheerd: Ravenhof, Elsenbos, Mastenbos, De Uitlegger, Park
De Mick, Bossen De Mick, Bos Vlaamse Waterweg, Den Inslag, Drijhoeksbos, Vrieselhof.
Privé-bossen: Bos aan Royal Antwerp Golf
Club, De Botermelck - La Garenne, Domein De Haar, bossen Kapelbeekvallei, Bossen
Tappelbeekvallei, Bleyckhof, Bos langs Albertkanaal.
Om een kwaliteitsvol otterleefgebied te bereiken is er nood
aan voldoende hoge waterpeilen.
Verschillende gedeelten van de ATG en de bovenloop van het Groot Schijn zijn
onderhevig aan lage waterstanden en zelfs droogval tijdens de zomer.
Vooral in het noorden van het gebied zorgt watercaptatie voor
landbouwdoeleinden voor extra druk.
Hier zou enerzijds de watertoevoer en -doorvoer moeten verbeteren en
anderzijds zou het water voldoende gebufferd moeten worden zodat droogval kan worden voorkomen
en een stabiele visgemeenschap kan ontwikkeld worden.
Op grote gedeelten van de ATG is op 1 of beide oevers een wandel- of fietspad aanwezig, waardoor de recreatieve druk op het gebied groot is.
Er is tevens vraag naar bijkomende verharding.
Verdere recreatieve ontsluiting mag in ieder geval geen bijkomende druk veroorzaken.
Indien mogelijk wordt recreatie beperkt tot slechts één oever waardoor op de andere oever schuil- en rustplaatsen kunnen ontstaan.
Ook voor hengelsport worden idealiter een aantal zones afgebakend, met vrijwaring van de overige oeverzones.
De militaire overheid wil alle operationele militaire domeinen hermetisch afsluiten door middel van een veiligheidshek van fijnmazig gaas.
Het Groot Schietveld vormt een eerste testcase, waar men een hekwerk wil plaatsen over een kleine 3 km langs de grens met Wuustwezel-centrum.
Dit interageert rechtstreeks met het ontsluiten van de ATG voor otters in noordelijke en westelijke richting via het Groot Schietveld en het Marum naar de Maasvallei.
Zowel wat betreft waterbuffering, waterdoorstroming,
aanvoer extra water als fluctuaties in waterpeil (in functie van het plaatsen
van looprichels in duikers) is het samenbrengen van bestaande data of het
vergaren van nieuwe data (zoals waterpeilmetingen) noodzakelijk, in nauw
overleg met alle betrokken waterbeheerders.
Om de hydrologie goed in kaart te kunnen brengen is er zowel nood aan
jaarrond-peilmetingen in de ATG en aansluitende waterlopen als aan peilmetingen
van het grondwater in de ruimere omgeving.
Specifiek moet de mogelijkheid van waterretentie en bijkomende wateraanvoer via
het Kanaal Dessel-Schoten worden onderzocht.
Voor de implementatie van deze actie kan een beroep worden gedaan op een
studentenstage of -eindwerk.
https://natuurenbos.vlaanderen.be/dieren-en-planten/soortenbescherming/lijst-van-alle-sbps#toc-otter
https://natuurenbos.vlaanderen.be/sites/default/files/documenten/SBP%20Europese%20otter.pdf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten