Paddentrek start te vroeg en kwakkelweer speelt hen parten
© Fabienne Renders
Vroeger lag die start van de jaarlijkse paddentrek doorgaans in de eerste helft van maart.
Door de jaren heen, is die start systematisch naar voor geschoven op de kalender.
Daar zitten zeker de weerschommelingen voor iets tussen.
In januari werden koude periodes afgewisseld met warme periodes en net dat schommelen is nefast voor padden in hun winterslaap.
Padden die door de zachtere temperaturen ontwaken en hun energiereserves beginnen te verteren, zullen wellicht weer in winterslaap gaan wanneer het kouder wordt en net die verstoorde winterrust lijkt erg nefast.
De gewone pad is vooral gekend om zijn jaarlijkse paddentrek.
Vanuit hun winterslaap trekken ze naar poelen en plassen om eitjes af te zetten en deze te bevruchten.
De vrouwtjes zijn opvallend groter dan de mannetjes.
Tijdens de trek zijn er al mannetjes die zich aan de vrouwtjes vastklampen en zo meegevoerd worden naar de poel of plas.
De vrouwtjes zijn opvallend groter dan de mannetjes.
Tijdens de trek zijn er al mannetjes die zich aan de vrouwtjes vastklampen en zo meegevoerd worden naar de poel of plas.
De mannetjes hebben sterkere voorpoten dan de vrouwtjes en ze lossen het vrouwtje niet tot de eitjes bevrucht zijn.
Meestal kan je de trek ervaren op zachtere dagen in maart, soms al eind februari bij valavond en de ganse nacht.
Op vele plaatsen worden overzetplaatsen gemaakt en vooral door vele vrijwilligers is dit vaak een succes.
© Fabienne Renders
De pad is zwaar en log gebouwd.
Ze eten kevers, wormen, spinnen, vliegen en duizendpoten.
Je vind ze zowat overal waar vochtige terreinen zijn en in plassen en poelen.
De pad is de meest algemene amfibiesoort in onze streken.
Als je toch een pad zou vastnemen, zeker nadien goed je handen wassen want zij hebben vele gifklieren.
Tekst en foto's: Karel De Blick - medewerker van 'Onze GroenRand-natuur'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten