donderdag 1 februari 2024

Klimaatgordel in stadsrand stapje dichter bij realisatie

Klimaatgordel in stadsrand stapje dichter bij realisatie



De Vlaamse overheid trekt De Nieuwe Rand, zoals het project genoemd wordt, om in de rand rond Antwerpen niet alleen het verkeer vlotter te ontsluiten, maar tevens de leefbaarheid te verbeteren. 


De Nieuwe Rand heeft de ambitie om infrastructuur en groen hand in hand te laten gaan.
Daarom denkt het studieteam ook aan de realisatie van een klimaatgordel.
Die strekt zich uit vanaf de ring van Antwerpen (R1) tot voorbij de Antitankgracht.
Concreet gaat het om het versterken van natuurverbindingen en initiatieven voor klimaatadaptatie en klimaatmitigatie.



De stand van zaken van dit onderzoek wordt weergegeven in een tussennota.
Van 1 februari tot en met 16 maart krijgt iedereen de kans om feedback te geven tijdens de publieke raadpleging. 
Om iedereen zo goed mogelijk te informeren, worden twee infomarkten over de tussennota georganiseerd.
Iedereen is welkom, doorlopend van 16.30 tot 20.30 uur en dit op maandag 5 februari in zaal Jos, Kerkstraat 89, Stabroek en op dinsdag 20 februari in ’t Gasthuis, Turnhoutsebaan 199, Wijnegem.

Wat konden we - wat de Antitankgrachtregio betreft - in deze tussennota lezen?

Het onderzoek naar een kwalitatieve verbetering van de omgevingskwaliteit en klimaatrobuustheid situeert zich op verschillende schaalniveaus, zowel in de nabije omgeving van het infrastructuurtracé als in een veel ruimere omgeving, die de klimaatgordel genoemd wordt. 
Het ecologisch systeem van De Nieuwe Rand bestaat voornamelijk uit valleigebied gekoppeld aan de beken en bossen (incl. heide) als de gordel rond de Antitankgracht.




De Antitankgracht (ATG) is een niet-natuurlijk element, maar wel één van de dragende structuren voor het ecologisch systeem.
Er wordt ook gewerkt om deze structuur ecologisch te versterken.
De otter als paraplusoort is hier richtinggevend.



De bosgordel en Antitankgracht vormen een samenhangend landschap met de Antitankgracht als drager van de bosstructuren in het gebied.


Er is nog geen uitgewerkte langetermijnvisie op niveau van de bosgordel als omvattende structuur.
Nochtans heeft de structuur ook een onderliggende landschappelijke basis en was een combinatie van bos en open landschap historisch zeer lang dominant.


Een meer aaneengesloten groene structuur van bos - bomen – landbouw in functie van natuur - tuinen en waardevol groen levert een pak diensten op voor mens en natuur.
Het gebied heeft het potentieel en de historiek om grote aaneengesloten structuren te vormen met respect en integratie van bestaande functies.
Een robuustere bosstructuur kan langs de ene kant dienen als koolstof opslagplaats, maar is ook voor het watersysteem belangrijk.
Gesitueerd rond de Antitankgracht krijgt het water in die bosstructuur meer kans om te infiltreren en de grondwaterlagen te voeden.
Op lange termijn is dit cruciaal om verdroging tegen te gaan.
Op schaal van het gebied zorgt de bosstructuur ook voor een koelte-as, waar tijdens extremen toevlucht gezocht kan worden.


In het verloop van het onderzoek is dit gebied nauwer afgebakend tot ongeveer het stroomgebied van het Schijn en het Verlegde Schijns.
In het noorden wordt de klimaatgordel begrensd door de landsgrens, in het westen door de haven van Antwerpen.
In het oosten valt de grens ruwweg samen met de waterscheidingslijn tussen het Benedenscheldebekken en het Maasbekken, en dus ook met de brongebieden van onder andere de Laarse Beek, Zwanebeek, en Groot en Klein Schijn.
In het zuiden en zuid-westen wordt het gebied aangepast aan de ring rond Antwerpen, in het zuiden zijn de woonkernen een ruwe grenszone.
De grens is te interpreteren als een indicatieve zone.
Het watersysteem is het meest structurerende systeem voor de klimaatgordel en bestaat uit natuurlijke elementen, zoals waterlopen, en kunstmatige elementen, zoals de Antitankgracht, kanalen, pompen en drainagesystemen.



Tot slot is er de ATG zelf, die niet alleen de boskernen verbindt, maar ook een belangrijke waterstructuur vormt.
De artificiële waterstructuur van de Antitankgracht is verbonden geraakt met de beekvalleien en het kanaal en fungeert nu als een belangrijk verbindend element.
Dit versterken, verder openleggen, de functies optimaliseren kan als belangrijke hefboom fungeren.

De visie op de valleien is van toepassing op de vier valleilandschappen: De vallei van de Kaartse Beek, de vallei van de Laarse Beek, de valleien van het Klein Schijn en de Zwanebeek, en de vallei van het Groot Schijn.
Het herstellen van de aanvoer van water in het gebied via de natuurlijke infiltratie, zowel op de valleiflanken (vaak in woongebieden) als in het meer natuurlijke brongebied (de oostelijke zijde van De Nieuwe Rand) moet zorgen voor het herstel van de ‘basisvoeding’ van het watersysteem.


Het herstellen van een vertraagde afvoer met meer ruimte voor beken, vertragen van de drainage (i.p.v. versnelde afvoer via grachten en beken) en ruimte voor water moet de badkuip gedeeltelijk herstellen.
Een gravitaire afvoer naar de Schelde maken is onmogelijk, enkel meer buffercapaciteit geeft ‘ruimte voor water’ bij extreme situaties (hevige regenval, pompuitval, ...).




De ATG kan opnieuw opengelegd worden te Brecht zodat de verbinding opnieuw één geheel vormt.
De afstemming tussen de ATG en het kanaal in droge periodes, kan opengetrokken worden naar natte periodes.



In de huidige toestand kruist de Antitankgracht de A12 in een ondergrondse koker, onder een lokale weg.
Om als een volwaardige ecologische verbinding te fungeren is een meer kwalitatieve oplossing voor de onderdoorgang aangewezen.
Het ambitieniveau voor deze onderdoorgang gaat van een ecologische inrichting van de bestaande koker tot het vervangen van het dijklichaam van de A12 door een slanke snelwegbrug over de Antitankgracht en de Opstalvallei.
De inrichting van een natte natuurverbinding kan voor het SBP Otter zeer positief zijn.
De landschapsbrug biedt ook kansen om de landschappelijke kwaliteit te verbeteren. 
Door het landschap royaal te laten doorlopen onder de A12 verschuift de aandacht van het dominante dijklichaam van de snelweg naar het polderlandschap eronder.
Indien de A12 in tunnel wordt aangelegd is de verbetering van deze onderdoorgang veel minder evident.
De concrete inrichting van de spoorlijn zou hierbij bepalend zijn (met hellingsgraad tegen de limiet).
Om hierover uitsluitsel te kunnen geven is meer studiewerk nodig, maar de eerste inzichten wijzen erop dat het een zeer complexe opgave zou zijn.




De tussennota vanaf vandaag raadpleegbaar op de website https://www.denieuwerand.be/documenten

Bron - kaartjes - foto's: De Nieuwe Rand

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten