zondag 29 januari 2023

GroenRand stipt het belang aan van wilde bijen

 

GROENRAND STIPT HET BELANG AAN VAN WILDE BIJEN

 


De laatste tijd is er veel aandacht voor de achteruitgang van bijen.
Aanvankelijk stond hierbij vooral de honingbij centraal, maar sinds begin deze eeuw spelen wilde bijen een steeds prominentere rol.
Een belangrijke reden hiervoor is dat wereldwijd 76% van de belangrijkste landbouwgewassen en 88% van de wilde planten door dieren bestoven worden en dat wilde bijen een van de belangrijkste groepen bestuivers zijn.

De meeste planten moeten bestoven worden om zich te kunnen voortplanten.
Dit betekent dat stuifmeel van een mannelijke bloem op de stamper van een vrouwelijke bloem terecht moet komen.
Bij sommige planten vindt de verspreiding van stuifmeel plaats via wind of water, of de plant doet aan 'zelfbestuiving'.
Veel planten in Vlaanderen zijn voor hun bestuiving echter in belangrijke mate afhankelijk van insecten.
Diverse onderzoeken laten zien dat de wilde bestuivers ook prima in staat zijn om gewassen te bestuiven, soms zelfs beter dan honingbijen.
Voor wilde bijenpopulaties is de aanwezigheid van voldoende natuurlijke habitat in de directe omgeving echter van groot belang.


                                                                   Foto: Gunter Stoops


Diverse bloemenstroken in landbouw- en openruimtegebieden leveren gedurende het hele bloeiseizoen een gevarieerder voedselaanbod op voor de bijen .
Inzaai van veel verschillende plantensoorten maakt zo’n bloemenstrook daardoor geschikt voor een breder palet aan wilde bijensoorten.
Wilde bijen profiteren slecht van bloemenstroken als ze goed ingezet worden.
Soms gaan deze welbedoelde initiatieven hun doel voorbij.

Deels komt dit doordat veel van de zaadmengsels -die momenteel gebruikt worden bij de aanleg van bloemenstroken- bestaan uit een bont geheel van grotendeels uitheemse planten zoals zonnebloem, phacelia, Cosmos en goudsbloem.
Hier vliegen eigenlijk uitsluitend de honingbij, aardhommel en steenhommel op.
Hoewel het er kleurrijk uit ziet, hebben de overige ruim 399 bijensoorten hier weinig aan.
Een goed zaadmengsel, samengesteld uit inheemse plantensoorten, is dus een basisvoorwaarde voor de aanleg van bloemenstroken.
We denken dan aan bepaalde plantenfamilies, zoals de Asteraceae, de Apiaceae, de Fabaceae of de Campanulaceae...
Daarbij geldt dat hoe meer verschillende plantensoorten worden ingezaaid hoe meer bijensoorten er op worden aangetroffen.



Jij kent minstens één van onze ongeveer 400 soorten inheemse bijen: de honingbij!
En er hangt vast een bijenhotel in je tuin voor al die andere “wilde bijen”.
Maar wat zijn “wilde bijen”?
Dat is een rijke en gediversifieerde groep, elk met zijn eigenheden waar veel over te vertellen valt.
De ene graaft een nestje in het zand, de andere huist in een holle rietstengel of gebruikt een oude kevergang in een stuk hout als kraamkamer.
Wil je kennismaken met die 399 andere soorten, en meer te weten komen over de dagelijkse gasten in je tuin?
Dan is dan is bijencursus van Natuurpunt Voorkempen iets voor jou!
4 avonden & 2 excursies.
De cursus gaat van start op 8 maart.

Meer info: https://www.natuurpunt.be/.../cursus-wilde-bijen-malle-57709

Wandelen: https://www.rldv.be/beleven/bijenlint-wommelgem

 Samenaankoop zaadmengsel: https://www.rldv.be/nieuws/samenaankoop-fauna-akkers-2023

Geen opmerkingen:

Een reactie posten