zaterdag 28 januari 2023

Inhoud: soortenbeschermingsprogramma otter - Antitankgracht

 

SOORTENBESCHERMINGSPROGRAMMA OTTER – ANTITANKGRACHT / GROOT SCHIJN




Dit soortenbeschermingsprogramma kwam tot stand op basis van een achtergrondrapport dat in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos werd opgemaakt door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (EVINBO).
Het achtergrondrapport bevat de onderbouwing voor het soortenbeschermingsprogramma, met de vereiste onderdelen conform het artikel 26 van het Soortenbesluit.
De opmaak van het achtergrondrapport werd begeleid door een stuurgroep met vertegenwoordigers van de leden van de Gewestelijke Overleginstantie voor het instandhoudingsbeleid, aangevuld met een aantal experten en vertegenwoordigers van andere betrokken overheden en belangenorganisaties.



Het voorkomen van de otter langs de Antitankgracht wordt reeds enkele jaren intensief (sinds 2017 tot op heden) opgevolgd door de vrijwilligers van Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen (kerngroep Natuurpunt Brasschaat).
Daarbij werd ook een analyse uitgevoerd waarbij kansen en knelpunten op het traject van de Antitankgracht in detail in beeld werden gebracht.
Inmiddels hebben ook de Provincie Antwerpen en Regionaal Landschap de Voorkempen de handen in elkaar geslagen om de Antitankgracht als robuuste ruggengraat of “blauwe draad” tussen de verschillende natuurgebieden te versterken.
De Provincie, het Regionaal Landschap en Natuurpunt streven in overleg met Groenrand en Gruunrant er samen naar om deze as te ontsnipperen en de linken met de verschillende natuurgebieden verder te ontwikkelen als otterleefgebied.




Er zal een Interreg-Otter dossier “Otter over de grens”  komen.
Bedoeling is om tegen februari 2023 een eerste voorstel in te dienen bij Interreg Vlaanderen-Nederland. 

De deadline voor het indienen van het volledige dossier is oktober 2023, de start -na goedkeuring- is dan 2024.

Doelstelling van het dossier gaat over hoe we grensoverschrijdend habitat kunnen voorzien voor otters en welke maatregelen genomen kunnen/moeten worden.

ANB en WWF trekken momenteel het dossier.


Interreg Vlaanderen-Nederland subsidieert grensoverschrijdende projecten voor groene groei. 
Het wordt gefinancierd vanuit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Om problemen in grensregio’s aan te pakken en grensoverschrijdende samenwerking binnen Europa te bevorderen, heeft de Europese Unie het Interreg-programma in het leven geroepen.
Elke grensstreek binnen de EU kent een eigen Interreg-programma.
Langs de grens tussen België en Nederland is Interreg Vlaanderen-Nederland het belangrijkste programma.
Elk Interreg-programma moet een Samenwerkingsprogramma (SP) opstellen dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Europese Commissie.

Het grensoverschrijdende karakter van een Interreg-project is uiteraard essentieel: aan beide zijden van de grens moet men zorgen voor activiteiten, cofinanciering en partners. 

 

Mitigatie prioritaire verkeersknelpunten

De otter is op verschillende plekken langs de Antitankgracht waargenomen en ontpopt zich als dragende soort.
Ook andere diersoorten zullen meeliften en gebruik maken van het groenblauw netwerk.  

Ondertussen werd er een ontsnipperingsplan opgesteld.





Kansen, knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen werden in kaart gebracht voor de verschillende (potentiële) soorten die gebruik maken van de Antitankgracht als verbinding.
De Antitankgracht (ATG) regio vormt een belangrijke Noord-Zuid én Oost-West verbinding voor de soort (figuur 2).





Ontsnipperingsmaatregelen waterlopen en natuurverbindingen

In figuur 4 worden de prioritaire en minder prioritaire punten weergegeven voor natuurverbindingen.
De ATG kruist het Kanaal Dessel-Schoten-Turnhout en sluit aan op het Albertkanaal in het zuiden en de Havendokken in het noordwesten.
De aansluiting met de havendokken en het Albertkanaal dient te worden verbeterd net zoals de aansluiting met en onderdoorgang van het Kanaal Dessel-Schoten-Turnhout.



Er worden acties ondernomen voor de aanleg van bijkomende fauna-uitstapplaatsen en het onderhoud van bestaande uitstapplaatsen.

Boven op de koker van de ATG -onder de E19- liggen reeds 2 lange ecotunnels die ook voor otters geschikt kunnen zijn.
De onderdoorgangen van de nabijgelegen E10-plas kunnen natuurlijker worden ingericht.
Een gedeelte van de ATG (530 m tussen Vaartlaan en Zandstraat in Sint-Job-in-’t-Goor) is gedempt met sediment van het kanaal Schoten-Dessel tijdens de jaren 1970.
Dit gedeelte bevat nu verspreid een aantal poelen, waarvan niet duidelijk is of ze verbonden zijn met buizen.
Met de waterbeheerders (VMM, DVW) dient te worden nagegaan of dit gedeelte in de toekomst opnieuw (beter) watervoerend kan worden gemaakt.
Dit zou de waterhuishouding van het gehele gebied ten gunste kunnen beïnvloeden (blue deal).

De duiker waar het Groot Schijn onder het Albertkanaal loopt, is momenteel verstopt en vormt aldus een vismigratieknelpunt.
Herstel ervan komt de visgemeenschap ten goede waardoor de potentie van het aansluitende gebied (broekbossen met een sterk meanderend verloop van het Groot Schijn) als otterleefgebied wordt versterkt.

Er bestaan plannen om de Zwaaikom te Oelegem aan het Albertkanaal om te vormen tot een waterspaarbekken.
Een natuurtechnische inrichting van het waterspaarbekken en landschappelijke inpassing in nauwe verbinding met het achterliggende habitatrichtlijngebied biedt extra kansen voor de otter.
Bij de herinrichting van het gebied wordt er rekening gehouden met de habitateisen voor otters.

Leefgebiedherstel

Slechts 12.2 % van het focusgebied is op dit moment als potentieel leefgebied voor otters (ARPL) afgebakend (zie purpere gebieden op kaart figuur 5).
Door onderstaande acties wordt ingezet op het vergroten en verbeteren van de kwaliteit  van het leefgebied voor otters. 



Langs een aantal trajecten van de ATG zijn de schuilmogelijkheden voor otters zeer beperkt.
Prioritair dient op volgende locaties extra schuilmogelijkheid te worden voorzien:


• tussen het Fort van Stabroek en de Schans van Smoutakker in het noordelijk gedeelte van de ATG (sectie A0130).
Hier loopt de ATG ongeveer 2.5 km door landbouwgebied waar ze slechts door een beperkte strook vegetatie op de oever wordt geflankeerd.
Hier dient nagegaan te worden of via de aanleg van bufferstroken of oeverzones extra schuilmogelijkheden voor otters kunnen ingericht worden.
Voor percelen in landbouwgebruik kan er onderzocht worden in welke mate er otterrustplaatsen (bv. In de vorm van een niet bewerkte ruigtestrook van enkele meters breed) kunnen voorzien worden via het stimulerend beleid van het toekomstige GLB instrumentarium (ecoschema’s, agromilieumaatregelen of beheerovereenkomsten).


• tussen de E19 en het Kanaal Schoten-Turnhout-Dessel (sectie A0730).
De ATG loopt hier deels door woongebied en industriegebied (De Zwaan) en heeft hier slechts smalle, schaars begroeide oevers die langs beide zijden toegankelijk zijn voor voetgangers, fietsers en bromfietsers.
Het industrieterrein wordt binnenkort heringericht.
Dit biedt de mogelijkheid om in de omgevingsvergunning de aanleg van een bufferstrook mee op te nemen.

Op een aantal plaatsen is het waterpeil van de ATG zeer beperkt en onderhevig aan uitdroging in de zomer.






Momenteel wordt reeds door VMM een aantal gedeelten geruimd, deze werken worden in de toekomst verdergezet.

Er zijn plannen om de Berendrechtse Polder in de toekomst in te richten als wateren voor rietvogelbiotoop, met extra voorzieningen voor vleermuizen.
In combinatie met de Opstalvallei zal een natuurgebied ontstaan met 90ha rietland, 50ha waterplassen, 50ha natte weilanden en 50ha struweel, bos en kleinschalige landschapselementen.
Dit in de functie van  het creëren van een rustgebied en van betere natuurverbindingen met de Schelde.
Specifieke maatregelen voor otters kunnen nog ingesloten worden.

Eén van de twee waterreservoirs van Water-link, gelegen tussen het Albertkanaal en het Groot Schijn in Wommelgem, zou uit productie worden genomen en potentieel een nabestemming natuur kunnen verkrijgen.
Het zou een visrijk water zijn.
Door de oevers natuurlijk in te richten (momenteel in beton) kan hier een mooi foerageer- en rustgebied voor de otter gecreëerd worden.

Binnen het gebiedsprogramma 'Wommelgem – Ranst' als onderdeel van Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) zal een groenpool worden gecreëerd op het grondgebied van de gemeenten Wommelgem en Ranst.
Dit gebied fungeert als strategisch knooppunt van belangrijke ecologische structuren zoals de Schijnvallei, Antitankgracht, de Netevallei en de vallei van de Tappelbeek.
Het plan voorziet onder andere in de aanleg van 80 ha natuur- en bosgebied en 10 nieuwe natuurverbindingen (onder andere onder en over de E313).
Ook ter hoogte van de Zwaaikom op het Albertkanaal behoort een eco-recreaduct en fauna-uitstapplaatsen tot de mogelijkheden.
Bij de realisatie van deze plannen dient te worden rekening gehouden met de otter als prioritaire soort.



Ook binnen het Complex project De Nieuwe Rand moet rekening gehouden worden met ontsnipperingsmaatregelen voor de otter.
Dit project heeft als doelstelling het oostelijk traject van het Haventracé te realiseren in functie van de verbetering van de hoofdontsluiting van de Antwerpse haven.
Hierbij zal ook aandacht gaan naar de omgevingskwaliteit, de klimaatrobuustheid en verbetering van leefbaarheid, onder andere door uitbouw van een klimaatgordel (inclusief natte natuur).

Bij de opmaak/herziening van natuur- of bosbeheerplannen of bij het uitvoeren van beheer in en langs de in kaart gebrachte opportuniteitsgebieden, dient best rekening gehouden te worden met de vereisten van otters qua foerageer- en/of rustgebied.

In de aanpalende rustgebieden dient het beheer ook te worden afgestemd op een functie als schuiloord voor otter.
Dit houdt in dat omgevallen bomen en afgebroken hout niet worden geruimd en dat er voldoende ondergroei onder de vorm van braamstruweel, kreupelhout en struiken aanwezig is en blijft (zie ook Van Den Berge et al. 2019e). Volgende bosgebieden komen hiervoor in aanmerking:
Bossen beheerd door Natuurpunt: Ertbrandbos, Wolvenbos (Koude Heide) Gravinnenbos en Lage Haar, Rundvoort , Heerenbos, Schildehof+De Pont.  
Bossen die door ANB worden beheerd: Ravenhof, Elsenbos, Mastenbos, De Uitlegger, Park De Mick, Bossen De Mick, Bos Vlaamse Waterweg, Den Inslag, Drijhoeksbos, Vrieselhof.
Privé-bossen:  Bos aan Royal Antwerp Golf Club, De Botermelck - La Garenne, Domein De Haar, bossen Kapelbeekvallei, Bossen Tappelbeekvallei, Bleyckhof, Bos langs Albertkanaal.





Om een kwaliteitsvol otterleefgebied te bereiken is er nood aan voldoende hoge waterpeilen.
Verschillende gedeelten van de ATG en de bovenloop van het Groot Schijn zijn onderhevig aan lage waterstanden en zelfs droogval tijdens de zomer.
Vooral in het noorden van het gebied zorgt watercaptatie voor landbouwdoeleinden voor extra druk.
Hier zou enerzijds de watertoevoer en -doorvoer moeten verbeteren en anderzijds zou het water voldoende gebufferd moeten worden zodat droogval kan worden voorkomen en een stabiele visgemeenschap kan ontwikkeld worden.




Op grote gedeelten van de ATG is op 1 of beide oevers een wandel- of fietspad aanwezig, waardoor de recreatieve druk op het gebied groot is.
Er is tevens vraag naar bijkomende verharding.
Verdere recreatieve ontsluiting mag in ieder geval geen bijkomende druk veroorzaken.
Indien mogelijk wordt recreatie beperkt tot slechts één oever waardoor op de andere oever schuil- en rustplaatsen kunnen ontstaan.
Ook voor hengelsport worden idealiter een aantal zones afgebakend, met vrijwaring van de overige oeverzones.

De militaire overheid wil alle operationele militaire domeinen hermetisch afsluiten door middel van een veiligheidshek van fijnmazig gaas.
Het Groot Schietveld vormt een eerste testcase, waar men een hekwerk wil plaatsen over een kleine 3 km langs de grens met Wuustwezel-centrum.
Dit interageert rechtstreeks met het ontsluiten van de ATG voor otters in noordelijke en westelijke richting via het Groot Schietveld en het Marum naar de Maasvallei.




Zowel wat betreft waterbuffering, waterdoorstroming, aanvoer extra water als fluctuaties in waterpeil (in functie van het plaatsen van looprichels in duikers) is het samenbrengen van bestaande data of het vergaren van nieuwe data (zoals waterpeilmetingen) noodzakelijk, in nauw overleg met alle betrokken waterbeheerders.
Om de hydrologie goed in kaart te kunnen brengen is er zowel nood aan jaarrond-peilmetingen in de ATG en aansluitende waterlopen als aan peilmetingen van het grondwater in de ruimere omgeving.
Specifiek moet de mogelijkheid van waterretentie en bijkomende wateraanvoer via het Kanaal Dessel-Schoten worden onderzocht.
Voor de implementatie van deze actie kan een beroep worden gedaan op een studentenstage of -eindwerk.

Lees meer: https://www.noordernieuws.be/groenrand-verwelkomt-goedgekeurd-soortenbeschermingsprogramma-van-de-otter/

https://natuurenbos.vlaanderen.be/dieren-en-planten/soortenbescherming/lijst-van-alle-sbps#toc-otter

https://natuurenbos.vlaanderen.be/sites/default/files/documenten/SBP%20Europese%20otter.pdf

 

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten