Tijdens de Week van de Biodiversiteit uit GroenRand zijn bezorgdheid over het welzijn van akker- en weidevogels
Het INBO heeft twaalf akker- en weidevogels (boerenzwaluw, geelgors, gele kwikstaart, grasmus, kievit, kneu, patrijs, ringmus, borsttapuit, scholekster, torenvalk, veldleeuwerik) gemonitord. Deze ‘boerenlandvogels’ vertonen een duidelijke achteruitgang.
Volgens het INBO is de achtergang van landbouwvogels in Vlaanderen al decennialang aan de gang en maakt dit deel uit van een bredere, Europese context.
" Dit uit zich bijvoorbeeld door het mislukken van broedsels door hevige neerslag (hagel, overstromingen, erosiemateriaal) of doordat bodemongewervelden, zoals wormen, tijdens droge periodes onbereikbaar worden”, verklaart INBO.
“De effecten van de klimaatverandering worden daarenboven versterkt door de aftakelende kwaliteit van veel landbouwbodems.”
Sinds de goedkeuring van de Natuurherstelverordening in 2024 zijn de trends van weide- en akkervogels uitgegroeid tot cruciale beleidsindicatoren.
Deze verordening stelt namelijk dat deze trends tegen 2030 en de daaropvolgende jaren een stijgende lijn moeten vertonen ten opzichte 2025.
 | 22/05/2025 Brussel Populaties van broedvogels tonen licht herstel of blijven stabiel, behalve voor weide- en akkervogels. De populatie kustbroedvogels viel van 15.134 broedparen in 2004 terug tot 3.722 koppels. De voorbije tien jaar veerde dit aantal terug op tot 11.449 in 2024. Wel is de soortensamenstelling sterk veranderd. www.vlaanderen.be |
Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten